Vak: Diagnostiek en behandeling 1 credits: 5

Vakcode
ANLM21DB1
Naam
Diagnostiek en behandeling 1
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
5
Taal
Nederlands
Coördinator
C. Koree
Werkvormen
  • Gastcollege
  • Hoorcollege
  • Onderwijs
  • Practicum / Training
  • Simulatie
  • Werkcollege
  • Zelfstudie
Toetsen
  • Multiple choice toets - Computer, organisatie ToetsCentrum

Leeruitkomsten

Leeruitkomsten

Deze module richt zich op de drie leeruitkomsten van de leerlijn Diagnostiek & Behandeling, uitgewerkt in enkele indicatoren. Een aantal van de indicatoren wordt getoetst met een kennistoets aan het einde van de module.
De volgende leeruitkomsten en indicatoren staan centraal:
 

  1. Behandelrelatie
De verpleegkundig specialist bouwt in een gesimuleerde setting een gelijkwaardige behandelrelatie op met zorgvragers en hun naasten op basis van samenwerking en vertrouwen en rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden.

Indicatoren:
  • De verpleegkundig specialist demonstreert gespreksmethoden/technieken/modellen (onder andere anamnesegesprek, beleidsgesprek, motiverende gespreksvoering, gezamenlijke besluitvorming, slechtnieuwsgesprek, levenseindegesprek, presentietheorie), gebaseerd op relevante communicatietheorieën en passend bij de situatie van de zorgvrager (psychische en lichamelijke gezondheid, culturele achtergronden, verschillende levensfasen, waarden en normen, geletterdheid).
  • De verpleegkundig specialist demonstreert met een toenemende complexiteit affectieve (onder andere congruentie, echtheid, acceptatie, betrouwbaarheid) en instrumentele gedragingen (onder andere sign posting, paragraferen, samenvatten, etc.).
 
  1. Diagnostiek
De verpleegkundig specialist stelt in een gesimuleerde setting verpleegkundige en medische diagnoses vast door in een continu en cyclisch proces gegevens over gezondheid en ziekte te verzamelen, te analyseren en te combineren.

Indicatoren:
  • De verpleegkundig specialist reproduceert en hanteert de principes uit de anatomie, fysiologie, psychologie, pathologie, psychopathologie en farmacologie.
  • De verpleegkundig specialist demonstreert het verzamelen van gegevens door het afnemen van een anamnese, het uitvoeren van lichamelijk en/of psychiatrisch onderzoek en het aanvragen van aanvullend onderzoek.
  • De verpleegkundig specialist formuleert, door klinisch te redeneren verpleegkundige en medische diagnoses, gebruik makend van classificaties (onder andere ICD-10, ICF, DSM, NANDA, NOC, NIC, Omaha, ICPC).
  • De verpleegkundig specialist signaleert gezondheidsrisico’s op basis van de bevindingen van anamnese, lichamelijk en/of psychiatrisch onderzoek en aanvullend onderzoek, en het bepalen van de aard van de ziekte/aandoening, daarbij rekening houdend met comorbiditeit.
  • De verpleegkundig specialist legt uit welke complicaties er op kunnen treden bij de verschillende lichamelijke en/of psychiatrische ziektebeelden.
 
  1. Behandeling
De verpleegkundig specialist stelt in een gesimuleerde setting een behandelvoorstel op, op basis van de principes van evidence based practice waarin therapeutische, preventieve, symptomatische en palliatieve interventies worden geïndiceerd en vervolgens uitgevoerd en gedelegeerd.

Indicatoren:
  • De verpleegkundig specialist reproduceert en hanteert de principes uit de anatomie, fysiologie, psychologie, pathologie, psychopathologie en farmacologie.
  • De verpleegkundig specialist formuleert een behandelvoorstel waarbij gebruik wordt gemaakt van kennis over zowel medische als curatieve, preventieve, symptomatische en palliatieve behandelingen en rekening wordt gehouden met zelfmanagement, empowerment, autonomie en leefstijl.
  • De verpleegkundig specialist formuleert een geïntegreerd verpleegkundig en medisch behandelvoorstel, rekening houdend met de belangrijkste patiëntfactoren, zoal comorbiditeit (zoals fysiologische processen en medicatiegebruik), passend bij de wensen van de zorgvrager en diens naasten.
  • De verpleegkundig specialist evalueert in samenspraak met de zorgvrager de behandeling en stelt deze waar nodig bij, met aandacht voor de complicaties van de behandeling en de therapietrouw van de zorgvrager.
  • De verpleegkundig specialist herkent de grenzen van de eigen deskundigheid en verwijst zo nodig naar een andere discipline.
  • De verpleegkundig specialist past waar mogelijk de principes van eHealth en zorgtechnologie toe, bij het formuleren van een behandelvoorstel.

Inhoud

Inhoud
Door het volgen van deze module ontwikkelt en verbetert de vios competenties rondom diagnostiek en behandeling. Deze competenties kunnen ingezet worden in het behandelproces van de patiënt. Met het volgens van deze module worden competenties over het diagnostisch en klinisch redeneren binnen het medische en verpleegkundige domein op het gebied van de thorax en het hartvaatstelsel hiermee ontwikkeld.

De vios krijgt in de subleerlijn diagnostiek in deze module onderwijs over verpleegkundige en medische anamnese in de vorm van de ALECOBO, de speciële anamnese, de algemene anamnese, de tractusanamnese en het lichamelijk onderzoek van de thorax en het hartvaatstelsel. In de subleerlijn behandelrelatie wordt er in deze module getraind in medische consultvoering. Fase staan 1-3 centraal (contact leggen, de hulpvraag; vraagverheldering en verkenning van de hoofdklacht en uitgebreide anamnese). In de subleerlijn behandeling wordt er in deze module kennis opgedaan over farmacokinetiek, farmacodynamiek en farmacotherapie. Ook komen onderwerpen als zelfmanagement en e-health aan bod. De vios leert om een geïntegreerd medisch verpleegkundig behandelplan te maken, gericht op de thorax en het hartvaatstelsel.

De module wordt afgesloten met een kennistoets.

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Academie voor Verpleegkunde