Vak: Analoge Elektronica 2 credits: 5

Aan het eind van dit vak is de student in staat:  

• de eigenschappen van wisselstroomgolfvormen te gebruiken en de effectieve en gemiddelde waarden van verschillende golfvormen te berekenen;  

• energie en vermogen te berekenen in netwerken met sinusvormige stroom- en spanningsbronnen;  

• de eigenschappen van een condensator toe te passen en karakteristieke grootheden zoals spanning en stroom in elektrische netwerken te berekenen;  

• de elektrische karakteristieken van verschillende soorten diodes (bijv. ideaal, Zener, LED, Shotky) te verklaren en bijbehorende grafieken te gebruiken voor berekeningen in praktische toepassingen;  

• de karakteristieken en eigenschappen van transistoren toe te passen in elektrische netwerken;  

• het verschil tussen actieve en passieve elektronische componenten uit te leggen en voorbeelden van elk te noemen;   

• de parameters van de niet-ideale operationele versterker te beschrijven en de effecten ervan toe te passen in praktische situaties.  

• een schakeling te ontwerpen, te simuleren, te bouwen en te testen op een PCB;  

• de onderliggende basisprincipes van motoren en generatoren uit te leggen   

• de wet van behoud van vermogen toe te passen om spanningen en stromen in een transformatorschakeling te berekenen;   

• een wisselstroomanalyse van elektrische (RLC-)netwerken uit te voeren;   

• de overdrachtsfuncties van RC-, RL- en RLC-netwerken te beschrijven en te berekenen;   

• decibels te gebruiken in berekeningen in wisselstroomschakelingen;   

• R, L and C te selecteren voor hoog- en laagdoorlaatfilters en de keuze te motiveren;   

• Bodediagrammen te tekenen en te gebruiken om het gedrag van filters en resonantieschakelingen te verklaren;   

• parameters (resonantie, Q-factor) van resonantieschakelingen te selecteren en te berekenen.