Vak: Stage en projecten credits: 4

• Toont in zijn didactisch handelen adequate kennis van (vak)didactiek, psychologie, pedagogiek en onderwijskunde (2.1)
• Creëert eigentijdse leeromgevingen vanuit een coherente didactische visie die in het  perspectief van de ontwikkeling van de lerenden betekenisvol zijn (2.2)
• Signaleert, benoemt en begeleidt de individuele talenten en mogelijkheden van lerenden en stimuleert hun doorgaande ontwikkeling (2.4)
• Toetst de ontwikkeling en voortgang van de lerenden en beoordeelt de resultaten op  verantwoorde wijze (2.5)
• Zet zijn kennis en vaardigheden met betrekking tot kunsteducatie in omwille van de ontwikkeling van discipline-overstijgende leerprocessen en –gebieden (2.6)
• Creëert een veilig klimaat waarin op een coöperatieve en constructieve manier wordt gecommuniceerd en samengewerkt (3.3)
• Levert een actieve, constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en samenwerken binnen en buiten het onderwijs (3.4)
• Reflecteert doelbewust en/of systematisch op zijn ontwikkeling  als professional en maakt daarbij gericht gebruik van verschillende vormen van feedback (5.1)

• De student beschrijft zijn/haar stage activiteiten op een heldere en navolgbare wijze.
• De student gebruikt feedback van de stagedocent en de lerenden om zich verder te ontwikkelen.
• De student ontwikkelt culturele zelfkennis van zichzelf en de ander en herkent dit in stage-situaties
• De student ontwikkelt zijn beroepsvisie op basis van de eigen stage ervaringen.
• De student ontwerpt een lessencyclus met de intentie dat deze voor de lerende als betekenisvol  wordt ervaren.
• De student creëert een onderwijsleeromgeving die de lerenden in staat stellen zich te ontwikkelen op beeldend .
• De student toont in het lesmateriaal discipline overstijgende kennis.
• De student heeft het werk van de lerenden beoordeeld op een verantwoorde wijze.

• De student heeft op een actieve manier een bijdrage geleverd aan de intervisiegesprekken.
• De student is er in geslaagd om goed te luisteren naar medestudenten en goed samen te vatten en door te vragen.
• De student gaat respectvol om met de verschillende verantwoordelijkheden en belangen tijdens intervisie met medestudenten.
• De student ontwikkelt zelfkennis en kan zich inleven in de standpunten van anderen.

Presentatie

• De student heeft de beginsituatie helder neergezet met alleen relevante informatie.
• De student heeft helder geformuleerd wat de (onderzoeks) vragen zijn binnen de stage-instelling.
• De student kan zijn/haar oplossingen, helder en inzichtelijk presenteren.