Opleiding

Toegekend diploma
Bachelor of Education
Programmaduur
48 maanden
ECTS credits
240
Niveau eindkwalificatie
Bachelor
Vorm
Voltijd
Taal
Nederlands
School
  • Instituut voor Sportstudies
Locaties
  • Groningen

Leraar Lichamelijke Opvoeding en leraar Basisonderwijs

Programmabeschrijving

Met het ALO-pabo onderwijsprogramma wordt de student in 4,5 jaar opgeleid tot leraar lichamelijke opvoeding én leraar basisonderwijs. Met deze (cross study) lerarenopleiding haalt de student twee bachelordiploma's (ALO en pabo). Na het afronden van de lerarenopleiding is de student met het ALO diploma eerste graads bevoegd om lessen lichamelijk opvoeding te geven in het hele onderwijsveld (basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs). Met het pabo diploma is de student  bevoegd om les te geven in het basis- en het speciaal (basis-) onderwijs. 
Gedurende het onderwijsprogramma loopt de student stage in verschillende onderwijscontexten. Daarnaast ontwikkelt de student zelfvertrouwen om uitdagingen aan te kunnen gaan, een integrale kijk die (met name op cognitie en bewegen) zichtbaar is in vaardigheden, kennis en attitude en ontwikkelt zich als pionier om meerwaarde te creëren bij het gezond opgroeien van kinderen. Met beide diploma's is de student breed inzetbaar.

 

Leeruitkomsten

Het afstudeerprogramma van de ALO binnen de ALO-Pabo omvat Vakmanschap, Impact en PI en daarmee worden onderstaande Leeruitkomsten getoetst:

De student:
1.    ontwerpt planmatig en doelgericht bewegingsactiviteiten passend bij de doelgroep op basis van zijn visie en het (school)beleid en verantwoordt gemaakte vakinhoudelijke, pedagogische en vakdidactische keuzes op basis van praktijktheorie;
2.    realiseert op een positieve en stimulerende wijze passende bewegingsactiviteiten, in een veilige leeromgeving zodat elke deelnemer zijn talenten kan ontwikkelen;
3.    kiest passende interventies om ontwikkeling (motorische, sociaal-emotionele en cognitieve) van de deelnemers te realiseren;
4.    plant en organiseert de activiteit zodanig dat het een bijdrage levert aan de zelfsturing van deelnemers;
5.    registreert en evalueert leervorderingen van deelnemers en maakt daarbij gebruik van een passend (evaluatie-)instrument;
6.    verantwoordt de meerwaarde van zijn vak en de uitvoering daarvan op basis van relevante (internationale) literatuur en persoonlijke overwegingen;
7.    voert zelfstandig praktijkgericht onderzoek uit ter verbetering van zijn vakmanschap, relevant voor de beroepspraktijk en passend in de context;
8.    communiceert navolgbaar en systematisch over zijn praktijkgericht onderzoek;
9.    werkt samen met collega’s om zijn eigen functioneren én dat van anderen te verbeteren;
10.  ontwikkelt zijn beroepshouding en handelingsrepertoire door middel van reflectie op basis van ontwikkelingen in het vakgebied en een persoonlijke analyse van zijn bekwaamheden.  

Programma

Leraar Lichamelijke Opvoeding en leraar Basisonderwijscredits