Vak: Afstudeerstage Beroepsproduct credits: 21

Vakcode
BVVH19AFPROD
Naam
Afstudeerstage Beroepsproduct
Studiejaar
2020-2021
ECTS credits
21
Taal
Nederlands
Coördinator
G.A. ter Haar
Werkvormen
  • Afstudeeropdracht
Toetsen
  • beroepsproduct - Opdracht

Leeruitkomsten

Landelijke competentie - Initiëren en sturen
Eindkwalificaties BE-opleiding Groningen
De student:

  1. vertaalt maatschappelijke vraagstukken, in relatie tot de inrichting en het gebruik van onze leefomgeving, naar concrete sociaal-ruimtelijke of technisch-constructieve praktijkopgaven en verantwoordt deze, gebruikmakend van de vijf pijlers van de opleiding en vakinhoudelijke kennis/inzichten
  2. overziet uitgangspunten en randvoorwaarden van de praktijkopgave en koppelt deze aan major specifieke, beroepsproducten en (ontwerp)processen om die te realiseren; concretiseert deze in een uitvoerbare projectdefinitie
Leeruitkomsten fase 2
De student:
  • geeft inzicht in bedrijf/organisatie, de concrete werksituatie en werkzaamheden en benoemt hoe deze werkervaring bijdraagt aan de eigen professionele ontwikkeling en aansluit op het plan van aanpak
  • verantwoordt het totstandkomingproces van beroepsproduct(en), mede op basis van de inhoudelijke en organisatorische keuzes in het afstudeervoorstel
Landelijke competentie - Ontwerpen
Eindkwalificaties BE-opleiding Groningen
De student:
  1. doorgrondt ruimtelijke of bouwtechnische / constructieve (deel)opgaven e/o programma van eisen door analyse en onderzoek en baseert daarop uitgangspunten en criteria voor ontwerp of interventies
  2. ontwikkelt (deel)oplossingen en alternatieven/varianten:
  • op basis van doelen en prestatie-eisen;
  • door exploratie van mogelijkheden;
  • met toepassing van relevante kennis en (theoretische) inzichten;
  • met inzet van adequate ontwerp- of ontwikkelmethoden;
  • en onderbouwt en verantwoordt daarbij gemaakte keuzes
  1. integreert (deel)oplossingen tot een samenhangend en consistent ontwerp (plan, model, advies, ruimtelijk of technisch ontwerp) dat voldoet aan gestelde kaders voor kwaliteit, (budget) tijd en aan eisen van duurzaamheid, adaptiviteit en wederkerigheid.
Leeruitkomsten fase 2
De student:
  • overziet het ontwerpproces en de beroepshandelingen / werkprocessen die daarvoor nodig zijn, hanteert een integrale en systematische denk- en werkwijze
  • doorgrondt (het programma van) eisen en wensen en vertaalt deze naar doelen, uitgangspunten e/o gebruikerscriteria
  • verkent en onderzoekt specificaties, verschillende oplossingen/varianten, weegt deze af en onderbouwt keuzes, toetst uitkomsten aan uitgangspunten, eisen en gestelde eisen
  • integreert eisen, wensen (formeel en informeel) en mogeijkheden in (deel)oplossingen en (deel)ontwerpen, rekening houdend met eisen en gestelde kaders
Landelijke competentie - Specificeren
Eindkwalificaties BE-opleiding Groningen
De student:
  1. werkt een ruimtelijk, bouwtechnisch of infrastructureel (deel)ontwerp (DO) uit naar specifieke detaillering, beschrijving, berekening en/of onderbouwing - ten behoeve van de realisatie- / implementatiefase, op een wijze die recht doet aan:
  • ontwerpuitgangspunten, samenhang van geheel en detail en (beroepspecifieke) kwaliteitseisen;
  • ambities, randvoorwaarden, budget, realiseringsprocessen en haalbaarheden.
Leeruitkomsten fase 2
De student:
  • analyseert de beschikbare informatie (DO) en beoordeelt deze op bruikbaarheid en volledigheid en overlegt waar nodig met (externe) specialisten
  • vertaalt (detail)berekeningen, (detail)tekeningen en onderbouwingen van definitief ontwerp naar technische uitwerkingen, implementatiedocumenten en/of relevante vergunnings-, aanbesteding- en contractdocumenten en kan keuzes daarin verantwoorden
  • adviseert in, c.q. organiseert en begeleidt het proces van contractvorming
Landelijke competentie - Monitoren, toetsen en beoordelen
Eindkwalificaties BE-opleiding Groningen
De student:
  1. bewaakt, toetst en beoordeelt de voortgang (proces) en de projectresultaten, op relevante aspecten (zoals kwaliteit, [maatschappelijk] draagvlak, effecten, risico’s, rollen, belangen en implementatiemogelijkheden, rekening houdend met formele en informele factoren) en onderbouwt de daaraan ontleende constateringen en conclusies.
  2. optimaliseert en/of innoveert, n.a.v. onderbouwde constateringen of conclusies, het onderhanden project, c.q. ontwerp-, productie- of uitvoeringsproces - door het aanbrengen van aanpassingen, verbeteringen of vernieuwingen en beoordeelt de effectiviteit.
Leeruitkomsten fase 2
De student:
  • zet (deel)projecten en -processen op of werkt daaraan mee, heeft oog voor relevante actoren e/o factoren en hanteert passende methoden en strategieën voor het bereiken van doelen en/of wegnemen van risico’s
  • toont inzicht in project(verloop), volgt de voortgang van (deel)projecten en processen, gebruikt passende methoden en instrumenten, signaleert mogelijke knelpunten en negatieve factoren, onderbouwt bevindingen met gegevens en/of argumenten, doet verbetervoorstellen en/of grijpt zo nodig in
Landelijke competentie - Onderzoeken
Eindkwalificaties BE-opleiding Groningen
De student:
  1. identificeert en analyseert zelfstandig en op een gestructureerde, transparante wijze beroepsvraagstukken en beroepssituaties en toont zich daarin kritisch met betrekking tot eigen opvattingen en aannames en die van anderen.  
  2. onderbouwt keuzes/conclusies in relatie tot het realiseren van beroepsproducten op basis van bestaande kennis en inzichten uit eigen gegevensverzameling en
    verantwoordt deze kennis op passende wijze, in de zin van:
  • documenteren en toetsen van eigen observaties in de praktijkcontext
  • vermelding van gehanteerde kennisbronnen (volgens geldende richtlijnen)
  • toelichting bij gebruikte methoden en werkwijzen
Leeruitkomsten fase 2
De student:
  • analyseert beroepssituaties en praktijkopgaven op een inzichtelijke wijze
  • demonstreert een open, kritische denk- en werkhouding, gericht op willen weten en begrijpen en het leveren van kwaliteit;
  • voert relevant (deel)onderzoek uit en hanteert toegepaste onderzoeksmethoden en -technieken op correcte wijze
  • evalueert uitkomsten en  onderzoeksresultaten, maakt inzichtelijk tot welke conclusies deze leiden en verwerkt deze kritisch en aantoonbaar in argumentaties en onderbouwing
Landelijke competentie - Communiceren en samenwerken
Eindkwalificaties BE-opleiding Groningen
De student:
  1. brengt op gestructureerde en effectieve wijze informatie, ideeën en oplossingen over op een publiek dat zowel uit specialisten als niet-specialisten bestaat, doet dat in alle fasen van een project, c.q. (afstudeer)traject en
    kiest daarin doordacht, doelgericht en context/omgevingsbewust voor vorm, toon en (beeld)taal voor de communicatie.
  2. werkt productief samen met anderen - zowel participerend als sturend/leidinggevend - in werkomgevingen met een multicultureel, internationaal en/of multidisciplinair karakter.
Leeruitkomsten fase 2
De student:
  • communiceert adequaat, zowel intern (directe collega’s, medestudenten en begeleiders, etc.) als extern (adviseurs, projectleden etc.)
  • presenteert tussen- en eindresultaten (gesproken en in beeld/tekst) op een wijze die voldoet aan professionele eisen m.b.t. taal, vorm en presentatie
  • werkt professioneel samen door anderen te informeren, feedback te geven, te ontvangen en vragen en houdt zich aan samenwerkingsafspraken
  • toont besef van eigen rol en verantwoordelijkheden en inzicht in de directe werkomgeving, het werkveld en de daarin te onderscheiden beroepsrollen
Landelijke competentie - Managen en innoveren
Eindkwalificaties BE-opleiding Groningen
De student:
  1. voert zelfstandig taken van een beginnende beroepsbeoefenaar uit, door de eigen werkzaamheden te structuren, planmatig en binnen de gestelde termijn op te leveren of zo nodig tijdig bij te sturen
  2. past aanwezige kennis, vaardigheden en inzichten toe in uiteenlopende beroepssituaties en toont daarin een professionele en authentieke benadering van werk of beroep en inzicht in (de rollen in) het werkveld
  3. reflecteert op het totstandkomingproces, op de kwaliteit van producten en op de eigen ontwikkeling als professional en als persoon, c.q. innovatie van de discipline en het beroep
Leeruitkomsten fase 2
De student:
  • demonstreert een zelfsturende en reflectieve werkwijze en -houding tijdens de werkervaringsperiode,
    stelt zich pro-actief op, neemt iniatief
  • demonstreert professioneel vakmanschap en kennis van zaken in de toepassing van (major eigen) vakkennis, methoden, vaardigheden en inzichten, zowel in beroepssituaties als bij werkzaamheden en resultaten 
  • reflecteert op het eigen (beroepsmatig) handelen, gericht op persoonlijke ontwikkeling en professionalisering van de eigen beroepsbeoefening
  • reflecteert op het eigen (beroepsmatig) handelen gericht op de innovatie van discipline en beroep;

Inhoud

Fase II Afstudeerstage (deel beroepsproduct = 21 EC)
Na goedkeuring van het plan van aanpak spelen de volgende 28 weken zich vooral af bij het zelfgekozen bedrijf of organisatie in een relevante beroepspraktijk. Dat kan zijn in de regio, in Nederland of daarbuiten.
De opleiding noemt dit een 'afstudeerstage' omdat studenten in het eerste deel (fase II.a) voornamelijk meedraaien in de diverse werkprocessen en activiteiten van het bedrijf en daardoor de nodige werkervaring opdoen. In die context werken ze in het tweede deel van de afstudeerstage (fase II.b) daarnaast ook zelfstandig aan, in overleg met het bedrijf en de opleiding bepaalde, professionele beroepsproducten. De wijze waarop deze beide delen zich tijdens de afstudeerstage tot elkaar verhouden kan per student verschillen. In het plan van aanpak afstudeerstage heeft de student dat voor zichzelf nader uitgewerkt, en daarover overlegt en afspraken gemaakt met de werk-/opdrachtgever. 
De uitkomsten van beide trajecten gebruikt de student aan het einde van het studiejaar om te kunnen aantonen dat hij/zij op het vereiste professionele niveau functioneert én voldoet aan de eindkwalificaties van de opleiding (zie 3.b). Daartoe documenteert de student, tijdens de afstudeerstage, het eigen leer- en ontwikkelingsproces nauwgezet. De student houdt daarvoor een (werk)portfolio bij, waarin ‘bewijsstukken’ komen van verrichte activiteiten, relevante ervaringen en inzichten, afgeleverde producten en tussentijdse reflecties daarop. Al dit materiaal is nodig om na afloop van de afstudeerstage, d.w.z. in fase drie, het proces van professionele ontwikkeling, en de uitkomsten ervan, zichtbaar te kunnen maken.
Bij het bepalen van relevante activiteiten, werkzaamheden en op te leveren (beroeps)producten vormen de eerdergenoemde eindkwalificaties en leeruitkomsten voor student (en werk-/opdrachtgever) een kompas en referentiekader.
 
Hoewel de student tijdens de afstudeerstage voornamelijk bij het bedrijf werkzaam is, keert hij/zij met enige regelmaat terug naar de opleiding voor zogenaamde reviewbijeenkomsten met medestudenten onder leiding van een afstudeerbegeleider. Deze bijeenkomsten zijn eens in de drie à vier weken.

Afstudeerstage: beoordeling deel beroepsproduct (21 EC):
Doel: vaststellen of de student, met de beroepsproducten en professionele handelingen, kan aantonen dat de leeruitkomsten van de afstudeerstage in voldoende mate zijn behaald;
beoordeling – door de afstudeerdocent en de praktijkbegeleider (als adviseur) - van een (werk)portfolio en presentatie, met een documentatie en toelichting op de beroepsproducten en professionele handelingen, a.d.h.v. het voor dit onderdeel geldende beoordelingsformulier en de verantwoording daarvan door de student;
Beoodelingswijze: 
  • de student presenteert (de totstandkoming van) het beroepsproduct en beantwoordt (kritische) vragen daarover van praktijkbegeleider en afstudeerdocent in het aansluitende gesprek.
  • De praktijkbegeleider vult zelfstandig het beoordelingsformulier in. De afstudeerdocent neemt dit oordeel als advies mee in de eigen beoordeling en geeft aan of en hoe dit in het eindoordeel is meegenomen. Beide beoordelingsformulieren worden opgenomen in OnStage
  • Als onderdeel van de beoordeling wordt tevens vastgesteld of de student het commentaar n.a.v. de beoordeling werkervaring adequaat heeft verwerkt.