Vak: Vakmanschap credits: 25

Vakcode
HLVH20VAK
Naam
Vakmanschap
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
25
Taal
Nederlands
Coördinator
M.J. Mulder
Werkvormen
  • Afstudeeropdracht
  • Individueel
  • Intervisie
  • Opdracht
  • Practicum / Training
  • Stage internationaal
  • Stage, werk
  • Werkcollege
Toetsen
  • Vakmanschap - Overige toetsing

Leeruitkomsten

Leeruitkomsten 
 
Vakinhoudelijke bekwaam:  
De sportleraar plant, realiseert, verantwoordt en evalueert zelfstandig talentkrachtige leeromgevingen in bewegingssituaties. Dit doet hij op basis van zijn visie op het vak en van (wetenschappelijke) inzichten en ontwikkelingen op het gebied van bewegen en sport
 
Vakdidactisch: 
De sportleraar realiseert en verantwoordt zelfstandig beweegprogramma’s passend bij het leerplan van de vaksectie en het onderwijskundig beleid van de school. 
 
Pedagogisch: 
De sportleraar creëert en verantwoordt zelfstandig een veilige, talentkrachtige en ontwikkelingsgerichte leeromgeving voor leerlingen zodat leerlingen zich sociaal-emotioneel en moreel verder ontwikkelen, waarbij de sportleraar rekening houdt met diversiteit en aandacht schenkt aan zelfvertrouwen en aan een actieve en gezonde leefstijl én beweegidentiteit. 
 
Bekwaam in samenwerken met collega's en de omgeving: 
De sportleraar neemt samen met collega’s verantwoordelijkheid voor het leer- en ontwikkelklimaat in de eigen context. Hij realiseert positieve en productieve werkverhoudingen in de organisatie, de vaksectie en andere onderwijs- en projectteams waaraan hij deelneemt. 
 
 
Competentieniveau 
Gevorderd 

 

Inhoud

Pedagogisch, vakinhoudelijk en vakdidactisch bekwaam*:  
 
Om het vakmanschap aan te tonen toont de student zich bekwaam op de volgende gebieden; vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch en het samenwerken met collega's en de omgeving. De Groningse kleuring wordt zichtbaar door de verbindingen te maken met (mede) collega’s en de omgeving. Organiseren van sportdagen en evenementen maakt expliciet deel uit van het vakmanschap. Op deze wijze kan de student zijn ondernemende kwaliteiten tonen. 
 
De sportleraar is pedagogisch bekwaam als hij op een ontwikkelingsgerichte wijze een sociaal-emotioneel veilig, ondersteunend, stimulerend en daarmee motiverend leerklimaat voor zijn leerlingen realiseert. Hij volgt de ontwikkeling van zijn leerlingen en stemt daarop zijn handelen af. Hij draagt bij aan de sociaal-emotionele, morele en cognitieve ontwikkeling van zijn leerlingen.  
Wanneer een sportleraar vakinhoudelijk bekwaam is, dan kan hij op verschillende niveaus (leiding, docent, leerling) beargumenteren wat hij doet en waarom hij dit doet. Hij beheerst de inhoud van zijn vak en kan keuzes legitimeren op basis van een visie, wetenschappelijke inzichten en internationale ontwikkelingen. Hij begrijpt de verschillende visies op en de maatschappelijke relevantie van een actieve en gezonde leefstijl.  
 
Een sportleraar is vakdidactisch bekwaam als hij beweegsituaties ‘leerbaar’ weet te maken voor zijn leerlingen en (talent)krachtige en motiverende leeromgevingen kan realiseren die bijdragen aan het motorisch leren. Hij hanteert hierbij een gezonde spanning tussen haalbaarheid en uitdaging creëren. De sportleraar is voortdurend onderwijs aan het ontwerpen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren in afstemming met collega’s en de school.   
De studenten werken aan de startbekwaamheid in beroepspraktijk en bespreken dit met elkaar, afstudeerbegeleider en begeleiders in de Community of learners (COL). 
 
Om vakmanschap te realiseren wordt er een plan opgesteld. Het plan geeft richting aan de eisen die zijn opgenomen in de afstudeerhandleiding. Het plan wordt gedurende het afstudeerproces voorzien van een Go. Het plan is voorzien van een schriftelijke onderbouwing en wordt gepresenteerd aan de begeleider en bij akkoord wordt deze voorzien van een Go voor dit Vakmanschap. De daadwerkelijke toetsing om de bekwaamheden te tonen is een criteriumgericht interview op basis van een verslag en een video (CGI). 
 
Onderdelen uit de landelijke kennisbasis die bij dit onderdeel naar voren komen: 
Alle onderdelen uit met name de vakinhoudelijke-vakdidactische en pedagogische bekwaamheid komen hier op een meer integrale wijze naar voren. Afhankelijk van de praktijksituatie zal de nadruk meer liggen op specifieke onderwerpen. Omdat de opsomming de leesbaarheid teniet doet, wordt hier alleen de hoofdthema's benoemd en wordt verder verwezen naar: kennisbasisalo_miramo.xml (10voordeleraar.nl)  
Hoofdthema's uit de landelijke kennisbasis:  
Domein 2: Vakinhoudelijke kennis 
2.1: Lichamelijke opvoeding in de context ‘samenleving’ 
2.2: Wettelijke kaders lichamelijke opvoeding binnen het Nederlandse onderwijsstelsel 
2.3: Lichamelijke opvoeding in de context ‘school’ 
2.4: Lichamelijke opvoeding en (inter)nationale kennisontwikkeling 
 
Domein 3: Vakdidactische kennis 
3.1: Leren en instructie: 
3.2 Beweegontwikkeling 
3.3: Evaluatie en differentiatie 
3.4: Fysieke veiligheid 
3.5: Activiteit specifieke kennis 
 
Domein 4: Pedagogische kennis 
4.1: Ontwikkeling van kinderen en jeugdigen 
4.2: Veilig pedagogisch klimaat 
 
Voor de actuele literatuur wordt verwezen naar de afstudeerhandleiding. 
 *een nadere uitwerking van de narratieven is te vinden in de beschrijving van de Leerwegonafhankelijke leeruitkomsten (LOLU's te vinden op blackboard jaar 4) 
 

 

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Instituut voor Sportstudies