Vak: Stage credits: 28

Vakcode
BOVH19RSTAGE
Naam
Stage
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
28
Taal
Nederlands
Coördinator
P.M. Dammers
Werkvormen
  • Stage, werk
Toetsen
  • Stageopdracht - Overige toetsing

Leeruitkomsten

Tijdens de stageperiode zal de student zijn of haar kennis, vaardigheden and competenties die nodig zijn voor de professionele werkomgeving verder ontwikkelen.

De competenties die door de student moeten worden beheerst zijn:
  1. Onderzoeken (O; 3); de student vertaalt een probleem naar een onderzoeksstrategie en voert het onderzoek uit.
  2. Experimenteren (E; 3); de student voert experimenten uit binnen het domein zodat ook in spoedeisende situaties aantoonbaar betrouwbare resultaten worden verkregen.
  3. Beheren (B; 1); de student ontwikkelt, implementeert en onderhoudt in het domein een (data)beheerssysteem of onderdelen daarvan, zodat het systeem voldoet aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving, kwaliteitsnormen en de normen en waarden van de organisatie.
  4. Instrueren (I; 1); de student instrueert en begeleidt medewerkers en klanten bij het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden binnen het domein.
  5. Adviseren (A; 1); de student geeft onderbouwde adviezen over het ontwerpen, verbeteren of toepassen van producten, processen en methoden en brengt renderende transacties tot stand met goederen of diensten binnen het domein.
  6. Leidinggeven (L; 1); de student geeft assistentie en richting aan medewerkers wanneer daar om wordt gevraagd.
  7. Zelfsturing (Z; 2); de student stuurt zichzelf in zijn functioneren en in zijn ontwikkeling en zorgt dat hij qua kennis en vaardigheden op de hoogte is van de nieuwste ontwikkelingen ook in relatie tot ethische dilemma’s en maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden.

De bovenstaande competenties kennen verschillende niveaus, die met de volgende trefwoorden als maat voor het gedrag beschreven kunnen worden:
Niveau 1: uitvoeren, in opdracht van
Niveau 2: oplossen, analyseren
Niveau 3: integreren, ontwikkelen, transfer van kennis en vaardigheden
(toepassing van kennis en vaardigheden in nieuwe situaties)
Niveau 4: kennis genereren
Voor elke competentie is het niveau aangegeven waar op dat moment aan voldaan moet worden.

De 7 competenties worden vertaald in de volgende algemene stagedoelstellingen:
  • inzicht verwerven in het onderzoeksontwerp, alsmede de ontwikkeling en de uitvoering van het onderzoeksproject;
  • het zelfstandig kunnen selecteren van wetenschappelijke literatuur en vaardigheden ontwikkelen voor het verwerken van onderzoeksdata;
  • aantonen van (Engelse) communicatievaardigheden in zowel mondelinge als schriftelijke vorm;
  • het plannen en verantwoordelijk uitvoeren van experimenten en het nauwkeurig analyseren van de onderzoeksdata;
  • de voortgang en de resultaten documenteren in overeenstemming met laboratoriumnormen;
  • de experimentele resultaten presenteren tijdens (laboratorium)bijeenkomsten;
  • werkervaring en inzicht verkrijgen in de breedte en diversiteit van biologisch (biomedisch) laboratoriumonderzoek;

Taken/deliverables die behoren bij de stageperiode zijn: verrichten van wetenschappelijk literatuuronderzoek; dagelijkse planning en uitvoering van experimenten onder toezicht van een onderzoeksmedewerker; experimentele procedures uitvoeren; gedetailleerde en nauwkeurige registratie bijhouden van experimentele procedures en uitkomsten met behulp van een (elektronisch) laboratoriumsysteem, uitvoeren van nauwkeurige analyses en interpretatie van experimentele resultaten; zorgen voor regelmatige rapportage en bespreking van experimentele resultaten als ze zich voordoen; deelnemen aan vergaderingen van onderzoeksteams en andere presentaties. De stageperiode van 20 weken zijn als volgt opgebouwd: week 1-2, introductie en literatuuronderzoek; week 2-18, technische training en laboratoriumonderzoek; week 17-20, voorbereiding van mondelinge en schriftelijke (rapport / poster) presentatie van het onderzoek.

Inhoud

Om de student voor te bereiden op de beroepspraktijk kent de opleiding een stageperiode. Het doel van deze stageperiode is om de student voor te bereiden op de professionele omgeving. De nadruk van de stage ligt op het leren functioneren binnen een bedrijf of (onderzoeks)organisatie door middel van het uitvoeren van een onderzoek en het kennismaken met onderzoeksmethoden. De student loopt stage bij een stageverlenende organisatie, zoals een laboratorium bij een bedrijf, universiteit, onderzoekinstituut, e.d. De stageperiode bestaat uit in de eerste semester van het vierde studiejaar. De stageperiode duurt 20 weken (30 ects) en bestaat uit de volgende onderdelen:
  • Stageopdracht
  • ARBO en Kwaliteitszorg

Naast de feitelijke stageopdracht, voert de student ook een aantal opdrachten uit op het gebied van ARBO en kwaliteitszorg bij het laboratorium. Hierover wordt een kort verslag geschreven. Aan het begin van de stageperiode worden hierover een tweetal instructiebjeenkomsten georganiseerd. Voor de stage is de Blackboard course Stage en Afstuderen ILST beschikbaar. Verder zijn alle stappen en vereisten m.b.t. te stageperiode te vinden op OnStage. Via OnStage levert de student digitaal de relevante documenten aan bij de docent of stagecoordinator en ontvangt hierop eventueel feedback. Op deze manier wordt er een dossier van de de stageperiode bijgehouden. De link OnStage is te vinden op https://OnStage.xebic.com
 
 

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Instituut voor Life Science & Technology