Vak: De verpleegkundige als rolmodel credits: 15

Vakcode
HVMB18VARM3
Naam
De verpleegkundige als rolmodel
Studiejaar
2019-2020
ECTS credits
15
Taal
Nederlands
Coördinator
A. Jansen
Werkvormen
  • Action learning
Toetsen
  • De verpleegkundige als rolmodel - Performance assessment

Leeruitkomsten

De student heeft kennis van de basisprincipes van EBP in relatie tot verbetering van de kwaliteit van zorg in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen.
Daarnaast heeft de student heeft inzicht in de wijze waarop de zorg voor kwaliteit in de werkorganisatie plaatsvindt en levert hier een actieve bijdrage aan.
De student heeft inzicht in het proces voorafgaand aan de kwaliteitsverbetering en herkent hierin de kwaliteitscyclus. De student:
  • Legt de relatie tussen EBP en kwaliteitszorg
  • Kent en benut daarbij de verschillende beroepsverenigingen, vakliteratuur en vakgroepen.
  • Weet welke actoren (samenwerkingspartners en de patiënt/cliënt en diens naasten) betrokken zijn in de cyclus van kwaliteitsverbetering en onderbouwt dit.
  • Weet op welke wijze (meet- en scoringsinstrumenten) gegevens verzameld zijn ten behoeve van kwaliteitsmeting in de eigen context.
  • Heeft kennis van en inzicht in de kwaliteitscyclus, bijvoorbeeld de PDCA cyclus, en past deze adequaat toe.
  • Heeft kennis van en inzicht in van gangbare kwaliteitssystemen en modellen en wat het effect hiervan binnen de eigen beroepscontext. 
De student is op de hoogte van de inhoud van het beroepsprofiel en beroepscode en relevante samenhangende wet- en regelgeving. De student reflecteert op het eigen professioneel gedrag in relatie tot de verpleegkundige beroepsstandaard.
 
 De student:
  • Legt de relatie tussen EBP en kwaliteitszorg
  • Kent en benut daarbij de verschillende beroepsverenigingen, vakliteratuur en vakgroepen.
  • Weet welke actoren (samenwerkingspartners en de patiënt/cliënt en diens naasten) betrokken zijn in de cyclus van kwaliteitsverbetering en onderbouwt dit.
  • Weet op welke wijze (meet- en scoringsinstrumenten) gegevens verzameld zijn ten behoeve van kwaliteitsmeting in de eigen context.
  • Heeft kennis van en inzicht in de kwaliteitscyclus, bijvoorbeeld de PDCA cyclus, en past deze adequaat toe.
  • Heeft kennis van en inzicht in van gangbare kwaliteitssystemen en modellen en wat het effect hiervan binnen de eigen beroepscontext.
 
De student is op de hoogte van de inhoud van het beroepsprofiel en beroepscode en relevante samenhangende wet- en regelgeving. De student reflecteert op het eigen professioneel gedrag in relatie tot de verpleegkundige beroepsstandaard.
  • Heeft kennis van het eigen beroepsprofiel, de beroepscode en de grenzen van het eigen handelen.
  • Heeft actuele en kennis over de volgende wet- en regelgeving: wet BIG, WBGO en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (WKKGZ) en kan dit verbinden met de beroepspraktijk.
  • Is op de hoogte van relevante ontwikkelingen in de zorg op maatschappelijk en politiek niveau in relatie tot kwaliteit van zorg en kan hierbij omgaan met spanningsvelden.
  • Streeft naar goede zorg en heeft hierin een voorbeeldfunctie waar het gaat om een kritische en onderzoekende houding.
 
Competentieniveau (CBN, BN2020) Middelcomplex niveau.
 

Inhoud

In deze opdracht laat je tevens zien hoe jij jezelf als professional gaat profileren nu en in de toekomst. Hierbij maak je de transfer van wetenschap naar praktijk.
 
Oriëntatie:
Je analyseert het proces en product van de kwaliteitsverbetering waarbij je kijkt naar aspecten als de probleem- en doelstelling, de interventies die plaatsgevonden hebben, de evaluatie, de betrokken professionals, en het effect op de zorgvragers in de context en in relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen (bijvoorbeeld aan de hand van een artikel, onderzoek etc.).

  •  Je brengt in kaart waar de kwaliteitsverbetering voor de zorgvrager uit blijkt (effecten op de zorgvrager)
  • Je gaat na op welke wijze de kwaliteitsverbetering meetbaar is gemaakt met zogenaamde indicatoren en / of meetinstrumenten
  • Je onderzoekt of de kwaliteitsverbetering volgens een bepaalde methode wordt vormgegeven, bijvoorbeeld de PDCA cyclus.
  • Op welke wijze heeft borging van de kwaliteitsverbetering plaatsgevonden (of vindt deze plaats).
  • Je beschrijft en onderbouwt of de kwaliteitsverbetering een wetenschappelijke basis heeft (EBP).
  • Je geeft betekenis aan de relatie tussen de kwaliteitsverbetering en EBP werken, voor jou als verpleegkundige in relatie tot de beroepscode, het beroepsprofiel en relevante wet- en regelgeving.
  • Je gaat na op welke wijze de communicatie omtrent deze kwaliteitsverbetering heeft plaats gevonden en hoe commitment bereikt is.

 
Bovenstaande leg je vast in een portfolio. Je kunt bijvoorbeeld verslagen van gesprekken toevoegen, feedback van collega's etc. Je voert vervolgens een portfoliogesprek met je werkbegeleider aan de hand van het waarderingsformulier.
 
Naar aanleiding van het eerste deel van de opdracht (de oriëntatie én het portfolio) organiseer en verzorg je een presentatie, workshop of anderszins op de werkplek (in je team) waarbij je blijk geeft van je positie als rolmodel en professional. Hierbij laat je een actieve houding zien in het uitdragen van beroepswaarden waar je de teamleden in meeneemt. De focus van de presentatie/workshop ligt op jouw rol in relatie tot kwaliteitszorg en EBP waarbij de opdracht leidend is. Het is dus niet de bedoeling dat je alle stappen uit gaat leggen of vertelt, maar de integratie maakt tussen de opdracht en het professioneel handelen in jouw team waarin jij een belangrijke rol vervult. Daarbij staan de CanMEDS rollen van verpleegkundige als reflectieve EBP professional en kwaliteitsbevorderaar centraal. In het onderwijs krijg je de mogelijkheid dit te oefenen.
 
Je ontwerpt een eigen feedbackformulier ten behoeve van de uitvoering/verwerking waarin je gericht feedback vraagt aan je werkbegeleider en minimaal 3 andere collega's. Dit neem je mee in je reflectie.
 
Daarnaast geef je een korte kritische beschouwing op jouw rol als verpleegkundige, als EBP professional en als kwaliteitsbevorderaar. Neem daarbij de eenheid van leeruitkomsten als inspiratiebron. Hiermee sluit je de leertaak 'de verpleegkundige als rolmodel' af en geef je (overstijgend) betekenis aan, en beschrijf je je visie op jouw rol als verpleegkundige. Je reflecteert op het (leer) proces en het product.
 
Door zelfstudie en door uitwisseling tijdens de lesdagen verdiep je je in de theoretische achtergronden. In intervisiebijeenkomsten reflecteer je samen met medestudenten op meegemaakte casuÏstiek.

School(s)

  • Academie voor Verpleegkunde