EVL 2 Assessment Energietransitie: | De student legt in een projectmatige omgeving vanuit de Trias Energetica verbanden tussen de (on)mogelijkheden van energieomzettingen en wensen vanuit de buitenwereld zoals wetgeving, milieu-eisen en kosten en geeft technische oplossingen (gefaseerd in tijd, geld en kwaliteit) om fossiele energie te vervangen door duurzame energie. |
De leeruitkomsten behorende tot deze EVL die in deze toetsmethode worden getoetst | De student reflecteert tijdens, en na de uitvoering van het project op de gevolgen van de projectuitvoering en de eigen rol in het project. De student legt vanuit de Trias Energetica verbanden tussen de (on)mogelijkheden van energieomzettingen en wensen vanuit de buitenwereld zoals wetgeving, milieu-eisen en kosten en presenteert onderbouwde technische oplossingen om fossiele energie te vervangen door duurzame energie.
De student presenteert, met een publiekgerichte houding, zodanig dat de inhoud overtuigend overkomt, met een heldere structuur en een goed gebruik van (digitale) presentatiemiddelen.
|
Indicatoren / beoordelingscriteria | De student reflecteert tijdens, en na de uitvoering van het project op de gevolgen van de projectuitvoering en de eigen rol in het project. voor: - de businesscase, projectdoelen & de projectresultaten - de kaders en randvoorwaarden, de omgeving met de stakeholders en belangen, de noodzakelijke deskundigheid en resources en de risico’s - de GOKIT factoren: Geld, Organisatie, Kwaliteit, Informatie en Tijd.
De inhoudelijke kennis van de energieomzetting binnen het gekozen object De inhoudelijke onderbouwing van het advies dat in het project is gegeven betreft zowel de energieomzetting als de eisen vanuit de omgeving van het object.
Criteria presenteren:
Inhoud: Kaders en context (aanleiding) Probleem- en doelstelling Beschrijving werkwijze/aanpak Resultaten Conclusies en aanbevelingen
Opbouw Inleiding, kern, conclusies en aanbevelingen Getoond presentatiemateriaal Inhoud (hoofdzaken) Lay-out (duidelijkheid/ verzorging)
Presentatievaardigheid Voorbereiding (inclusief hulpmiddelen) Spreekvaardigheid (tempo, volume, uitspraak en dynamiek) Houding, enthousiasme en commitment Contact met het publiek Verdediging en verantwoording: Kennis en deskundigheid Beantwoorden van vragen Geven van toelichting.
|