Vak: Oriëntatie op het beroep als sportleraar credits: 15

Vakcode
HLVP22OSL
Naam
Oriëntatie op het beroep als sportleraar
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
15
Taal
Nederlands
Coördinator
M.N. Baalmans
Werkvormen
  • Excursie Internationaal
  • Hoorcollege
  • Intervisie
  • Opdracht
  • Practicum / Training
  • Stage, werk
  • Werkcollege
Toetsen
  • Experience 1: Outdoor - Actieve participatie
  • Oriëntatie op het beroep als sportleraar - Portfolio assessment

Leeruitkomsten

In het eerste semester verdiept de student zich in het beroep van de sportleraar. De opdracht ‘oriëntatie op het beroep als sportleraar’ is erop gericht om kennis te maken met het beroep van sportleraar in verschillende werkvelden.  
De student oriënteert zich op alle vier de kennisthema’s: beter leren bewegen, duurzame sportparticipatie, actieve leefstijl en toekomstbestendige organisatie van sport. 
 
Daarnaast vormt de student zich een beeld van wat voor professional hij wil worden en welke (professionele) droom de student wil verwezenlijken. Aan de hand van deze opdrachten werkt de student aan zijn vakdidactische bekwaamheid, het samenwerken met collega’s, onderzoekend vermogen en professionele ontwikkeling. 
 
De student realiseert onderstaande leeruitkomsten: 
 
Leeruitkomst: vakdidactische bekwaamheid (propedeuse niveau): 
De sportleraar realiseert onder begeleiding beweeg-programma’s passend bij gegevens kaders. 
 
Leeruitkomst: bekwaam in samenwerken met collega’s en de omgeving (propedeuse niveau):  
De sportleraar werkt onder begeleiding samen met collega’s aan een veilig leerklimaat. Hij is proactief naar zijn opdrachtgever. Dit doet hij door in te spelen op de teambehoefte, waarbij hij rekening houdt met de kwaliteiten binnen het team. 
 
Leeruitkomst: bekwaam in vakmatige ontwikkeling o.b.v. onderzoekend vermogen (propedeuse niveau):  
De sportleraar doorloopt, onder begeleiding en binnen gegeven kaders, delen van de interventiecyclus en maakt daarbij gebruik van aangereikte theorieën om tot verbeteringen te komen. Dit proces voert hij op systematische en navolgbare wijze uit. 
 
Leeruitkomst: bekwaam in professionele ontwikkeling (PI) (propedeuse niveau):  
De sportleraar geeft op een praktische wijze sturing aan zijn eigen identiteit op basis van reflectie en draagt op deze wijze bij aan de ontwikkeling van zichzelf en van medestudenten. 
 

 

Inhoud

Semesterthema: Oriëntatie op het beroep als sportleraar 
 
Opdracht. 
Om inzicht te krijgen of het beroep van (sport)docent passend is voert de student een analyse uit van het werkveld en zijn professionele identiteit. Individueel verwerkt de student relevante informatie uit literatuur met betrekking tot het beroep van sportleraar. Met behulp van literatuur breng hij in kaart hoe het onderwijs in Nederland georganiseerd is en welke ontwikkelingen hierin spelen. Daarnaast analyseert hij wat de taken en rollen van een sportleraar zijn. In werkcolleges wordt hier begeleiding voor geboden. In een groepjes bereidt de student interviews voor en neemt hij deze interviews af bij professionals uit verschillende contexten. Samen met de verwerkte literatuur geeft hij een overzicht van de verschillende werkvelden.  
 
Nadat de analyse van het werkveld is gemaakt komt de student tot inzicht of het beroep van (sport)docent passend is voor zichzelf. Daarbij wordt ook de professionele identiteit in kaart gebracht en verder ontwikkeld. In elke fase van de opleiding wordt hier aandacht aan besteed. Het gaat dan om vragen als; ‘Wie ben ik en wie wil ik zijn?’ (persoonlijke identiteit) en ‘Wie ben ik als sportleraar, wie wil ik zijn als professional, en hoe wil ik mij verhouden tot de wereld van onderwijs en sport?’ (professionele identiteit). In de propedeuse gaat het om kennismaken met beroep en je eigen kwaliteiten en opvattingen daaraan verbinden.  
 
Werkvorm 
De ontwikkeling en de uitvoering van deze opdracht vindt zowel plaats op de stage als op de opleiding. De student oriënteert zich tijdens stages in verschillende contexten op het werkveld en werkt aan zijn ontwikkeling als sportprofessional. Tijdens de stages komt de student in contact met verschillende doelgroepen en voert hij praktijkonderzoek uit om achter de rollen, taken en verantwoordelijkheden van de sportleraar te komen. De student maakt kennis met het belang van onderzoek voor het beroep. Door middel van literatuurstudie en het volgen van BOK-colleges verdiept hij zich in de wettelijke kaders, beroepsprofielen en het onderwijs in Nederland in het algemeen.  
Gekoppeld aan de oriëntatie op het werkveld wordt tijdens de lessen PI verkend hoe de student zich tot dit beroep verhoudt. Daarbij wordt tevens stilgestaan bij alle mogelijkheden die er zijn in de opleiding waaronder het volgen van een excellentieprogramma van de Hanzehogeschool (honours), of de mogelijkheden op het gebied van Internationalisering. 
Naast de werkvormen op de opleiding krijgen studenten in een outdoorsetting zicht op wie zij zijn als individu en binnen team. 
 
Toetsing. 
Gedurende het semester verzamelt de student bewijslast om de leeruitkomsten op minimaal propedeuse niveau aan te tonen.  
De summatieve toetsing vindt plaats op basis van een portfolio.  
 
Uit de landelijke kennisbasis komen de volgende onderdelen aan de orde:  
  • bruikbare communicatiemodellen en -strategieën; 
  • groepsrollen en groepsprocessen; 
  • bruikbare reflectie- en evaluatiemodellen. 
  • de plaats, belang en functie van praktijk(gericht) onderzoek in de beroepsuitoefening; 
  • de onderzoekcyclus en andere modellen van planmatig handelen als onderdeel van het totaalproces van onderzoeken en innoveren; 
  • verschillende dataverzamelings- en analysemethoden; 
  • passende manieren om zijn bevindingen te delen met anderen (onder andere met leerlingen, ouders, collega’s, werkveld). 
  • opvattingen over de mens, lichamelijkheid, opvoeding en samenleving; 
  • maatschappelijke ontwikkelingen en trends, (in het bijzonder) met betrekking tot bewegen en lichamelijkheid; 
  • het wettelijk kader van het vak lichamelijke opvoeding in de verschillende fasen van het onderwijs (kerndoelen, eindtermen en competenties); 
  • opvattingen over plaats en functie van het vak lichamelijke opvoeding in de verschillende fasen van het onderwijs. 
  • opvattingen over plaats en functie van het vak lichamelijke opvoeding in de school; 
  • de invloed van opvattingen van de school op de vormgeving van het vak lichamelijke opvoeding; 
  • onderwijsconcepten; 
  • pedagogische opvattingen; 
  • theoretische achtergronden omtrent het beïnvloeden van groepsprocessen en conflicthantering in de klas. 
 
Voor de actuele literatuur wordt verwezen naar de studiehandleiding.  
 
Naast de aanschaf van literatuur uit de verplichte lijst zijn er extra kosten van minimaal € 235 en maximaal € 250 voor deelname aan de outdoorexperience (exclusief gebruik eigen materiaal). In het OER staan de mogelijkheden en voorwaarden voor het kosteloos alternatief beschreven.  
 

 

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Instituut voor Sportstudies