Het algemene doel van het programma is om studenten voor te bereiden om leraren in lichamelijke opvoeding te worden voor kinderen en jongeren van 4 tot 24 jaar. Afgestudeerden worden opgeleid om professionals te worden die in staat zijn om les te geven in het hele onderwijsveld, d.w.z. basisonderwijs, voortgezet onderwijs, onderwijs voor kinderen met speciale behoeften en middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Afgestudeerden worden ook opgeleid om te werken als community-based sportcoaches (buurtsportcoaches).

De sportleraar creëert en verantwoordt zelfstandig een veilige, talentkrachtige en ontwikkelingsgerichte leeromgeving voor leerlingen zodat leerlingen zich sociaal- emotioneel en moreel verder ontwikkelen, waarbij de sportleraar rekening houdt met diversiteit en aandacht schenkt aan zelfvertrouwen en aan een actieve en gezonde leefstijl én beweegidentiteit. 

De sportleraar plant, realiseert, verantwoordt en evalueert zelfstandig talentkrachtige leeromgevingen in bewegingssituaties. Dit doet hij op basis van zijn visie op het vak en van (wetenschappelijke) inzichten en ontwikkelingen op het gebied van bewegen en sport.

De sportleraar ontwerpt, realiseert en verantwoordt zelfstandig beweegprogramma’s passend bij het leerplan van de vaksectie en het onderwijskundig beleid van de school.

De sportleraar neemt samen met collega’s verantwoordelijkheid voor het leer- en ontwikkelklimaat in de eigen context. Hij realiseert positieve en productieve werkverhoudingen in de organisatie, de vaksectie en andere onderwijs- en projectteams waaraan hij deelneemt.

De sportleraar voert zelfstandig onderzoek uit in zijn beroepssituatie op basis van de interventiecyclus . Hij doorloopt de interventiecyclus om zowel impact te creëren als de kwaliteit van zijn professioneel handelen te verbeteren. Hiertoe signaleert, analyseert en definieert hij zelfstandig problemen. De sportleraar ontwikkelt, probeert uit, verzamelt systematisch, deelt, bediscussieert, interpreteert en stelt bij waar nodig. De sportleraar maakt gebruik van theoretische en praktijkkennis om zijn onderzoeksproces te ondersteunen. Dit proces verantwoordt hij en voert hij op systematisch navolgbare wijze uit.

De sportleraar geeft op een onderzoekende, ondernemende en systematische wijze sturing aan zijn eigen professionele identiteit op basis van reflectie en kennis en ervaringen van anderen en draagt op deze wijze bij aan de ontwikkeling van zichzelf en van andere professionals en het vakgebied.