Vak: Conceptuele onderwijseenheid individu en maatschappij, management en organisatie credits: 2
- Vakcode
- HVVB17IMMO2
- Naam
- Conceptuele onderwijseenheid individu en maatschappij, management en organisatie
- Studiejaar
- 2022-2023
- ECTS credits
- 2
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- H.T. Weijer
- Werkvormen
-
- Hoorcollege
- Toetsen
-
- Management en organisatie - Computer, organisatie ToetsCentrum
Leeruitkomsten
De student kent de kenmerken van professioneel en persoonlijk leiderschap. 6.1.1
De student kent theorie over en modellen van effectief coachen. 6.1.2
De student kent theorieën over beïnvloeding van het beleid van een organisatie. 6.1.3
De student kent in het kader van ketenzorg de verschillende actuele organisaties en organisatievormen in de gezondheidszorg. 6.2.1
De student kent de organisatie en de bekostiging van de gezondheidszorg op micro-, meso- en macroniveau. 6.2.2
De student kent veiligheidsbeleid (landelijk en in de eigen organisatie) en wet- en regelgeving omtrent veiligheid van medewerkers en zorgvrager 6.3.1
De student kent de (somatische, psychische, sociale en contextuele) factoren die van invloed zijn op de veiligheid van zorgvrager en medewerker en zorgvragers. 6.3.2
De student kent en overziet de consequenties van het eigen handelen in relatie tot het ontstaan van onveilige situaties. 6.3.3
De student kent en begrijpt de financieel-economische en bedrijfsmatige belangen van zorgorganisaties. 6.4.1
De student kent verschillende organisatievormen en principes uit de organisatie- en veranderkunde. 6.4.2
De student kent bedrijfsmatige en zakelijke principes en heeft kennis van de bekostiging van de zorg.6.4.3
De student kent de voor de kwaliteit relevante wet- en regelgeving die van toepassing is op de verpleegkundige beroepsuitoefening en de context waarin zij werkzaam is. 7.1.1
De student kent het verschil tussen kwaliteit van zorg en kwaliteitszorg. 7.1.2
De student kent actuele kwaliteitskaders en weet hoe het beleid van een organisatie te beïnvloeden is.7.1.3
De student kan haar visie op kwaliteit van zorg in begrijpelijke bewoording naar voren brengen. 7.1.4
De student kent de voor kwaliteitszorg relevante wet- en regelgeving die van toepassing is op de verpleegkundige. 7.2.1
De student kent diverse methoden en modellen voor kwaliteit van zorg en kwaliteitszorg. 7.2.2
De student kent methoden voor het verbeteren, borgen en monitoren van resultaten van zorg. 7.2.3
De student kent theorie over en modellen van effectief coachen. 6.1.2
De student kent theorieën over beïnvloeding van het beleid van een organisatie. 6.1.3
De student kent in het kader van ketenzorg de verschillende actuele organisaties en organisatievormen in de gezondheidszorg. 6.2.1
De student kent de organisatie en de bekostiging van de gezondheidszorg op micro-, meso- en macroniveau. 6.2.2
De student kent veiligheidsbeleid (landelijk en in de eigen organisatie) en wet- en regelgeving omtrent veiligheid van medewerkers en zorgvrager 6.3.1
De student kent de (somatische, psychische, sociale en contextuele) factoren die van invloed zijn op de veiligheid van zorgvrager en medewerker en zorgvragers. 6.3.2
De student kent en overziet de consequenties van het eigen handelen in relatie tot het ontstaan van onveilige situaties. 6.3.3
De student kent en begrijpt de financieel-economische en bedrijfsmatige belangen van zorgorganisaties. 6.4.1
De student kent verschillende organisatievormen en principes uit de organisatie- en veranderkunde. 6.4.2
De student kent bedrijfsmatige en zakelijke principes en heeft kennis van de bekostiging van de zorg.6.4.3
De student kent de voor de kwaliteit relevante wet- en regelgeving die van toepassing is op de verpleegkundige beroepsuitoefening en de context waarin zij werkzaam is. 7.1.1
De student kent het verschil tussen kwaliteit van zorg en kwaliteitszorg. 7.1.2
De student kent actuele kwaliteitskaders en weet hoe het beleid van een organisatie te beïnvloeden is.7.1.3
De student kan haar visie op kwaliteit van zorg in begrijpelijke bewoording naar voren brengen. 7.1.4
De student kent de voor kwaliteitszorg relevante wet- en regelgeving die van toepassing is op de verpleegkundige. 7.2.1
De student kent diverse methoden en modellen voor kwaliteit van zorg en kwaliteitszorg. 7.2.2
De student kent methoden voor het verbeteren, borgen en monitoren van resultaten van zorg. 7.2.3
Inhoud
In het onderdeel Management en Organisatie staan de rollen van organisator en professional & kwaliteitsbevorderaar centraal.
De lessenreeks is opgebouwd in drie onderdelen, ieder met twee colleges.
Het eerste thema geeft een overzicht van de manier waarop de zorg (in Nederland) is georganiseerd en gefinancierd en hoe samenhang in zorgtrajecten wordt nagestreefd. Centraal staat hier het kernbegrip Coördinatie van zorg
Het tweede thema is ondernemen en innoveren. Hier wordt besproken welke rol een verpleegkundige kan spelen bij het tot stand brengen van verbeteringen en vernieuwingen (bijvoorbeeld patiëntveiligheid) en wat daarbij van belang is ten aanzien van organisatorische en financieel economische kennis. Centraal staan de kernbegrippen patientveiligheid bevorderen, verpleegkundig leiderschap en verpleegkundig ondernemerschap.
Het derde thema is kwaliteitszorg en Leanfilosofie. Hier wordt ingegaan op de rol van verpleegkundigen bij kwaliteitsbewaking- en verbetering met een extra focus op de reductie van verspilling en meer aandacht voor de klant/patient. Centraal staan hier de kernbegrippen kwaliteit van zorg leveren en participeren in kwaliteitszorg.
De lessenreeks is opgebouwd in drie onderdelen, ieder met twee colleges.
Het eerste thema geeft een overzicht van de manier waarop de zorg (in Nederland) is georganiseerd en gefinancierd en hoe samenhang in zorgtrajecten wordt nagestreefd. Centraal staat hier het kernbegrip Coördinatie van zorg
Het tweede thema is ondernemen en innoveren. Hier wordt besproken welke rol een verpleegkundige kan spelen bij het tot stand brengen van verbeteringen en vernieuwingen (bijvoorbeeld patiëntveiligheid) en wat daarbij van belang is ten aanzien van organisatorische en financieel economische kennis. Centraal staan de kernbegrippen patientveiligheid bevorderen, verpleegkundig leiderschap en verpleegkundig ondernemerschap.
Het derde thema is kwaliteitszorg en Leanfilosofie. Hier wordt ingegaan op de rol van verpleegkundigen bij kwaliteitsbewaking- en verbetering met een extra focus op de reductie van verspilling en meer aandacht voor de klant/patient. Centraal staan hier de kernbegrippen kwaliteit van zorg leveren en participeren in kwaliteitszorg.
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Academie voor Verpleegkunde