Vak: Praktijkopdracht Duurzame inzetbaarheid credits: 5
- Vakcode
- HRDP1IZB
- Naam
- Praktijkopdracht Duurzame inzetbaarheid
- Studiejaar
- 2022-2023
- ECTS credits
- 5
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- M. Douwes
- Werkvormen
-
- Action learning
- Opdracht
- Practicum / Training
- Toetsen
-
- Adviesrapport - Opdracht
- Presentatie - Presentatie
Leeruitkomsten
Leeruitkomsten:
Individuele opdracht:
1) De student onderzoekt en inventariseert, op basis van aangereikte en zelf gekozen literatuur en bedrijfsgegevens aan de hand van de drie pijlers van het integrale verzuimmodel, het gangbare Arbo- en verzuimbeleid binnen de organisatie.
2) De student vergelijkt kritisch het huidige Arbo- en verzuimbeleid, de gangbare uitvoeringspraktijk en specifieke problematiek met de voorgeschreven theorie aan de hand van het integrale verzuimmodel en heeft hier een eigen kritische blik op.
3) De student beschrijft in zijn conclusie de sterke en zwakke punten van het Arbo- en verzuimbeleid en de uitvoeringspraktijk. In geval van zwakke punten schetst de student de gevolgen voor de organisatie bij ongewijzigd beleid.
4) De student beschrijft, op basis van de analyse, meerdere voor de organisatie passende en haalbare aanbevelingen in de vorm van beleidsmaatregelen, die vanuit de hr-praktijk een bijdrage kunnen leveren aan een verdere optimalisering van het Arbo- en verzuimbeleid.
5) De student beschrijft in een globaal implementatieplan hoe, door wie en wanneer de voorgenomen verbeterpunten c.q. aanbevelingen uitgevoerd en het effect hiervan geëvalueerd kunnen worden.
Groepsopdracht:
6) De studenten presenteren, op basis van de 3 pijlers van het integrale verzuimmodel, kernachtig de relevante bevindingen per organisatie en schetsen de overeenkomsten en verschillen van de onderzochte organisaties.
Individuele opdracht:
1) De student onderzoekt en inventariseert, op basis van aangereikte en zelf gekozen literatuur en bedrijfsgegevens aan de hand van de drie pijlers van het integrale verzuimmodel, het gangbare Arbo- en verzuimbeleid binnen de organisatie.
2) De student vergelijkt kritisch het huidige Arbo- en verzuimbeleid, de gangbare uitvoeringspraktijk en specifieke problematiek met de voorgeschreven theorie aan de hand van het integrale verzuimmodel en heeft hier een eigen kritische blik op.
3) De student beschrijft in zijn conclusie de sterke en zwakke punten van het Arbo- en verzuimbeleid en de uitvoeringspraktijk. In geval van zwakke punten schetst de student de gevolgen voor de organisatie bij ongewijzigd beleid.
4) De student beschrijft, op basis van de analyse, meerdere voor de organisatie passende en haalbare aanbevelingen in de vorm van beleidsmaatregelen, die vanuit de hr-praktijk een bijdrage kunnen leveren aan een verdere optimalisering van het Arbo- en verzuimbeleid.
5) De student beschrijft in een globaal implementatieplan hoe, door wie en wanneer de voorgenomen verbeterpunten c.q. aanbevelingen uitgevoerd en het effect hiervan geëvalueerd kunnen worden.
Groepsopdracht:
6) De studenten presenteren, op basis van de 3 pijlers van het integrale verzuimmodel, kernachtig de relevante bevindingen per organisatie en schetsen de overeenkomsten en verschillen van de onderzochte organisaties.
Inhoud
De opdracht betreft een praktijkopdracht waarvoor de student een adviesrapport gaat schrijven betreffende het Arbo- en verzuimbeleid in de organisatie waar hij werkt, stage loopt of faciliteiten krijgt om deze opdracht uit te voeren. De student onderzoekt en beschrijft het gangbare Arbo- en verzuimbeleid, de uitvoeringspraktijk en specifieke problematiek. Vervolgens vergelijkt hij op kritische wijze de geïnventariseerde informatie met de voorgeschreven theorie aan de hand van het integrale verzuimmodel. Op basis hiervan komt hij met meerdere aanbevelingen.
Naast de individuele opdracht wordt het studieonderdeel afgesloten met een groepspresentatie. Hierin presenteert de student samen met andere studenten onder andere de overeenkomsten en verschillen van de door hen onderzochte organisaties ten aanzien van het Arbo- en verzuimbeleid en de uitvoeringspraktijk.
Voorwaarde voor deelname aan dit studieonderdeel:
De student is werkzaam op een HRM-afdeling, loopt daar stage of krijgt faciliteiten om daar ervaring op te doen. In elk geval wordt hij geacht toegang te hebben dan wel te krijgen tot informatie over Arbo, verzuim, re-integratie en uitstroom binnen een organisatie. Dat is nodig voor deze opdracht omdat dit een praktijkopdracht is, waarbij de praktijk van alle dag de basis is voor het uitvoeren ervan. Daarbij kan gedacht worden aan activiteiten, acties, voorvallen, problemen en ervaringen die rechtstreeks of indirect te maken hebben met het thema van dit onderwijsprogramma.
De student is werkzaam op een HRM-afdeling, loopt daar stage of krijgt faciliteiten om daar ervaring op te doen. In elk geval wordt hij geacht toegang te hebben dan wel te krijgen tot informatie over Arbo, verzuim, re-integratie en uitstroom binnen een organisatie. Dat is nodig voor deze opdracht omdat dit een praktijkopdracht is, waarbij de praktijk van alle dag de basis is voor het uitvoeren ervan. Daarbij kan gedacht worden aan activiteiten, acties, voorvallen, problemen en ervaringen die rechtstreeks of indirect te maken hebben met het thema van dit onderwijsprogramma.
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Instituut voor Bedrijfskunde