Vak: Community of learners credits: 10

Een sportleraar is bekwaam in samenwerken met collega’s en de omgeving als het team van sportleraren het werk goed onderling afstemt en als sportleraren elkaar ondersteunen en werk van elkaar overnemen. Zo neemt de werkdruk vaak af en wordt het resultaat hoger. Een team functioneert op zijn best als iedereen elkaar waardeert en elk teamlid zich onderdeel van de groep voelt. Dit teamgevoel creëer je vooral door open te staan voor de kwaliteiten van andere teamleden en elkaar, ondanks verschillen in karakter, te accepteren en gezamenlijke doelen na te streven. 
De sportleraar werkt vanuit de context van de school samen met verschillende teams om een gezamenlijk opvoedingsdoel te realiseren: betekenisvol bijdragen aan het gezond opgroeien van kinderen. Hij kan zijn professioneel handelen afstemmen met zijn collega´s, met andere professionals die voor de ontwikkeling van de leerling verantwoordelijk zijn en met ouders.  
 
Het voorgaande komt bijvoorbeeld tot uiting in het ontwikkelen en uitvoeren van voorschools, tussenschools en naschools beweegaanbod, het begeleiden van zorgleerlingen, het realiseren van sportoriëntatieprogramma’s en het professioneel afhandelen van blessures in de les.  
 
Een belangrijke functie van de CoL is het stimuleren van kennisontwikkeling, het ontwikkelen van professionele vaardigheden, het stimuleren van een onderzoekende en innoverende beroepshouding én het ontwikkelen van een netwerk. Het leren in de CoL krijgt op de maandagen op de opleiding vorm door de actieve bijdrage van alle betrokkenen. We verwachten dat iedere student het initiatief neemt om zich voor minimaal 140 studiebelastingsuren zelfstandig te verdiepen in één of meerdere thema('s) die betrekking hebben op het vakgebied. Het is mogelijk dat de student hiervoor de keuzemodules uit de hoofdfase gebruikt. Ook verdieping door het volgen van ander HBO-onderwijs is mogelijk. Daarnaast kan de student kiezen voor verdieping op andere manieren, door bijvoorbeeld het lezen van vakliteratuur, het volgen van podcasts of workshop en studiedagen. De student toont zelf aan dat de gevolgde verdieping in de COL is gedeeld.   
 
De volgende onderdelen uit de landelijke kennisbasis die in dit onderdeel op een meer integrale wijze en afhankelijk van de praktijksituatie aan de orde komen zijn: 
1.1: Communiceren 
bruikbare communicatiemodellen en -strategieën; 
veelvoorkomende typen gesprekken (bijvoorbeeld begeleidingsgesprek, beoordelingsgesprek, slecht-nieuwsgesprek, adviesgesprek); 
technieken om conflicten in gesprekken te de-escaleren; 
bruikbare kanalen, softwareprogramma’s en apps om een boodschap te communiceren. 
1.2: Samenwerken 
groepsrollen en groepsprocessen; 
formeel en informeel leiderschap; 
strategieën om feedback te geven. 
 
Verder is er vanuit het Gronings perspectief aandacht voor: 

• Acteren als verbinder; 
• Kritisch denken, critical friend 
• Samenwerken en netwerken; 
• Overstijgende thema’s; 
• Brede professional en Groninger kleur. 

 
Afnemende sturing dient te worden gerealiseerd en gefaciliteerd door de docenten in samenspraak met de studenten en waar mogelijk de beroepspraktijk. 
 
Voor de actuele literatuur wordt verwezen naar de afstudeerhandleiding.