Vak: Jurist in bestuur 2 credits: 5

In jaar 1 stond het bestuursrechtonderdeel in het teken van procederen tegen de overheid. In blok 2.1 vervul je een rol die een groot deel van de hbo-rechtenalumni ook gaat vervullen, namelijk die van jurist namens de overheid. De kennis van bestuursrecht, bestuursprocesrecht en omgevingsrecht (Jurist in Bestuur 1) pas je toe in het dossier van Jurist in Bestuur 2. Je werkt aan verschillende beroepsproducten in een omgevingsrechtelijke casus: een besluit op basis van een handhavingsverzoek en een beslissing op bezwaar. Ook werk je voor Professionele Communicatie Mondeling aan een dossier overheidscommunicatie.

Naast de juridische kennis uit Jurist in Bestuur 1, zijn de volgende onderdelen van belang voor het dossier van Jurist in Bestuur 2:

• Omgevingsrecht: het omgevingsrecht regelt de ordening en bescherming van onze leefomgeving. Tijdens de werkcolleges wordt een inleiding gegeven van het omgevingsrecht. Daarbij ligt de nadruk op de rol van het bestemmingsplan en van de omgevingsvergunning voor de activiteiten 'het bouwen van een bouwwerk' en het 'gebruik van gronden in strijd met het bestemmingsplan'.
• Professionele schriftelijke communicatie (PCS): bij de colleges PCS wordt aandacht besteed aan burgergericht communiceren vanuit schriftelijk perspectief. De beroepsproducten besluit in primo en beslissing op bezwaar staan hierbij centraal. Hoe kun je je besluit helder formuleren en goed motiveren? Hoe breng je slecht nieuws op papier? En hoe zorg je dat je boodschap zakelijk, ondubbelzinnig en toch begrijpelijk is?
• Overheidscommunicatie (PCM): bij de werkdagen overheidscommunicatie wordt aandacht besteed aan de manieren waarop de overheid verder met de burger in contact kan treden. Buitengerechtelijke geschilbeslechting is de laatste jaren in opkomst en hier word je in getraind.
• Waarheidsvinding: bij bestuursprocesrecht is de vrije-bewijsleer een onderwerp van aandacht. In dat verband wordt een werkdag waarheidsvinding aangeboden. Tijdens deze werkdag wordt aandacht besteed aan het waarderen van ‘bewijs’ en het toekennen van waarde hieraan.