Vak: Positionering en Presentatie credits: 5

Vakcode
DBVB21PPR8
Naam
Positionering en Presentatie
Studiejaar
2021-2022
ECTS credits
5
Taal
Nederlands
Coördinator
S.A.M. Maring
Werkvormen
  • Afstudeeropdracht
Toetsen

Leeruitkomsten

Proces
•    De student maakt een eindexamenpresentatie met  besef van de specifieke omstandigheden van de tentoonstellingsplek (1.1, 1.4, 1.5, 5.1, 5.3,  5.6)
•    De begeleidingsgesprekken zijn verwerkt in de processtappen (1.4, 4.1, 5.1, 5.6
•    De student kan zijn/haar ontwikkeling toelichten (1.4, 3.2, 3.6, 4.1, 5.1, 5.6)
•    De student gebruikt het beeldprofiel in het artistieke proces en kan de keuzes daarin beargumenteren (context in Toolkit) (1.1, 1.4, 1.5, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)

 Product
•    De student is in staat om in het beeld een eigen handschrift te ontwikkelen (1.1, 5.6)
•    Het werk toont focus op de professionele beeldende kunst/vormgeving (1.1, 1.4, 1.5, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)                                                                                                                                                                          
•    De artistieke koers is zichtbaar in de presentatie (1.1, 1.4, 5.1,  5.6)
•    De student leidt zelf de evaluatie in (1.1, 1.4, 1.5, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
•    De student schrijft n.a.v. de ingevulde Toolkit Maken een thesis waarin de uitgangspunten voor het artistiek onderzoek t.b.v. het eindexamen worden geformuleerd (1.1, 1.4, 1.5, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)
•    En waarin hij/zij zich positioneert in de context van de beeldende kunst/vormgeving en de kunsteducatie (1.1, 1.4, 1.5, 3.2, 4.1, 5.1, 5.3, 5.6)

De student doet zelfstandig en in begeleiding onderzoek naar ‘artist statements’ van andere kunstenaars.
De student formuleert een eigen artist statement, en reflecteert erop voor wie en voor welke context het artist statement is bedoeld.
De student kan zelfstandig bronnen zoeken, analyseren en gebruiken als fundament voor de schriftelijke als ook mondelinge contextualisering van haar werk: hoe haar werk zich verhoudt tot wat/wie ervoor was (kunstenaars/kunstgeschiedenis), wat nu is (de hedendaagse kunst en cultuur) en hoe men naar kunst keek en kijkt (kunstbeschouwing en kunstfilosofie).
De student selecteert relevante bronnen (kunstenaars, cultuuruitingen, thematieken/discussies, etc.) die aansluiten bij het gemaakte werk.
De student gebruikt eerder verworven kunsthistorische, kunstfilosofisch en kunsteducatieve inzichten tijdens het schrijven van de thesis.
De student maakt zijn visie op de beeldende kunst of vormgeving en de kunsteducatie zichtbaar en geeft aan hoe deze positie zich verhoudt tot de culturele omgeving.
De student maakt een eindexamenpresentatie met besef van de specifieke omstandigheden van de tentoonstellingsplek.
De begeleidingsgesprekken zijn verwerkt in de processtappen.
De student kan haar ontwikkeling toelichten.
De student gebruikt het beeldprofiel in het artistieke proces en kan de keuzes daarin beargumenteren (context in Toolkit).
De artistieke koers is zichtbaar in de presentatie. 
De student leidt zelf de evaluatie in.
 

Inhoud

Positionering en presentatie borduurt voort op het onderdeel kunstgeschiedenis van semester 5 en de contextualisering van je werk in semester 6. We kijken opnieuw samen naar een specifieke vorm van contextualisering - het artist statement. Voor wie schrijf je een artist statement (doelgroep), waarvoor (context, bv. website, tentoonstelling, subsidie-/residencyaanvrag) en vanuit welk perspectief (bv. derde persoon of eerste persoon). Daarnaast doe je zelfstandig verdiepend (bronnen)onderzoek en (her)schrijf je op basis van de door jou verzamelde relevante bronnen een thesis. Deze thesis is een uitgebreide contextualisering van jouw artistieke praktijk: hoe je werk zich verhoudt tot wat ervoor was (kunstgeschiedenis), wat er nu is (de hedendaagse kunst en cultuur) en hoe men naar kunst keek en kijkt (kunstbeschouwing en kunstfilosofie). De docent begeleid je in het onderzoeksproces tijdens zowel groepsbijeenkomsten, als ook individuele gesprekken. Daarnaast ontwikkelen je een presentatievorm, waarin een relatie zichtbaar wordt tussen de gekozen vorm en de inhoud van het werk. Tevens maak jij jouw visie op de beeldende kunst of vormgeving en de kunsteducatie zichtbaar en geef je aan hoe deze positie zich verhoudt tot de culturele omgeving. Je licht in een gesprek van 20 minuten vanuit je thesis (contextualisering van je werk) het gepresenteerde werk toe aan een extern deskundige. 

Ontwikkelen van een presentatievorm, waarin een relatie zichtbaar moet worden tussen
de gekozen vorm en de inhoud van het werk. Tevens zal de kandidaat hiermee iets
zichtbaar moeten maken over zijn/haar visie op beeldende kunst of vormgeving in
relatie tot de culturele omgeving.  

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Academie Minerva