Vak: Biologie 4 credits: 3
- Vakcode
- BFVP3BIO4
- Naam
- Biologie 4
- Studiejaar
- 2020-2021
- ECTS credits
- 3
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- J. Bosman
- Werkvormen
-
- Hoorcollege
- Werkcollege
- Toetsen
-
- Biologie 4 - Schriftelijk, organisatie tentamenbureau
Leeruitkomsten
De student kan:
1- de onderdelen van het celdelingsmechanisme benoemen en hun functie uitleggen.
2- de verschillende fasen in de celdelingsproces benoemen en begrijpt wat er in de verschillende fasen gebeurt.
3- de celcyclus van een eukaryote cel beschrijven, het mechanisme van celcycluscontrole uitleggen en de rol van celcycluscontrole in diverse ziekten uitleggen.
4- begrijpt het celdelingsproces van meiose, kan de verschillen ten opzichte van mitose benoemen en kan de rol van de meiose bij het overdragen van erfelijke aandoeningen uitleggen en analyseren.
5- kent de fasen in de geslachtscyclus van diverse organismen (diploïd en haploïd).
6- de principes van Mendeliaanse overerving en kan deze in specifieke gevallen toepassen.
7- algemene termen binnen de genetica en kan deze begrippen uitleggen en kan onderscheid maken tussen verschillende vormen van overerving.
8- kansberekeningen uitvoeren om de uitkomst van genetische kruisingen te voorspellen.
9- heeft kennis van de geslachtschromosomen en kent de bijzondere vormen van (geslachtsgebonden) overerving (X-gekoppeld, genomic imprinting, mitochondriële overerving).
10- aan de hand van een proefkruising bepalen of genen gekoppeld zijn of niet en de afstand bepalen tussen gekoppelde genen.
11- kent de belangrijkste afwijkingen in de chromosoomstructuur en chromosoomaantallen.
12- de voordelen benoemen van genetische variatie en zijn rol in microevolutie toelichten.
13- de Hardy-Weinberg vergelijking en Χ2-toets gebruiken om te bepalen of een populatie in evenwicht is of niet.
14- kent en herkent basisbegrippen met betrekking tot evolutie en natuurlijke selectie.
15- kent de verschillen tussen het aangeboren en het verworven immuunsysteem en kent de belangrijkste cellen binnen beide systemen.
16- kent de verschillen tussen de verschillende typen B-cellen en T-cellen.
17- kent de rol van het immuunsysteem binnen een aantal veel voorkomende ziektebeelden en toepassingen van het immuunsysteem bij behandeling/preventie van een aantal veel voorkomende ziekten.
1- de onderdelen van het celdelingsmechanisme benoemen en hun functie uitleggen.
2- de verschillende fasen in de celdelingsproces benoemen en begrijpt wat er in de verschillende fasen gebeurt.
3- de celcyclus van een eukaryote cel beschrijven, het mechanisme van celcycluscontrole uitleggen en de rol van celcycluscontrole in diverse ziekten uitleggen.
4- begrijpt het celdelingsproces van meiose, kan de verschillen ten opzichte van mitose benoemen en kan de rol van de meiose bij het overdragen van erfelijke aandoeningen uitleggen en analyseren.
5- kent de fasen in de geslachtscyclus van diverse organismen (diploïd en haploïd).
6- de principes van Mendeliaanse overerving en kan deze in specifieke gevallen toepassen.
7- algemene termen binnen de genetica en kan deze begrippen uitleggen en kan onderscheid maken tussen verschillende vormen van overerving.
8- kansberekeningen uitvoeren om de uitkomst van genetische kruisingen te voorspellen.
9- heeft kennis van de geslachtschromosomen en kent de bijzondere vormen van (geslachtsgebonden) overerving (X-gekoppeld, genomic imprinting, mitochondriële overerving).
10- aan de hand van een proefkruising bepalen of genen gekoppeld zijn of niet en de afstand bepalen tussen gekoppelde genen.
11- kent de belangrijkste afwijkingen in de chromosoomstructuur en chromosoomaantallen.
12- de voordelen benoemen van genetische variatie en zijn rol in microevolutie toelichten.
13- de Hardy-Weinberg vergelijking en Χ2-toets gebruiken om te bepalen of een populatie in evenwicht is of niet.
14- kent en herkent basisbegrippen met betrekking tot evolutie en natuurlijke selectie.
15- kent de verschillen tussen het aangeboren en het verworven immuunsysteem en kent de belangrijkste cellen binnen beide systemen.
16- kent de verschillen tussen de verschillende typen B-cellen en T-cellen.
17- kent de rol van het immuunsysteem binnen een aantal veel voorkomende ziektebeelden en toepassingen van het immuunsysteem bij behandeling/preventie van een aantal veel voorkomende ziekten.
Inhoud
In dit thema staat ook gezondheid en erfelijkheid centraal. Middels lessen, opdrachten en gastcolleges worden de onderwerpen besproken.
literatuur:
Campbell Biology 10e editie (ISBN-10 1-292-00865-2)
Hoofd 12. De celcyclus, mitose, voorbeeld kankercellen.
Hoofd. 13. Meiose, geslachtelijke levenscyclus, genetisch variatie.
Hoofd. 14. Mendel en erfelijkheid patronen, Genetische testen om erfelijke ziektes vast te stellen.
Hoofd. 15. Chromosomen en erfelijkheid
Hoofd. 23. Microevolutie
Hoofd. 47. Immuunsysteem
literatuur:
Campbell Biology 10e editie (ISBN-10 1-292-00865-2)
Hoofd 12. De celcyclus, mitose, voorbeeld kankercellen.
Hoofd. 13. Meiose, geslachtelijke levenscyclus, genetisch variatie.
Hoofd. 14. Mendel en erfelijkheid patronen, Genetische testen om erfelijke ziektes vast te stellen.
Hoofd. 15. Chromosomen en erfelijkheid
Hoofd. 23. Microevolutie
Hoofd. 47. Immuunsysteem
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Instituut voor Life Science & Technology