Vak: Onderzoek Innovatiemogelijkheden credits: 10

Vakcode
ENDH20OIT
Naam
Onderzoek Innovatiemogelijkheden
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
10
Taal
Nederlands
Coördinator
F.P.A. van Haperen
Werkvormen
  • Hoorcollege
  • Werkcollege
Toetsen
  • Managen van Transities - Opdracht
  • Methode van Onderzoek - Opdracht
  • Verandermanagement 2 - Opdracht

Leeruitkomsten

 

EVL 2  Onderzoek innovatie mogelijkheden 

De student geeft advies via onderzoek en analyse van het samenhangend beeld op organisatorisch gebied én de dynamische wisselwerking tussen de interne organisatie en de externe omgeving van de innovatiemogelijkheden voor de organisatie waarin hij werkzaam is en geeft onderbouwd advies t.a.v. innovatie en verandermogelijkheden. 

 

De toetsen waarmee deze EVL wordt getoetst 

1 Management 

 

Weging 

20% 

De leeruitkomsten behorende tot deze EVL die in deze toets methode worden getoetst 

De student stelt via een samenhangend overzicht op organisatorisch gebied én  de dynamische wisselwerking tussen de interne organisatie en de externe omgeving een duidelijke diagnose van de organisatie waarin hij werkzaam is en geeft onderbouwde ontwikkelmogelijkheden aan. 

 

Toetsvorm 

Opdracht 

Toetsmoment  

Einde module 

Indicatoren / beoordelingscriteria 

Gebruikt de basisbegrippen uit de organisatietheorie. 

Benoemt organisatieverschijnselen met behulp van de bovengenoemde begrippen en theoretische modellen uit de organisatietheorie. 

Analyseeert en beoordeelt met behulp van de theoretische modellen en basisbegrippen uit de organisatietheorie.  

Gebruikt, vanuit het uitgangspunt dat bedrijfssituaties vaak op méér dan een manier beschreven kunnen worden, diverse invalshoeken in de analyse en beoordeling. 

 

Minimaal oordeel 

5,5 

 

EVL:  

Onderzoek innovatie mogelijkheden 

De toetsen waarmee deze EVL wordt getoetst 

2 Organisatiepsychologie 

Weging 

20% 

De leeruitkomst behorende tot deze EVL die in deze toets methode worden getoetst 

De student stelt via een samenhangend overzicht van de eigen dagelijkse werksituatie én de dynamische wisselwerking tussen de interne organisatie en de externe omgeving een duidelijke diagnose van de eigen werksituatie en geeft onderbouwde ontwikkelmogelijkheden aan. 

Toetsvorm 

Opdracht 

Toetsmoment 

Einde van de module 

Indicatoren/ beoordelingscriteria 

 

Gebruikt de basisbegrippen uit de organisatiepsychologie. 

Benoemt organisatie verschijnselen met behulp van de bovengenoemde begrippen en theoretische modellen uit de organisatiepsychologie. 

Analyseert en beoordeelt met behulp van de theoretische modellen en basisbegrippen uit de organisatiepsychologie.  

Gebruikt, vanuit het uitgangspunt dat bedrijfssituaties vaak op méér dan een manier beschreven kunnen worden, diverse organisatiepsychologische invalshoeken in de analyse en beoordeling. 

 

Minimaal oordeel  

 

5,5 

 

EVL:  

Onderzoek innovatie mogelijkheden 

De toetsen waarmee deze EVL wordt getoetst 

3. Verandermanagement  

Weging 

20% 

De leeruitkomst behorende tot deze EVL die in deze toets methode worden getoetst 

De student ontwikkelt voor zichzelf en zijn/haar organisatieonderdeel een verander- en leertraject waarmee de student en het organisatieonderdeel antwoord kan geven op de steeds snellere en diepgaande veranderingen waarmee het organisatieonderdeel geconfronteerd wordt.  

Toetsvorm 

Opdracht 

Toetsmoment 

Tijdens module 

Indicatoren/ beoordelingscriteria 

 

Is er een verruimd beeld van de organisatie in ontwikkeling? 

Is er een duidelijk motief voor verandering? 

Wordt er een nieuw perspectief en een nieuwe manier van werken zichtbaar? 

Welke nieuwe waardevolle praktijk ontstaat er? 

Minimaal oordeel  

 

5,5 

 

 

EVL:  

Onderzoek innovatie mogelijkheden 

De toetsen waarmee deze EVL wordt getoetst 

4. Methode van Onderzoek  

Weging 

20% 

De leeruitkomst behorende tot deze EVL die in deze toets methode worden getoetst 

 

Toetsvorm 

 Opdracht
De student omschrijft op basis van de resultaten van een vooronderzoek een probleem in de vorm van context, probleemstelling, doelstelling en eisenpakket en ontwerpt vanuit dit geheel hiervoor een onderzoeksplan waarin de voorgestelde aanpak onderbouwd wordt vanuit theoretische verdieping in het gekozen onderwerp.

Toetsmoment 

 Einde module 

Indicatoren/ beoordelingscriteria 

 

  1. Het onderzoeksplan bevat een heldere en goed onderbouwde probleemidentificatie (TB) of oriëntatie (WTB/E) gebaseerd op een vooronderzoek en theoretische verdieping in het onderzoeksonderwerp.
  2. Het onderzoeksplan toont aan dat het onderzoek relevant is: het sluit aan bij de management problematiek (TB) of bij de gewenste productinnovatie (WTB/E)
  3. Het onderzoeksplan plaatst het onderzoek enerzijds in zijn context en bakent het anderzijds duidelijk af.
  4. Het onderzoeksplan weerspiegelt een onderzoekende open houding van waaruit gezocht wordt naar mogelijke oplossingen rekening houdend met de organisatorische en technische consequenties rondom een veranderingsvoorstel.
  5. Het onderzoeksplan toont aan dat er sprake is van een multidisciplinaire benadering.
  6. Het onderzoeksplan bevat een heldere vraag- en doelstelling, inclusief deelvragen.
  7. De uitwerking ervan is in overeenstemming met de probleemidentificatie (TB) of oriëntatie (WTB/E), de gebruikte theoretische concepten, het conceptuele model en bij WTB/E opdrachten ook het voorlopig programma van eisen.
  8. Het onderzoeksplan maakt voldoende aannemelijk dat de te realiseren onderzoeksresultaten betrouwbaar zullen zijn.
   

Minimaal oordeel  

 

5,5 

EVL:  

Onderzoek innovatie mogelijkheden 

De toetsen waarmee deze EVL wordt getoetst 

5. Verandermanagement 2 

Weging 

20% 

De leeruitkomst behorende tot deze EVL die in deze toets methode worden getoetst 

De student ontwikkelt voor zijn/haar organisatieonderdeel een eigen aanpak voor een verander- en leertraject waarmee het organisatieonderdeel antwoord kan geven op de steeds snellere en diepgaande veranderingen waarmee het organisatieonderdeel geconfronteerd wordt.  

Toetsvorm 

Opdracht 

Toetsmoment 

Einde module 

Indicatoren/ beoordelingscriteria 

 

Is er een verruimd beeld van de IST- en de SOLL= situatie?  
 
Is het in scenario’s duidelijk in hoeverre de organisatie klaar is (of een motief heeft) voor verandering? 

Wordt er een interventie-invalshoek met  perspectief voorgesteld en onderbouwd?  

Welke nieuwe waardevolle praktijk ontstaat er? 

  

 

Minimaal oordeel  

 

5,5 

Inhoud

 

M6.2 High Tech Systems & Materials 

 
Waar gaat de module over? 

In de module ‘High Tech Systems & Materials (HTSM) wordt het thema Smart Industry uitgewerkt. Smart Industry past in de huidige wereld van snelle veranderingen. 

Zo zet de globalisering onverminderd door en dwingt de economische werkelijkheid bedrijven om competitief te blijven. Consumenten en afnemers verwachten steeds meer op maat gesneden oplossingen.  

Daarnaast maken technologische ontwikkelingen als internet, diepgaande veranderingen mogelijk. De vergaande digitalisering van de industrie zorgt ervoor dat machines onderling met elkaar verbonden zijn en slim worden aangestuurd. Niet alleen binnen de fabriek, maar ook tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en klanten. Het draait om een combinatie van de inzet van productietechnologie, digitalisering en een netwerkaanpak. Nu al worden onderhoudsmonteurs aangestuurd door de te onderhouden machines in plaats van andersom (www.smartindustry.nl). 

 Tenslotte blijkt dat de huidige veranderingen een brede impact hebben. De virtuele realiteit uit de game-industrie krijgt bijvoorbeeld steeds meer gevolgen voor productontwikkeling, onderwijs en de medische sector. Al deze veranderingen zorgen voor een maatschappij die steeds complexer wordt.  Onze huidige manier van lineair denken past echter steeds minder in een dergelijke complexe omgeving.  Daarom spreken we van een transitie. 
In uw werk krijgt u steeds vaker te maken met vraagstukken, die we niet eerder bij de hand hebben gehad en waar geen standaard aanpak voor is.  
Dit vereist dat u als Engineer op de hoogte moet blijven van deze nieuwe technologische ontwikkelingen en die kunt vertalen in concrete oplossingen voor uw werk.  
 
Het gaat dus niet alleen om het opdoen van kennis en vaardigheden (zoals Sterkteleer en Hydraulische aandrijvingen) maar ook om te kijken wat bovengenoemde ontwikkelingen betekenen voor de organisatie, het management en de medewerkers. Het inzetten en begeleiden van verandermanagement is een must om deze transitie goed door te komen.  
In de module gaat u bekijken op welke manier nieuwe technologieën in uw eigen organisatie ingepast kunnen worden.  

Wat kunt u aan het eind van deze module? 
 

1. Ontwerp en realisatie innovatie  
U kunt een (technisch) probleem beschrijven in de vorm van context, probleemstelling, doelstelling en eisenpakket en u ontwerpt, vanuit dit geheel, hiervoor een overwogen hydraulisch gestuurde oplossing. 

2. Onderzoek innovatie mogelijkheden  
U onderzoekt en analyseert uw organisatie als organisatiekundig geheel en als dynamische wisselwerking tussen de interne organisatie en de externe omgeving op innovatiemogelijkheden en geeft onderbouwd advies t.a.v. innovatie en verandermogelijkheden. 

3. Uw inzicht in uw professionele vaardigheden is vergroot, dat wil zeggen dat u laat zien hoe u in uw werkomgeving de kennis, vaardigheden en methoden m.b.t. de onderwerpen van het gevolgde onderwijs toepast en reflecteert op uw ontwikkeling en handelen in de beroepspraktijk. 

 

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Instituut voor Engineering