Opleiding

Toegekend diploma
Bachelor of Music
Programmaduur
48 maanden
ECTS credits
240
Niveau eindkwalificatie
Bachelor
Vorm
Voltijd
Taal
Engels, Nederlands
School
  • Prins Claus Conservatorium
Locaties
  • Groningen

Muziek, major Jazz

Programmabeschrijving

Het programma Jazz richt zich op ondernemende performers die zich flexibel bewegen in de hedendaagse ‘lichte’ muziekwereld. Je leert over de geschiedenis, tradities en contexten van Jazz en je wordt uitgedaagd om je daar als hedendaagse performer op een eigen manier toe te verhouden. Je komt in aanraking met het standaard Jazz repertoire, aanverwante stijlen en je verkent trends en ontwikkelingen in de hedendaagse muziekwereld. Vanuit een brede basis profileer en specialiseer je je gedurende de opleiding binnen een of meerdere genres, waarbij je wordt gestimuleerd om nieuwe wegen te verkennen. Je werkt tijdens het programma regelmatig met professionele muzikanten uit de Amerikaanse en Europese scene waardoor je je kunt spiegelen aan een relevant en actueel niveau. Afgestudeerden van het programma Jazz werken vanuit een eigen artistiek visie als performer in de nationale en/of internationale muziekwereld, geven les, componeren, arrangeren en organiseren diverse projecten en producties.



 

Leeruitkomsten

1. Ambachtelijk vermogen
De student toont een breed en actueel scala aan (muziek)vakinhoudelijke kennis en vaardigheden en past deze toe in uiteenlopende situaties en contexten. 
  • Beheerst het ambacht (spelen, zingen, componeren, produceren, doceren, dirigeren etc.) op professioneel niveau.
  • Maakt muziek die in relatie staat tot relevante muzikale contexten en kan dit verantwoorden aan de hand van theorie en onderzoek. 

2. Creërend vermogen
De student geeft vanuit een eigen artistieke visie en identiteit vorm aan muzikale uitingen. 
  • Toont artistieke eigenheid.
  • Initieert en/of draagt bij aan collectieve en/of individuele creatieve (maak)processen.

3. Omgevingsgerichtheid
De student signaleert ontwikkelingen in de beroepspraktijk en samenleving en positioneert zichzelf en het eigen werk ten opzichte hiervan. 
  • Toont bewustzijn van wat er in de wereld/samenleving gebeurt en onderkent de relevantie daarvan voor de eigen muziek.
  • Positioneert en profileert zichzelf en de eigen praktijk ten opzichte van ontwikkelingen in het vakgebied, werkveld en (ontwikkelingen in) de samenleving.  

4. Onderzoek & Ontwikkeling
De student evalueert eigen en/of andermans handelen en muzikale/artistieke uitingen aan de hand van reflectie en onderzoek om te blijven leren en ontwikkelen. 
  • Reflecteert op (ontwikkeling van) eigen en andermans artisticiteit, kwaliteit, visie en identiteit
  • Observeert, analyseert en onderzoekt gestructureerd en navolgbaar het vakgebied, het werkveld en daaraan verwante (maatschappelijke) onderwerpen en reflecteert op hoe het eigen handelen zich daartoe verhoudt.

5. Communicatief vermogen
De student toont een scala aan communicatie- en sociale vaardigheden en past deze toe bij interactie in verschillende beroepscontexten 
  • Brengt muzikaal werk (on- en offline) naar buiten.
  • Interacteert in verschillende muzikale situaties, contexten en/of creatieve projecten.
  • Presenteert zichzelf, muzikaal werk en onderzoek op een manier die uitnodigt tot dialoog. 

6. Organiserend vermogen
De student verwezenlijkt ambities in/via duurzaam vormgegeven beroepssituaties en netwerken. 
  • Onderhoudt een (startende) eigen praktijk en verwerft en/of creëert daarin gelegenheden om muzikale activiteiten te ontplooien.
  • Organiseert werkprocessen zo dat artistieke, zakelijke, organisatorische en/of sociale activiteiten samenhangend en gebalanceerd uitgevoerd worden.

7. Didactisch vermogen
De student stimuleert en/of faciliteert de muzikale/artistieke ontwikkeling van anderen. 
  • Deelt kennis van en passie voor muziek en sluit waar van toepassing aan bij de wensen en eigenheid van de ander(en).
  • Functioneert als een inspiratiebron voor anderen door middel van de eigen praktijk en artistieke persoonlijkheid.  

8. Ondernemend vermogen
De student onderhoudt een wederkerige relatie met diens publiek/volgers/afnemers. 
  • Toont inzicht in de behoeftes van anderen en weet verbinding te maken met de eigen artistieke identiteit.
  • Genereert met muzikale uitingen interactie met anderen.