Vak: Afstudeeropdracht credits: 24
- Vakcode
- TPVB18AFSTU2
- Naam
- Afstudeeropdracht
- Studiejaar
- 2019-2020
- ECTS credits
- 24
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- J.M. Slijkhuis
- Werkvormen
-
- Afstudeeropdracht
- Afstudeeropdracht internationaal
- Individueel
- Practicum / Training
- Supervisie
- Toetsen
-
- Criteriumgericht Interview - Eindgesprek
- Opdracht - Opdracht
Leeruitkomsten
Met het beoordelen van de scriptie wordt het volgende op eindniveau getoetst: alle leeruitkomsten behorend bij de competentie “Praktijkgericht onderzoeken” en de leeruitkomsten “Kritisch brongebruik” en “Helder redeneren” van de competentie “Professioneel werken”.
Niveau per leeruitkomst:
Gevorderd.
Cursusleeruitkomst:
1. De student kan onder begeleiding een analyse maken van een praktijkprobleem of vraag uit de praktijk, en kan deze beschrijven in een korte probleemschets (competentie praktijkgericht onderzoeken, competentie professioneel werken: deelcompetentie kritisch brongebruik).
2. De student kan zelfstandig relevante (wetenschappelijke) bronnen zoeken, kan de relevantie ervan beoordelen en daaruit een kader afleiden voor onderzoek of de ontwikkeling van een ontwerp (competentie praktijkgericht onderzoeken, competentie professioneel werken: deelcompetentie kritische brongebruik).
3. De student kan onder begeleiding op basis van de probleemschets en de verkennende literatuurstudie een goed afgebakende en passende probleem- en doelstelling opstellen voor onderzoek waarmee hij het beroepsproduct (advies of ontwerp) wil onderbouwen (competentie praktijkgericht onderzoeken, competentie toepassen van de psychologische body of knowledge, competentie professioneel werken: deelcompetentie kritische brongebruik).
4. De student kan (rekening houdend met sociaal maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische verantwoordelijkheden) onder begeleiding een afgewogen, haalbare en passende methode kiezen en deze op zelfstandige wijze adequaat uitvoeren (competentie praktijkgericht onderzoeken, competentie professioneel werken: deelcompetentie ethisch verantwoord werken en kritische brongebruik).
5. De student kan de verzamelde informatie en gegevens op correcte wijze analyseren en beschrijven, daaruit passende conclusies trekken en daarop kritisch reflecteren (competentie praktijkgericht onderzoeken, competentie professioneel werken: deelcompetentie kritische brongebruik).
6. De student kan op basis van een vraag uit de praktijk onder begeleiding een door middel van onderzoek onderbouwd advies of ontwerp opstellen, dat helder en toegankelijk is voor de opdrachtgever en afgestemd is op diens wensen (competentie ondernemend werken, competentie professioneel werken).
7. In de scriptie en het beroepsproduct drukt de student zich uit in precieze, heldere en op de lezer afgestemde taal (competentie professioneel werken: deelcompetentie helder redeneren).
Niveau per leeruitkomst:
Gevorderd.
Cursusleeruitkomst:
1. De student kan onder begeleiding een analyse maken van een praktijkprobleem of vraag uit de praktijk, en kan deze beschrijven in een korte probleemschets (competentie praktijkgericht onderzoeken, competentie professioneel werken: deelcompetentie kritisch brongebruik).
2. De student kan zelfstandig relevante (wetenschappelijke) bronnen zoeken, kan de relevantie ervan beoordelen en daaruit een kader afleiden voor onderzoek of de ontwikkeling van een ontwerp (competentie praktijkgericht onderzoeken, competentie professioneel werken: deelcompetentie kritische brongebruik).
3. De student kan onder begeleiding op basis van de probleemschets en de verkennende literatuurstudie een goed afgebakende en passende probleem- en doelstelling opstellen voor onderzoek waarmee hij het beroepsproduct (advies of ontwerp) wil onderbouwen (competentie praktijkgericht onderzoeken, competentie toepassen van de psychologische body of knowledge, competentie professioneel werken: deelcompetentie kritische brongebruik).
4. De student kan (rekening houdend met sociaal maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische verantwoordelijkheden) onder begeleiding een afgewogen, haalbare en passende methode kiezen en deze op zelfstandige wijze adequaat uitvoeren (competentie praktijkgericht onderzoeken, competentie professioneel werken: deelcompetentie ethisch verantwoord werken en kritische brongebruik).
5. De student kan de verzamelde informatie en gegevens op correcte wijze analyseren en beschrijven, daaruit passende conclusies trekken en daarop kritisch reflecteren (competentie praktijkgericht onderzoeken, competentie professioneel werken: deelcompetentie kritische brongebruik).
6. De student kan op basis van een vraag uit de praktijk onder begeleiding een door middel van onderzoek onderbouwd advies of ontwerp opstellen, dat helder en toegankelijk is voor de opdrachtgever en afgestemd is op diens wensen (competentie ondernemend werken, competentie professioneel werken).
7. In de scriptie en het beroepsproduct drukt de student zich uit in precieze, heldere en op de lezer afgestemde taal (competentie professioneel werken: deelcompetentie helder redeneren).
Inhoud
Tijdens het afstudeertraject voert de student een opdracht uit voor een opdrachtgever uit het werkveld met als doel te komen tot een beroepsproduct. Het beroepsproduct wordt altijd onderbouwd met praktijk gericht onderzoek. De haalbaarheid van de opdrachten en de aansluiting bij de TP-competenties worden gewaarborgd door screening door de afstudeercoördinatoren van onderzoeksvoorstellen van studenten en vacatures. Het niveau wordt gewaarborgd door:
- Cognitieve complexiteit (die wordt groter naarmate de taak niet zonder meer uitvoerbaar is door de toepassing van geleerde standaardprocedures, maar vraagt om nieuwe, creatieve oplossingen
- Complexiteit van de context (context wordt bijvoorbeeld complexer als meerdere partijen betrokken zijn, als er verschillende belangen spelen
- Zelfstandigheid van de student (wordt groter naarmate vrijheid van handelen en verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het eindresultaat toenemen en sturing van docent afneemt.
Met de beoordeling van de scriptie worden alle bij de competentie ‘Praktijk gericht onderzoeken’ behorende leeruitkomsten op eindniveau getoetst evenals 'helder redeneren' en kritisch brongebruik' .
- Cognitieve complexiteit (die wordt groter naarmate de taak niet zonder meer uitvoerbaar is door de toepassing van geleerde standaardprocedures, maar vraagt om nieuwe, creatieve oplossingen
- Complexiteit van de context (context wordt bijvoorbeeld complexer als meerdere partijen betrokken zijn, als er verschillende belangen spelen
- Zelfstandigheid van de student (wordt groter naarmate vrijheid van handelen en verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het eindresultaat toenemen en sturing van docent afneemt.
Met de beoordeling van de scriptie worden alle bij de competentie ‘Praktijk gericht onderzoeken’ behorende leeruitkomsten op eindniveau getoetst evenals 'helder redeneren' en kritisch brongebruik' .
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Academie voor Sociale Studies