Vak: C. Actieve Leefstijl credits: 15

De student participeert in de context voortgezet onderwijs. Deze module levert een bijdrage aan het bevorderen van zelfstandigheid van leerlingen, waarbij onderstaande leeruitkomsten op hoofdfase niveau worden aangetoond. Op basis van het vraagstuk vanuit de praktijk, gerelateerd aan het semesterthema, maakt de student een 0-meting m.b.t. de onderstaande leeruitkomsten op hoofdfase niveau. De student bepaalt op welke wijze hij/ zij de gedragingen van de betreffende leeruitkomsten zichtbaar gaat maken en aan gaat tonen in het portfolio assessment (zie document LoLu’s voor uitwerking van de gedragingen).    
   
Leeruitkomsten:   
   
Leeruitkomst pedagogisch bekwaam (hoofdfase niveau):    
De sportleraar realiseert, binnen gestelde kaders en onder begeleiding, een veilige en ontwikkelingsgerichte leeromgeving voor leerlingen zodat zij zich sociaal-emotioneel en moreel verder ontwikkelen, rekening houdend met diversiteit en aandacht schenkend aan zelfvertrouwen en actieve leefstijl.   
   
Leeruitkomst vakinhoudelijke bekwaam (hoofdfase niveau):   
De sportleraar plant, realiseert, verantwoord en evalueert onder begeleiding en vanuit een gegeven kader, een ontwikkelingsgerichte leeromgeving in bewegingssituaties. Dit doet hij op basis van een aangereikte kader dat betrekking heeft op: vak visie, inzichten en ontwikkelingen op gebied van bewegen en sport.   
   
Leeruitkomst vakdidactisch handelen (hoofdfase niveau):   
De sportleraar realiseert onder begeleiding beweegprogramma’s passend binnen het leerplan van de vaksectie en het onderwijskundig beleid van de school.   
   
Leeruitkomst bekwaam in samenwerken met collega’s en de omgeving (hoofdfase niveau):   
De sportleraar neemt samen met collega’s verantwoordelijkheid voor het leerklimaat (leerpsychologisch, sociaal-maatschappelijk) binnen de vaksectie. Hij draagt bij aan positieve en productieve werkverhoudingen in de vaksectie.   
   
Leeruitkomst bekwaam in vakmatige ontwikkeling o.b.v. onderzoekend vermogen (hoofdfase niveau):   
De sportleraar voert onderzoek op basis van de interventiecyclus uit in zijn beroepssituatie. Hij doorloopt, onder begeleiding en binnen gegeven kaders, de interventiecyclus of delen ervan, en maakt daarbij gebruik van deels aangereikte theorieën om tot verbeteringen te komen. Dit proces voert hij op systematische en navolgbare wijze uit.   
   
Leeruitkomst bekwaam in professionele ontwikkeling (PI) (hoofdfase niveau):   
De sportleraar geeft op een systematische wijze sturing aan zijn eigen professionele identiteit op basis van reflectie en beschreven kennis en ervaringen van anderen en draagt op deze wijze bij aan de ontwikkeling van zichzelf en de directe professionele omgeving.