Vak: Onderzoekswerkplaats credits: 5
- Vakcode
- DBVB21BPW7
- Naam
- Onderzoekswerkplaats
- Studiejaar
- 2021-2022
- ECTS credits
- 5
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- S.A.M. Maring
- Werkvormen
-
- Afstudeeropdracht
- Hoorcollege
- Toetsen
-
Leeruitkomsten
De student heeft het analyse gemaakt van de problematiek op de afstudeerlocatie.
De student heeft een voorlopige onderzoeksvraag geformuleerd.
De student geeft een voorlopige onderzoeksopzet gemaakt .
De student kan aangeven welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen (beleid /politiek/visie) van invloed zijn op de onderzoekslocatie.
De student relateert kernbegrippen uit het onderzoeksgebied aan een groter theoretisch kader.
De student geeft een beschrijving van welke actuele bronnen en best practices (van professioneel niveau) gebruikt kunnen worden.
De student heeft een voorlopige onderzoeksvraag geformuleerd.
De student geeft een voorlopige onderzoeksopzet gemaakt .
De student kan aangeven welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen (beleid /politiek/visie) van invloed zijn op de onderzoekslocatie.
De student relateert kernbegrippen uit het onderzoeksgebied aan een groter theoretisch kader.
De student geeft een beschrijving van welke actuele bronnen en best practices (van professioneel niveau) gebruikt kunnen worden.
Inhoud
Het afstuderen Beroep bestaat uit een Afstudeerproject. Het afstudeerproject wordt tijdens de Onderzoekswerkplaats inhoudelijk begeleid. Dat doen we de eerste weken vooral met de hele groep en na 8 weken in kleine sub-groepjes. In het kader van het afstuderen ga je zelf thema’s/onderwerpen zoeken. Dat doe je zelfstandig én in een levensechte situatie. Tijdens de Onderzoekswerkplaats begeleiden we je met het opzetten van je onderzoek, het uitwerken van je onderzoeksmethode (n) en het verzamelen van relevante literatuur.
Na acht weken schrijf je een paper waarin je je theoretisch kader (grotere overkoepelende cultuurbeschouwelijke/cultuurfilosofische vragen) kort schetst en je de relevante literatuur (gespecialiseerde bronnen) en bijhorende kernbegrippen bespreekt. In een bijhorende presentatie relateer je het beschreven theoretisch kader zowel aan jouw probleemsituatie als ook aan je artistieke praktijk. Daarbij staat de volgende vraag centraal: In hoeverre zijn de overkoepelende cultuurbeschouwelijke/ cultuurfilosofische vragen van belang voor jouw eigen artistieke ontwikkeling?
De bijeenkomsten zijn zowel informatief als coachend. We stimuleren het formatief handelen en geven geregeld (elkaar) feedback. Naast gezamenlijke bijeenkomsten zullen we ook af en toe individuele gesprekken voeren en je verder op weg helpen met je afstudeerproject.
Na acht weken schrijf je een paper waarin je je theoretisch kader (grotere overkoepelende cultuurbeschouwelijke/cultuurfilosofische vragen) kort schetst en je de relevante literatuur (gespecialiseerde bronnen) en bijhorende kernbegrippen bespreekt. In een bijhorende presentatie relateer je het beschreven theoretisch kader zowel aan jouw probleemsituatie als ook aan je artistieke praktijk. Daarbij staat de volgende vraag centraal: In hoeverre zijn de overkoepelende cultuurbeschouwelijke/ cultuurfilosofische vragen van belang voor jouw eigen artistieke ontwikkeling?
De bijeenkomsten zijn zowel informatief als coachend. We stimuleren het formatief handelen en geven geregeld (elkaar) feedback. Naast gezamenlijke bijeenkomsten zullen we ook af en toe individuele gesprekken voeren en je verder op weg helpen met je afstudeerproject.
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Academie Minerva