Opleiding

Toegekend diploma
Master of Arts
Programmaduur
24 maanden
ECTS credits
60
Niveau eindkwalificatie
Master
Vorm
Voltijd
Taal
Nederlands
School
  • Instituut voor Sportstudies
Locaties
  • Groningen

Sport-en Bewegingsonderwijs

Programmabeschrijving

De masteropleiding Sport- en Bewegingsonderwijs is een masteropleiding voor ontwikkelaars in het vakgebied sport en bewegen die tot doel heeft om sport- en bewegegprogramma’s in samenwerking met andere professionals zodanig in te zetten dat het een wezenlijke bijdrage levert aan het gezond opgroeien van kinderen en adolescenten. Dit wordt gedaan door sport en bewegen een integraal en perspectiefrijk onderdeel te laten zijn van de leefwereld van kinderen en adolescenten. De kern van de masteropleiding SBO is gericht op het verbeteren en innoveren van de eigen beroepspraktijk. Het accent ligt op samenwerken en verbinden, onderzoeken en innoveren en het positioneren en verantwoorden van bewegen en sport in en rondom de school.

Leeruitkomsten

Analyseren
1. De student signaleert, analyseert en exploreert een praktijkprobleem in de eigen beroepspraktijk op basis van praktische inzichten, conceptuele overwegingen en wetenschappelijke bronnen om te komen tot vraagarticulatie. 
2. De student verkent en definieert criteria en randvoorwaarden om de ruimte voor het ontwerp van passende en innovatieve praktijkoplossingen af te bakenen.  

Ontwerpen:  
3. De student ontwikkelt innovaties om de beroepspraktijk te innoveren gebruik makend van een passende onderzoeksmethode op basis van de praktijksituatie, relevante beleidskaders, conceptuele overwegingen en wetenschappelijke bronnen. 

Implementeren:
4. De student verantwoordt zijn/haar gemaakte keuzes en gebruikte strategie(ën) op basis van praktische relevantie, conceptuele overwegingen en wetenschappelijke bronnen, navolgbaar en in samenhang.  
5. De student mobiliseert mensen en middelen om tot effectieve en efficiënte samenwerking te komen in het implementatieproces.  
6. De student laat zien ondernemend, sensitief en adaptief te zijn bij positioneren van de gewenste verandering in het vakgebied rondom sport en bewegen. 

Evalueren:  
7. De student verzamelt, verwerkt en interpreteert de verkregen informatie om te komen tot succes- en faalfactoren van de uitgevoerde innovatie. 

Dissemineren (en doorwerken):
8. De student vertaalt opgedane inzichten, kennis en ervaringen zelfstandig naar oplossingen in nieuwe, multidisciplinaire of bredere verbanden binnen het internationale werkveld van bewegingsonderwijs en sport. 
9. De student communiceert conclusies, kennis, motieven en overwegingen betreffende zijn innovatie op effectieve en passende wijze aan relevante stakeholders. 
10. De student geeft sturing aan zijn/haar professionele ontwikkeling en reflecteert kritisch en zelfbewust op zijn houding, gedrag en gemaakte keuzes en past die aan in veranderende situaties.