Afgestudeerden van de Major Klassieke Muziek hebben een hoogwaardige opleiding genoten, die breed is opgezet en goed is afgestemd op de arbeidsmarkt. Studenten ontwikkelen een breed repertoire van oude tot hedendaagse muziek. Het uitvoeren van muziek (solo en in kamermuziek) is de kerncompetentie die wordt beoordeeld in verplichte uitvoeringen, projecten en masterclasses. Studenten hebben de mogelijkheid om stage te lopen in een professioneel orkest. De opleiding legt bijzondere nadruk op het verwerven van algemene en specifieke muzikale vaardigheden om de professionele competentie van studenten te verbeteren.

Visie en Creativiteit
De musicus is artistiek gedreven, verwerft opvattingen en overtuigingen over en op het eigen vakgebied en communiceert deze in de muzikale beroepspraktijk.

• De student heeft een muzikaal eigen persoonlijkheid waarmee hij/zij door middel van expressieve taal en een professionele gedrevenheid een eigen visie op muziek uitdraagt.
• De student gaat scheppend en/of herscheppend om met diverse muzikale concepten, stijlen en interpretatievormen en geeft deze musicerend vorm.
• De student geeft les vanuit verdedigbare muziek pedagogische uitgangspunten en zet die om in concrete muziek educatieve activiteiten.

Communicatie
De musicus handelt effectief en efficiënt in verschillende contexten en draagt de artistieke betekenis van muziek over naar anderen.

• De student verkent artistieke mogelijkheden in interactie met doelgroepen.
• De student presenteert zich, al dan niet met anderen.

Vermogen tot Samenwerken
De musicus levert een actieve bijdrage aan een gezamenlijk product of proces.

• De student heeft de sociale en communicatieve vaardigheden om in verschillende muzikale samenwerkingsvormen te participeren.

Het Ambacht
De musicus onderhoudt een breed scala aan vaktechnische kennis en vaardigheden, die hem in staat stellen zowel binnen de nationale als de internationale beroepscontext te functioneren. 

• De student beschikt over een onderscheidend muzikaal voorstellingsvermogen en hanteert dit ondersteunend in praktijksituaties.
• De student beschikt over muzikale instrumentale/vocale competenties om muziek tot klinken te brengen en vorm te geven.
• De student beheerst voldoende repertoire om te kunnen functioneren in een professioneel kader.
• De student maakt zich nieuw repertoire eigen.
• De student toont kennis van het gebruik van of omgang met relevante randvoorwaarden.

Analytisch vermogen
De musicus ontleedt muziek (cognitief). 

• De student is in staat om auditief en/of genoteerd aangeboden muziek op basis van inzicht in ritmische, melodische en harmonische structuren en vormen te transcriberen, te analyseren en van daaruit te interpreteren en uit te voeren.
• De student beschikt over kennis van relevante muziekliteratuur, de historische en stilistische context van de uitvoeringspraktijk, en past deze doelgericht toe.

Omgevingsgerichtheid
De musicus is alert op ontwikkelingen in de samenleving en integreert deze in zijn muziekpraktijk. 

• De student legt verbanden tussen zijn eigen artistiek functioneren, de ontwikkelingen in de muziek en de andere kunstdisciplines en de maatschappelijke context.
• De student plaatst zijn/haar muzikale activiteiten in het perspectief van de muziek uit verschillende tradities, stijlperioden, culturen en regio’s.
• De student participeert in het muziekleven en treedt in contact met (andere) musici, publiek en potentiële opdrachtgevers.

Ondernemerschap
De musicus geeft zelfstandig vorm aan een professioneel bestaan binnen de muziekwereld.

• De student functioneert als cultureel ondernemer van zijn/haar eigen producties.
• De student presenteert zichzelf en zijn muzikaal product (inhoudelijk, organisatorisch en financieel) aan mogelijke afnemers.
• De student toont een professionele houding in contacten met opdrachtgevers en gebruikers.

Innovatie
De musicus verkent het eigen vakgebied en experimenteert ermee, wat tot uiting komt in innovatieve muzikale processen en producties. 

• De student toont een onderzoekende houding gericht op verdere ontwikkeling van het vakgebied en de context hiervan.

Methodisch/reflectief handelen
De musicus handelt methodisch en professioneel, reflecteert hierop en is zelfstandig, en met en voor anderen, in staat tot terugkoppeling. 

• De student beschikt over voldoende vakkennis, inzicht en ervaring om de eigen artistieke en educatieve prestaties kritisch te beschouwen en op basis daarvan de kwaliteit permanent te evalueren en verder te ontwikkelen.
• De student stelt realistische doelen, werkt planmatig en reflecteert op zijn/haar handelen.