Vak: Communicatieve vaardigheden jaar 2 credits: 4

Vakcode
HVVB17VCM2
Naam
Communicatieve vaardigheden jaar 2
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
4
Taal
Nederlands
Coördinator
H.T. Weijer
Werkvormen
  • Opdracht
  • Practicum / Training
  • Simulatie
Toetsen
  • De-escalerend handelen - Vaardigheidstoets
  • Motivational interviewing - Vaardigheidstoets

Leeruitkomsten

Toets Motiverende gespreksvoering:
 
1.3.6 De student kan passende gespreksvaardigheden gebruiken.
2.1.1 De student kent gesprekstechnieken en communicatieniveaus (inhoud, procedure, proces) in relatie tot verschillende theorieën en modellen van communicatie.
2.1.3 De student kan communiceren op inhouds-, procedure- en procesniveau en soepel schakelen tussen deze niveaus.
2.1.4 De student kan zich inleven in de zorgvrager en diens naasten.
2.1.5 De student kan gesprekstechnieken toepassen, passend bij de zorgvrager en de fase van het verpleegkundig proces.
2.1.6. De student kan knelpunten in de communicatie herkennen en omgaan met moeilijke situaties als weerstand, heftige emoties en lastige interactiepatronen.
2.1.7. De student kan vaktaal in gewone mensentaal omzetten en effectief formuleren, zowel mondeling als schriftelijk.    
2.1.8. De student kan vaktaal in gewone mensentaal omzetten en effectief formuleren, zowel mondeling als schriftelijk.
2.1.9. De student kan adviezen geven en de zorgvrager instrueren en motiveren.
2.1.10. De student fungeert als aanspreekpunt, adviseur en vraagbaak voor de zorgvrager en het sociaal netwerk betreffende de voorgenomen en uitgevoerde behandeling of begeleiding.
2.1.11. De student is zich bewust van de effecten van de eigen verbale en non-verbale uitingen.
2.1.12. De student toont in gesprekken met de zorgvrager en diens naasten een open en respectvolle houding.
Specifiek voor deze periode:                                                                       
  • De student ontlokt verandertaal en reageert op behoudtaal in de rol van de verpleegkundige tijdens het gesprek met de zorgvrager.
  • De student laat een cultureel sensitieve basishouding zien in contact met de zorgvrager.
3.2.5. De student ziet de zorgvrager als een gelijkwaardige gesprekspartner.
3.2.6. De student erkent de zorgvrager als autonoom en zelfstandig individu dat zelf de regie heeft over het eigen leven.
Specifiek voor deze periode:                                                                       
  • De student toont in gesprekken met de zorgvrager en diens naasten een open en respectvolle houding en houdt rekening met cultureel-sensitieve aspecten.
  • De student stimuleert het nemen van zelfstandige beslissingen door de zorgvrager.
4.4.15. De student ontwikkelt zich door zelfreflectie en zelfbeoordeling van eigen resultaten.
4.4.16. De student handelt volgens de beroepscode en algemeen geldende beroepswaarden.
4.4.17. De student is betrokken en begaan met zorgvragers vanuit oprecht meeleven.
Specifiek voor deze periode:
  • De student beoordeelt eigen resultaten met betrekking tot motiverende gespreksvoering door zelfreflectie aan de hand van het reflectiemodel van Korthagen.
5.2.6. De student kan interventies uitvoeren inzake individuele en collectieve preventie en gezondheidsvoorlichting.
5.2.7. De student kan methodisch gezondheidsbevorderende interventies ontwikkelen, uitvoeren en evalueren.
5.2.8. De student kan geschikte en onderbouwde leefstijlinterventies selecteren uit databases voor het versterken van kennis en vaardigheden met betrekking tot gezondheid.
5.2.9. De student kan ondersteuning bieden bij het nemen van besluiten die tot gezondheidsbevorderend gedrag leiden.
5.2.10. De student kan zorgvrager ondersteunen bij gedragsverandering met behulp van individuele en groepsgerichte voorlichtings-, gespreks- en begeleidingsmethoden.
5.2.12. De student benadert de zorgvrager en/of zorgvragersgroep als gelijkwaardige samenwerkingspartner bij het ontwikkelen en/of toepassen van de interventies.
5.2.13. De student respecteert de autonomie en zelfbeschikking van de zorgvrager en diens informele netwerk daar waar het gaat om het maken van keuzes in zijn gedrag in relatie tot zijn gezondheid. 
5.2.15. De student toont respect voor de eigen opvattingen over gezondheid en ziekte van de doelgroep. 
Specifiek voor deze periode:                                                                          
De student analyseert het gespreksproces aan de hand van de basisprocessen van motiverende gespreksvoering.
 
Toets De-escalerend handelen:
 
2.1.1 De student kent gesprekstechnieken en communicatieniveaus (inhoud, procedure, proces) in relatie tot verschillende theorieën en modellen van communicatie.
2.1.3 De student kan communiceren op inhouds-, procedure- en procesniveau en soepel schakelen tussen deze niveaus.
2.1.4 De student kan zich inleven in de zorgvrager en diens naasten.
2.1.5 De student kan gesprekstechnieken toepassen, passend bij de zorgvrager en de fase van het verpleegkundig proces.
2.1.6. De student kan knelpunten in de communicatie herkennen en omgaan met moeilijke situaties als weerstand, heftige emoties en lastige interactiepatronen.
 
Specifiek voor deze periode:
  • De student analyseert de knelpunten in de communicatie aan de hand van interactiemodellen.
  • De student laat in de rol van de verpleegkundige een cultuur sensitieve basishouding zien in het contact met de zorgvrager en het sociale steunsysteem.
6.3.6. De student kan omgaan met emoties van zorgvragers en de-escalerend reageren.
 
Specifiek voor deze periode:                             
  • De student past de-escalerende interventies toe bij verschillende vormen van agressie, te weten agitatie en dreiging.
4.4.15. De student ontwikkelt zich door zelfreflectie en zelfbeoordeling van eigen resultaten.
4.4.16. De student handelt volgens de beroepscode en algemeen geldende beroepswaarden.
4.4.17. De student is betrokken en begaan met zorgvragers vanuit oprecht meeleven.
 
Specifiek voor deze periode:
De student beoordeelt eigen resultaten met betrekking tot de-escalerend handelen door zelfreflectie aan de hand van het reflectiemodel van Korthagen.

Inhoud

Gedurende dit semester staan twee communicatieve vaardigheden centraal: Motiverende gespreksvoering (MGV) en De-escalerend handelen). Tijdens de lessen worden de vaardigheden gedemonstreerd en geoefend. Toetsing gebeurt door:
  1. een demonstratie van een gesprek waarin de zorgvrager wordt ondersteund bij het realiseren van een gezonde leefstijl in relatie tot gezondheidsproblematiek (MGV-gesprek);
  2. interveniëren bij verschillende vormen van agressie (De-escalerend handelen).
Literatuur: zie Studystore

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Academie voor Verpleegkunde