Vak: Het functioneren van organisaties credits: 5

In deze cursus staan in feite twee vragen centraal:

1. Wat maakt een organisatie tot een effectieve organisatie?
2. Wat maakt personeelsmanagement tot doeltreffend personeelsmanagement?

Om maar eens met de eerste vraag te beginnen; men heeft heel lang gedacht dat er één beste manier van organiseren was. Pas na 1960 brak het inzicht door dat er geen beste organisatievorm bestaat. Aanvankelijk dacht men dat de beste organisatievorm afhangt van het fabricageproces. Als je massaproductie moet organiseren (bijvoorbeeld auto’s) doe je dat op een andere manier dan wanneer je benzine uit aardolie moet halen of steeds weer een uniek product maakt op specificatie van de klant zoals bijvoorbeeld bij een maatkostuum. Dit inzicht is de eerste aanzet voor de contingentietheorie geweest. Het idee is verder uitgewerkt met het inzicht dat verschillende afdelingen binnen één bedrijf (afhankelijk van hun taak) ook een andere organisatievorm hebben. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan research, productie en verkoop. Dit verschijnsel wordt wel differentiatie genoemd. Deze verschillen tussen de diverse organisatieonderdelen moeten ook weer overbrugd worden (coördinatie) om een organisatie succesvol te laten opereren (integratie). Henry Mintzberg stelt vervolgens in zijn configuratiedenken dat er binnen een organisatie één overheersend organisatieonderdeel is en dat daardoor één coördinatiemechanisme dominant is.