In de minor Structural Engineering (Bouwtechniek) leren de studenten het verband tussen de verschillende bouwelementen boven en onder de grond zien en leren ze hoe ze de wederzijdse afhankelijkheid van die elementen kunnen herkennen.
Krachten en belastbaarheid werken van boven naar beneden. Stabiliteit heeft met name een horizontale component. Wat zijn de verbanden tussen deze feiten? Hoe worden ladingen verdeeld en welke invloed heeft de horizontale stabiliteit op het ontwerp van de fundering?
Met gebruik van geavanceerde toegepaste werktuigkunde en wiskunde leren studenten hoe ze deze verbanden en afhankelijkheid kunnen berekenen. Deze berekeningen worden 'met de hand' gedaan en met behulp van software die is gebaseerd op de eindige-elementenmethode (finite element method – FEM).
Een ander belangrijk onderwerp is het gebruik van materialen in civiele en architectonische bouwconstructies. Welke materialen kunnen er hierbij worden gebruikt? Wat zijn de mogelijkheden en onmogelijkheden van de gebruikte materialen? Waarom zou je iets van cement maken en niet van ijzer? Moet dat bouwelement met cement worden gemaakt? Zou constructiemetselwerk beter en goedkoper zijn?
De studenten worden aangemoedigd om te denken in termen van materiaalgebruik met behulp van colleges over diverse bouwmaterialen, zoals voorgespannen en gewapend beton, en over staalconstructies en grondverzet. De cursus gaat ook diep in op staalconstructies en funderingstechnieken. Een aantal lezingen gaat over specialistische onderwerpen zoals gewapend cementwerk en glas in de bouw.
Naast de theoretische component omvat de minor ook uit een praktische component. Dit praktische onderdeel bestaat uit praktische en onderzoeksopdrachten over de theoretische onderdeel van de minor en vindt plaats in BuildinG, de innovatieve werkplaats van de Hanzehogeschool, en het Expertisecentrum van de Hanzehogeschool.
BuildinG is een ontmoetingsplaats voor 'onderwijs, onderzoek en ondernemerschap'. De studenten gebruiken deze drie kernwaarden om onderzoeksvragen op te lossen/te beantwoorden en aan praktische opdrachten te werken die te maken hebben met de theoretische colleges van de minor.