Vak: Onderzoek & statistiek I credits: 3
- Vakcode
- TPVP6C-M3
- Naam
- Onderzoek & statistiek I
- Studiejaar
- 2019-2020
- ECTS credits
- 3
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- J. van der Velde
- Werkvormen
-
- Hoorcollege
- Werkcollege
- Toetsen
-
- Schriftelijk tentamen - Schriftelijk, organisatie tentamenbureau
Leeruitkomsten
Praktijkgericht onderzoeken (leeruitkomst 7), Toepassen van de Psychologische body of knowledge (leeruitkomst 8)
Niveau per leeruitkomst:
Inleidend
Niveau per leeruitkomst:
Inleidend
Cursusleeruitkomsten:
Met betrekking tot eenvoudige onderzoeken, dat wil zeggen: onderzoeken waarin niet meer dan twee variabelen en/of twee
populaties in kaart gebracht worden, kun je:
1. inschatten of een adequate probleem- en doelstelling is gehanteerd en afhankelijk daarvan beredeneren welk
type onderzoek is uitgevoerd (kwalitatief versus kwantitatief) of uitgevoerd had moeten zijn; de fasering van de
te genomen stappen in het onderzoeksproces kun je eveneens onderscheiden
2. variabelen, meetwaarden en objecten van onderzoek van elkaar onderscheiden en bij twee variabelen kunnen
aangeven wat de onafhankelijke en wat de afhankelijke variabele is
3. inschatten of variabelen adequaat zijn geoperationaliseerd, waarbij je kunt aangeven of de validiteit en
betrouwbaarheid van de metingen is aangetast
4. aangeven op welk meetniveau variabelen zijn gemeten
5. aangeven welke methode van steekproeftrekking is gevolgd; welke steekproefomvang passend is; in hoeverre de steekproef representatief en/of selectief is, waarbij het begrip non-respons adequaat wordt toegepast
6. aangeven in hoeverre het onderzoek helpt om causaliteits-vraagstukken op te lossen
7. eenvoudige beschrijvende statistieken herkennen, berekenen en interpreteren (frequenties, centrummaten,
spreidingsmaten, kruistabellen, correlatiecoëfficiënt, regressieanalyse, indexcijfers) en je kunt verschillende
manieren om ze grafisch weer te geven adequaat interpreteren
8. inschatten in hoeverre gebruikte vragen in vragenlijsten meten wat je wilt meten
populaties in kaart gebracht worden, kun je:
1. inschatten of een adequate probleem- en doelstelling is gehanteerd en afhankelijk daarvan beredeneren welk
type onderzoek is uitgevoerd (kwalitatief versus kwantitatief) of uitgevoerd had moeten zijn; de fasering van de
te genomen stappen in het onderzoeksproces kun je eveneens onderscheiden
2. variabelen, meetwaarden en objecten van onderzoek van elkaar onderscheiden en bij twee variabelen kunnen
aangeven wat de onafhankelijke en wat de afhankelijke variabele is
3. inschatten of variabelen adequaat zijn geoperationaliseerd, waarbij je kunt aangeven of de validiteit en
betrouwbaarheid van de metingen is aangetast
4. aangeven op welk meetniveau variabelen zijn gemeten
5. aangeven welke methode van steekproeftrekking is gevolgd; welke steekproefomvang passend is; in hoeverre de steekproef representatief en/of selectief is, waarbij het begrip non-respons adequaat wordt toegepast
6. aangeven in hoeverre het onderzoek helpt om causaliteits-vraagstukken op te lossen
7. eenvoudige beschrijvende statistieken herkennen, berekenen en interpreteren (frequenties, centrummaten,
spreidingsmaten, kruistabellen, correlatiecoëfficiënt, regressieanalyse, indexcijfers) en je kunt verschillende
manieren om ze grafisch weer te geven adequaat interpreteren
8. inschatten in hoeverre gebruikte vragen in vragenlijsten meten wat je wilt meten
Inhoud
In dit programma wordt ingegaan op kwantitatief onderzoek: onderzoek waarbij de resultaten worden uitgedrukt in cijfers. In
dit programma wordt vooral ingegaan op beschrijvende statistiek: statistiek om gegevens van een groep
"onderzoeksobjecten" (vaak een groep mensen) te beschrijven. De onderwerpen die beheerst moeten worden na afloop zijn
de volgende:
-Probleemstelling en doelstelling formuleren
-Keuzes wat betreft onderzoeksbenadering en onderzoeksaanpak (kwalitatief versus kwantitatief, fasen van
onderzoeksproces)
-Onafhankelijke en afhankelijke variabelen kunnen onderscheiden
-Operationaliseren van variabelen, validiteit en betrouwbaarheid van metingen
-Steekproeftrekking: methoden, omvang, representativiteit, selectiviteit, non-respons
-Kwantitatieve onderzoeksopzetten en causaliteitsvragen
-Beschrijvende statistiek (meetniveaus, schaaltypen, verdelingen beschrijven, samenhang beschrijven, correlatie, regressie)
-Vragenlijsten opstellen
Gelijktijdig met dit programma én in de periode erna volg je het integrale project "kijken, vragen en onderzoeken"
geprogrammeerd. Daarin wordt kennis omtrent onderzoek en statistiek toegepast in een onderzoek dat door studenten
uitgevoerd wordt. In de vaardighedenleerlijn wordt in periode 2 van het eerste jaar geleerd statistische bewerkingen toe te
passen met behulp van het computerprogramma SPSS. In het tweede jaar van de studie TP bouwt de student met het
conceptuele programma Onderzoek en Statistiek 2 voort op de kennis die bij Onderzoek en Statistiek 1 is opgedaan. Bij Onderzoek
deel 2 staat dan vooral de inductieve statistiek of toetsende statistiek centraal. Eveneens in jaar 2 gaan studenten in
groepjes zelfstandig een praktijkonderzoek uitvoeren, eventueel voor een externe opdrachtgever, waarvoor de kennis die is
opgedaan bij dit programma vereist is.
Bijzonderheden:
Dit programma is een onderdeel van het kwalitatief bindend studieadvies (BSA).dit programma wordt vooral ingegaan op beschrijvende statistiek: statistiek om gegevens van een groep
"onderzoeksobjecten" (vaak een groep mensen) te beschrijven. De onderwerpen die beheerst moeten worden na afloop zijn
de volgende:
-Probleemstelling en doelstelling formuleren
-Keuzes wat betreft onderzoeksbenadering en onderzoeksaanpak (kwalitatief versus kwantitatief, fasen van
onderzoeksproces)
-Onafhankelijke en afhankelijke variabelen kunnen onderscheiden
-Operationaliseren van variabelen, validiteit en betrouwbaarheid van metingen
-Steekproeftrekking: methoden, omvang, representativiteit, selectiviteit, non-respons
-Kwantitatieve onderzoeksopzetten en causaliteitsvragen
-Beschrijvende statistiek (meetniveaus, schaaltypen, verdelingen beschrijven, samenhang beschrijven, correlatie, regressie)
-Vragenlijsten opstellen
Gelijktijdig met dit programma én in de periode erna volg je het integrale project "kijken, vragen en onderzoeken"
geprogrammeerd. Daarin wordt kennis omtrent onderzoek en statistiek toegepast in een onderzoek dat door studenten
uitgevoerd wordt. In de vaardighedenleerlijn wordt in periode 2 van het eerste jaar geleerd statistische bewerkingen toe te
passen met behulp van het computerprogramma SPSS. In het tweede jaar van de studie TP bouwt de student met het
conceptuele programma Onderzoek en Statistiek 2 voort op de kennis die bij Onderzoek en Statistiek 1 is opgedaan. Bij Onderzoek
deel 2 staat dan vooral de inductieve statistiek of toetsende statistiek centraal. Eveneens in jaar 2 gaan studenten in
groepjes zelfstandig een praktijkonderzoek uitvoeren, eventueel voor een externe opdrachtgever, waarvoor de kennis die is
opgedaan bij dit programma vereist is.
Bijzonderheden:
De student krijgt een negatief bindend studieadvies als aan het eind van het jaar:
-Onderzoek en Statistiek 1 niet gehaald is en/of
-Gespreksvoering I niet gehaald is en/of
-Twee of drie van de onderstaande vakken niet gehaald zijn:
oInleiding in de Psychologie
oSociale Psychologie
oOntwikkelingspsychologie
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Academie voor Sociale Studies