Vak: Project Internet of Things II credits: 5
- Vakcode
- ITVP20IOT2
- Naam
- Project Internet of Things II
- Studiejaar
- 2020-2021
- ECTS credits
- 5
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- J.F. van der Lee
- Werkvormen
-
- Projectonderwijs
- Werkcollege
- Toetsen
-
- Opdrachten Project II - Overige toetsing
- Participatie Workshops Project II - Overige toetsing
- Workshop POP - Overige toetsing
Leeruitkomsten
De student kan:
- In een team samenwerken, presenteren (sprint demo's) en reflecteren (sprint retrospectives) (professional skills);
- Functionele en niet-functionele behoeften en eisen inventariseren en definiëren (gebruikersinteractie);
- Gebruikersbehoeften vertalen naar gebruikersinteractie (gebruikersinteractie).
- Een project uitvoeren gebaseerd op de Scrum methodiek (professional skills)
- Professioneel omgaan met projectstakeholders (professional skills)
- Een organisatieproces, gegevensstroom en databehoefte analyseren en beschrijven aan de hand van een standaard methodiek (organisatieprocessen)
- Een organisatieproces en gegevensstromen (her-) ontwerpen en vastleggen aan de hand van een standaard methodiek (organisatieprocessen).
- Een eenvoudige infrastructuur inrichten, testen en beschikbaar stellen (infrastructuur);
- Een eenvoudig softwaresysteem –voorzien van sensoren en actuatoren - ontwerpen, bouwen, testen en beschikbaar (software en hardware-interfacing).
Inhoud
De duur van het propedeuse-project is een semester (P3 en P4). Dit is de tweede helft (P4). Hierbij ligt het accent op de implementatie en het testen in sprints conform de Scrum-methodiek.
De (externe) opdrachtgever formuleert een business-probleem. Het ontwikkel-team moet hiervoor een IoT-applicatie ontwikkelen die een bijdrage kan leveren aan de oplossing van dit probleem.
De productontwikkeling is conform het Scrum-framework. Hierbij kan worden gevraagd om documentatie, denk aan een probleemanalyse en een beschrijving van de oplossing (visie), requirements-definitie, een context diagram of een beschrijving van de architectuur (logisch en fysiek).
De IoT-applicatie zal tenminste bestaan uit de volgende componenten: een microcontroller (SoC), één of meer sensoren, een draadloze verbinding, een webserver, centrale data-collectie (database) en een vorm van data-visualisatie.
De (externe) opdrachtgever formuleert een business-probleem. Het ontwikkel-team moet hiervoor een IoT-applicatie ontwikkelen die een bijdrage kan leveren aan de oplossing van dit probleem.
De productontwikkeling is conform het Scrum-framework. Hierbij kan worden gevraagd om documentatie, denk aan een probleemanalyse en een beschrijving van de oplossing (visie), requirements-definitie, een context diagram of een beschrijving van de architectuur (logisch en fysiek).
De IoT-applicatie zal tenminste bestaan uit de volgende componenten: een microcontroller (SoC), één of meer sensoren, een draadloze verbinding, een webserver, centrale data-collectie (database) en een vorm van data-visualisatie.
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Instituut voor Communicatie, Media & IT