EVL 1 Energieopwekking en - distributie | De student toont vanuit de energieketen, bestaande uit bron, energieopwekking, transport, distributie en verbruik c.q. buffering de verschillende energie-omzettingen aan (zowel grootschalig als kleinschalig) en geeft de technische (on)mogelijkheden. |
De toetsen waarmee deze EVL wordt getoetst | |
| |
De leeruitkomsten behorende tot deze EVL die in deze toetsmethode worden getoetst | De student bepaalt de capaciteit en de samenstelling van een verbrandingsproces door gebruik te maken van warmtesystemen, vermogen, stroming en systeemveiligheid. |
| |
| |
Indicatoren / beoordelingscriteria | De student heeft kennis van warmteoverdrachtprocessen, warmteoverdrachtberekeningen, optredende stromings- en restverliezen en heeft kennis van verschillende toegepaste stoomturbinetypen.
De student heeft inzicht in warmtewisselaars die in de techniek toegepast worden.
De student heeft inzicht in het proces van de circulatie in stoomketelinstallaties.
De student heeft inzicht in het regelen van geleverd vermogen door een stoomturbine-installatie.
De student heeft inzicht in het optreden van thermische spanningen.
De student heeft inzicht in het verbruik van levensduur van vitale installatieonderdelen. |
Minimaal oordeel deeltentamen | |
|
| Energieopwekking en -distributie |
De toetsen waarmee deze EVL wordt getoetst | 3 Toegepaste Thermodynamica |
| |
De leeruitkomst behorende tot deze EVL die in deze toetsmethode worden getoetst | De student legt, met gebruik van de belangrijkste thermodynamische beginselen en berekeningen van verbrandingsprocessen, de werking en lay-out van energie- en verbrandingsprocessen uit en gebruikt dit om onderbouwde voorstellen te geven ten aanzien van rendementsverbetering in installaties. |
| |
| |
Indicatoren / Beoordelingscriteria:
| De student kan uitleggen voor welke doelen gecombineerde installaties worden gebruikt en kan aantonen welke voordelen een gecombineerd proces heeft.
De student kan uitleggen wat een STEG-eenheid is en uit welke onderdelen deze bestaat.
De student kan de begrippen 'exergie' en 'anergie' uitleggen en berekeningen maken aan deze vormen van energie binnen een WKI- en een STEG-eenheid.
De student kan een T-s-diagram aflezen en uitleggen hoe dit werkt.
De student kan het thermisch rendement van een gecombineerde installatie bespreken en berekenen.
De student kan eenvoudige verbrandingsprocessen doorrekenen. |
| |
|
| Energieopwekking en –distributie |
De toetsen waarmee deze EVL wordt getoetst | 1 Duurzame Energietechniek |
| |
De leeruitkomst behorende tot deze EVL die in deze toetsmethode worden getoetst | De student geeft uitleg over de diverse duurzame energiebronnen voor wat betreft de mogelijk- en onmogelijkheden van deze bronnen op het gebied van opwekking, distributie en het consumeren van deze energievormen. |
| |
| |
Indicatoren / Beoordelingscriteria:
| De student berekent (onderdelen) van een energienet en in het bijzonder het elektriciteitsnet, waarbij er een koppeling wordt gemaakt met zowel decentrale als centrale, duurzame en niet-duurzame energiebronnen.
De student benoemt het onderscheid tussen duurzame energie en niet-duurzame energie.
De student benoemt de diverse duurzame energiebronnen en geeft uitleg over de (on)mogelijkheden van deze bronnen als het gaat om opwekking, distributie en het consumeren van energievormen. |
| |