Vak: Webtechnologie credits: 5
- Vakcode
- ITVP20WEB
- Naam
- Webtechnologie
- Studiejaar
- 2020-2021
- ECTS credits
- 5
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- J.F. van der Lee
- Werkvormen
-
- Practicum / Training
- Toetsen
-
- Opdrachten Schriftelijke Vaardigheden - Overige toetsing
- Opdrachten Webtechnologie - Overige toetsing
- Tentamen Startvaardigheden Nederlands - Schriftelijk, organisatie tentamenbureau
Leeruitkomsten
Voor het onderdeel Webtechnologie gelden de volgende leeruitkomsten:
Voor het onderdeel Schriftelijke Vaardigheden gelden de volgende leeruitkomsten:
- De student beschrijft de rol van HCI in het software-ontwikkelproces [GbAn1]
- De student beschrijft bedrijfsregels waar de applicatie aan moet voldoen [GbAn1]
- De student ontwerpt een simpel prototype voor een webapplicatie op basis van geschikte persona’s [GbOn1]
- De student maakt statische HTML-pagina’s op basis van semantische HTML en CSS [GbRe1]
- De student maakt simpele responsive pagina’s met CSS media query’s [GbRe1]
- De student beschrijft de drielaags-webarchitectuur en benoemt de positie van browser, webserver en databaseserver hierin [InAn1]
- De student bouwt een simpele webapplicatie op basis van een gegeven Python Flask applicatie [SwRe1]
- De student maakt serverside-HTML-pagina’s met behulp van Python Jinja-templates [GbRe1]
- De student spreekt een Firebird-database aan met behulp van Python Database API [SwRe1]
- De student houd bij de realisatie rekening met beveiligingsvraagstukken (zoals cross-site scripting en SQL-injecties, prepared statements) en gebruikt escaping en HTML-sanitizing op basis van standaardbibliotheken.
Voor het onderdeel Schriftelijke Vaardigheden gelden de volgende leeruitkomsten:
- De student kent de juiste spelling- en formuleringsregels Nederlands en past deze toe.
- De student hanteert de basisvaardigheden van de algemene rapportagetechnieken.
- De student schrijft verschillende typen zakelijke teksten conform de regels op het gebied van lezergericht schrijven, structuur en taal.
- De student schrijft als eindopdracht een correcte inleiding voor een zakelijk ICT-rapport op basis van een casus uit het vak Webtechnologie.
- De student levert een goed gestructureerd portfolio op, op basis van de weekopdrachten en de eindopdracht.
Inhoud
Centraal in het onderdeel Webtechnologie staat het ontwerpen en bouwen van en eenvoudige webapplicatie op basis van Python en Flask. Er wordt gewerkt met html en css, waarbij de responsiveness van de website wordt gewaarborgd door gebruik te maken van media queries. Ook wordt er uitgebreid ingegaan op de tooling die diverse browsers bieden om dergelijke applicaties te realiseren en te profileren.
Voor de applicatie wordt een flask-api beschikbaar gesteld waarmee studenten de webapplicatie kunnen aansluiten op de achterliggende Firebird-database. Op basis van de casus, wordt toegelicht hoe internet als een applicatie-protocol kan worden ingezet. In dit project wordt de bedrijfslogica een de serverkant gerealiseerd, waardoor de web-kant als een ultra-dunne client dienst doet.
Tenslotte wordt er uitgebreid stilgestaan bij beveiliging, waarbij over de noodzaak hiervan als de technische realisatie aan bod komt.
Centraal in het onderdeel Schritelijke Vaardheden staan de basisvaardigheden rapporteren. De student krijgt een intensieve training in de individuele schrijfvaardigheid. Wekelijks levert de student een schrijfproduct op. Onderwerpen van de weekopdrachten zijn: spelling en formulering, het structureren van informatie, doel- en lezergericht schrijven, rapportonderdelen, het ontwikkelen van een eenvoudig rapport.
De student neemt alle gemaakte opdrachten op in een portfolio. Dit portfolio wordt beoordeeld door de docent en waar nodig van feedback voorzien.
Daarnaast maakt de student de Startvaardighedentoets Nederlands (Spelling en Formulering, niveau 3F). De eerste kans van deze toets vond plaats in periode 1, de tweede kans is in periode 3. Deze toets moet met minimaal een 5.5 worden afgesloten. Hoewel deze taaltoets in principe zelfstudie is, biedt de expertgroep Communiceren en Samenwerken in periode 3 extra taaltrainingen aan waar studenten terecht kunnen die een onvoldoende gehaald hebben op de eerste kans.
Voor de applicatie wordt een flask-api beschikbaar gesteld waarmee studenten de webapplicatie kunnen aansluiten op de achterliggende Firebird-database. Op basis van de casus, wordt toegelicht hoe internet als een applicatie-protocol kan worden ingezet. In dit project wordt de bedrijfslogica een de serverkant gerealiseerd, waardoor de web-kant als een ultra-dunne client dienst doet.
Tenslotte wordt er uitgebreid stilgestaan bij beveiliging, waarbij over de noodzaak hiervan als de technische realisatie aan bod komt.
Centraal in het onderdeel Schritelijke Vaardheden staan de basisvaardigheden rapporteren. De student krijgt een intensieve training in de individuele schrijfvaardigheid. Wekelijks levert de student een schrijfproduct op. Onderwerpen van de weekopdrachten zijn: spelling en formulering, het structureren van informatie, doel- en lezergericht schrijven, rapportonderdelen, het ontwikkelen van een eenvoudig rapport.
De student neemt alle gemaakte opdrachten op in een portfolio. Dit portfolio wordt beoordeeld door de docent en waar nodig van feedback voorzien.
Daarnaast maakt de student de Startvaardighedentoets Nederlands (Spelling en Formulering, niveau 3F). De eerste kans van deze toets vond plaats in periode 1, de tweede kans is in periode 3. Deze toets moet met minimaal een 5.5 worden afgesloten. Hoewel deze taaltoets in principe zelfstudie is, biedt de expertgroep Communiceren en Samenwerken in periode 3 extra taaltrainingen aan waar studenten terecht kunnen die een onvoldoende gehaald hebben op de eerste kans.
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Instituut voor Communicatie, Media & IT