Vak: Project Integrale Opdracht A credits: 8

De student wordt in overleg met alle betrokkenen samen met drie of vier andere studenten gekoppeld aan één van de werkveldorganisaties. Als projectgroep gaat de student aan de slag met het in kaart brengen van de drie fasen van dienstverlening rondom de begeleiding van een klant naar werk, zowel vanuit de theorie als de praktijk. Vervolgens zoomt de student in op de specifieke vraagstelling  binnen één van de fasen, die de werkveldorganisatie heeft neergelegd.

Fase 1: Intake & Diagnose
Fase 2: Begeleiding en inzet van re-integratie instrumenten
Fase 3: Uitstroom/werkgeversbenadering

Binnen de minor worden diverse modules en literatuur aangeboden over de drie fasen. De student zal dus de in’s en out’s eigen moeten maken en met deze kennis de dienstverlening en het methodisch werken in de praktijk gaan onderzoeken. Per fase doet de student literatuuronderzoek, voert de student gesprekken met medewerkers en cliënten, maakt de student observaties, etc. Al deze activiteiten monden uit in een presentatie tijdens het symposium en een adviesrapport voor de werkveldorganisatie. Gedurende het semester zijn er drie pitches van de studenten. Met deze pitches willen we de houdingsaspecten monitoren. Al deze pitches doe de student individueel.

Daarnaast schrijft de student als onderdeel van de cursus 'Integrale Opdracht' een individuele paper. Het onderwerp dient te maken te hebben met de professionalisering van de medewerkers binnen de arbeidsparticipatiepraktijk. Inspiratie voor deze paper kan de student halen uit de praktijk, media, (gast)colleges, de werkbezoeken, literatuur, de integrale opdracht, actuele nieuwsfeiten, het Lectoraat Arbeidsparticipatie enz. De student dient zelf te bepalen voor welk medium en welk publiek hij/zij de paper gaat schrijven en de student kan er bijna de hele minor aan werken.

Voordat de student een paper gaat schrijven, zal de student vooronderzoek moeten doen:

• Wat is het specifieke onderwerp waarover de student wil schrijven en waarom wil de student daarover schrijven?
• Wie is de doelgroep en waarom is dat de doelgroep?
• Wat is het doel van de paper en waarom kiest de student voor dat doel?
• Voor welk blad of internetforum (welk medium) gaat de student schrijven en waarom?
• Aan welke criteria moet de paper voldoen?

De student wordt ook gevraag na te denken over:

• Een pakkende / aansprekende / passende titel en eventueel ondertitel
• Lay-out en beeldmateriaal
• De juiste schrijfstijl (toon, perspectief, opiniërend, etc.)
• Een duidelijke (verhaal)lijn

Over dit vooronderzoek, tips en adviezen bij het schrijven en nog veel meer, wordt college gegeven in het eerste deel van de minor en zijn er spreekuren ingeroosterd. Tijdens het schrijfproces zijn er coachmomenten waar de student optioneel gebruik van kan maken.


Bijzonderheden:
Er geldt een verplichte aanwezigheid bij de verdiepende colleges, onderzoekvaardigheden en coachbijeenkomsten. Zie verdere toelichting de studiehandleiding behorende bij deze cursus.