Vak: Verpleegkunde jaar 2 credits: 2

Vakcode
HVVB19VPK2
Naam
Verpleegkunde jaar 2
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
2
Taal
Nederlands
Coördinator
G.W.A. Hingstman
Werkvormen
  • Hoorcollege
Toetsen
  • Redeneren, indiceren en onderzoeken - Computer, organisatie ToetsCentrum

Leeruitkomsten

Leeruitkomsten behorend bij KBS 7:
1.1 Klinisch redeneren

De student kan continu procesmatig gegevens verzamelen en analyseren gericht op het vaststellen van vragen en problemen van de zorgvrager en kiest daarbij passende zorgresultaten en interventies.
 1.1.1    Kent de principes van klinisch redeneren, verpleegkundige kennis en (verpleegkundige) classificaties.
1.1.4    Kent de theoretische modellen over (gevalideerde) zorgverlening achter haar activiteiten en interventies.
1.1.7    Kent uitgangspunten en principes van palliatieve zorg
1.3 Zelfmanagement versterken
De student ondersteunt het zelfmanagement van mensen, hun naasten en hun sociale netwerk, met als doel het behouden of verbeteren van het dagelijks functioneren in relatie tot gezondheid en ziekte en kwaliteit van leven.Typeert (chronische) ziektebeelden en begrijpt de gevolgen daarvan voor het leven van zorgvragers.
 1.3.4 typeert(chronische) ziektebeelden en begrijpt de gevolgen daarvan voor het leven van zorgvragers.
1.4 Indiceren van zorg
De student stelt de aard, duur, omvang en doel van de benodigde (verpleegkundige) zorg vast, in samenspraak met de zorgvrager, op basis van gediagnostiseerde of potentiele, nader te onderzoeken en te diagnosticeren patiënt problemen.
1.4.10 kan zorg toewijzen en prioriteren op basis van triage en de mate van de complexiteit van zorg aan zorgverleners met het juiste deskundigheidsniveau.
1.4.11 kan de zorg effectief en efficiënt organiseren, met een eerlijke verdeling van middelen en gericht op een optimale kwaliteit van zorg.
3.2 Gezamenlijke besluitvorming
De student kan systematisch overleggen in dialoog met de zorgvrager en diens naasten over de te verlenen verpleegkundige zorg en zorgdragen voor een expliciete afweging van verschillende kennisbronnen en de waarden van de zorgvrager in het besluitvormingsproces.
3.2.2 kent keuzehulpen en gebruikt deze waar mogelijk in het besluitvormingsproces.
3.2.3 kent diversiteit, etnische en culturele en levensbeschouwelijke achtergronden en ideologische overtuigingen.
3.3 Multidisciplinair samenwerken
De verpleegkundige in opleiding kan handelen vanuit de eigen verpleegkundige deskundigheid en samenwerken op basis van gelijkwaardigheid met de eigen en andere disciplines binnen en buiten de gezondheidszorg met betrekking tot (multidisciplinaire) zorg en behandeldoelen.
3.3.1 kent visies op samenwerken , actuele standaarden, handreikingen en actuele wet en regelgeving daarin.

Leeruitkomsten behorend bij KBS 8:
4.1 Onderzoekend vermogen

De student toont in zorgsituaties en bij zorg- en organisatievraagstukken een kritisch onderzoekende en reflectieve (basis) houding, verantwoordt het handelen vanuit (verschillende) kennisbronnen, hanteert een methodische aanpak met een gedegen probleemanalyse en doorloopt de onderzoekscyclus gericht op het verbeteren van een specifieke beroepssituatie.
 4.1.1 Kan elementaire methoden van praktijkgericht kwantitatief en kwalitatief onderzoek onderscheiden aansluitend bij onderzoek dat gericht is op de verbetering van de directe zorg van zorgvragers en of een doelgroep zorgvragers.
4.1.2 Kan de onderzoekscyclus en methodisch handelen beschrijven.
4.1.3 Kan analysemethodieken definiëren.
4.2 Inzet EBP
De student kan in samenspraak met de zorgvrager (en/of diens netwerk), collega’s en andere disciplines (1) actief gezochte recente (verpleegkundige) kennis uit (wetenschappelijke) literatuur, richtlijnen en protocollen, (2) professionele expertise en (3) persoonlijke kennis, wensen en voorkeuren van de zorgvrager en/of diens netwerk tegen elkaar afwegen.
4.2.1 Kent de principes, (brede) opvatting en definitie van evidence based nursing practice.
4.2.2 Kent actuele thema’s en ontwikkelingen in het verpleegkundig vakgebied.

Leeruitkomsten behorend bij KBS 9:
1.1 Klinisch redeneren

De student kan continu procesmatig gegevens verzamelen en analyseren gericht op het vaststellen van vragen en problemen van de zorgvrager en kiest daarbij passende zorgresultaten en interventies.
1.1.4    Kent de theoretische modellen over (gevalideerde) zorgverlening achter haar activiteiten en interventies.
1.1.6    Kent methoden voor risico-inschatting, vroegsignalering, probleemherkenning, interventie en monitoring.
 1.3 Zelfmanagement versterken
De student ondersteunt het zelfmanagement van mensen, hun naasten en hun sociale netwerk, met als doel het behouden of verbeteren van het dagelijks functioneren in relatie tot gezondheid en ziekte en kwaliteit van leven.Typeert (chronische) ziektebeelden en begrijpt de gevolgen daarvan voor het leven van zorgvragers.
1.3.5  kan de zorgvrager ondersteunen in het realiseren of handhaven van een zo groot mogelijke mate   van autonomie in het dagelijks functioneren.  
6.3 Veiligheid bevorderen
De student kan continu en methodisch bijdragen aan het bevorderen en borgen van veiligheid van de zorgvrager en medewerkers.
6.3.1 kent veiligheidsbeleid (landelijk en in de eigen organisatie) en wet- en regelgeving omtrent veiligheid van medewerkers en zorgvragers.
6.3.2 kent de (somatische, psychische, sociale en contextuele) factoren die van invloed zijn op de veiligheid van zorgvragers en medewerkers.
6.3.7 kan (bijna) incidenten herkennen en adequaat reageren om schade voor de zorgvrager te beperken, openheid te bieden en herhaling te voorkomen.
6.3.8 kan werken volgens de richtlijnen van het veiligheidsbeleid en infectiepreventie, privacy, ergonomie, economie en ecologie.

Inhoud

Binnen deze leerlijn staan de rollen van zorgverlener, samenwerkingspartner, reflectieve EBP professional, gezondheidsbevorderaar en organisator centraal.
 
In de rol van zorgverlener worden principes, functies en toepassing van classificatiesystemen in algemene zin besproken, met specifiek aandacht voor de Omaha en de ICF classificaties. Daarnaast wordt ingegaan op principes en functies van modellen zoals het OPT model en Proactive Nursing ter ondersteuning van het klinisch redeneren. Deze worden gerelateerd aan de verschillende kritische beroepssituaties die dit semester centraal staan. Er wordt een verdieping gegeven ten aanzien van klinisch redeneren waarbij redeneerhulpen worden toegepast.
 
Ter versterking van het zelfmanagement van cliënten neemt je als student kennis van daartoe bestaande ontwikkelingen en modellen als het Chronic Care Model en het 5A model.
 
Specifiek in dit semester staat het indiceren van zorg centraal, volgens het 11 stappen-model van Rosendal in relatie tot klinisch redeneren in het verpleegkundig proces. Indiceren van zorg wordt hierbij gekoppeld aan onderwerpen als gezamenlijke besluitvorming, ketenzorg en zelfmanagement.
 
In de rol van samenwerkingspartner wordt ingegaan op multidisciplinair samenwerken en continuïteit van zorg binnen de ketenzorg. Daarnaast wordt ten aanzien van deze ketenzorg ingegaan op de verschillende doelgroepen en wordt het belang van een wijkanalyse besproken.
 
Tevens wordt ingegaan op de rol van de reflectieve EBP professional. De stof tijdens de digi- en responsiecolleges is gericht op het onderzoekend vermogen ten aanzien van de onderdelen 'onderzoek van anderen toepassen' (EBP) en 'zelf onderzoek doen'. Basisprincipes en begrippen van de verschillende vormen van onderzoek en methodologie komen hier aan de orde.
 
In de rol van de gezondheidsbevorderaar richt de focus zich van de individuele cliënt (jaar 1) naar de cliënt in relatie tot zijn/haar systeem en leefomgeving, en naar preventiegericht analyseren op het niveau van de cliëntgroep. Er is aandacht voor demografische samenstelling van de leefomgeving.
 
Veiligheid bevorderen staat centraal in de rol van organisator. Gekoppeld aan de Kritische Beroepssituaties worden toepassingen ter bevordering en/of borging van veiligheid behandeld. Hierbij wordt een koppeling gemaakt met de Kritische Beroepssituaties zoals die gebruikt worden bij de opdrachten die uit de KBS'en voortvloeien en bij het vaardighedenonderwijs.

Werkwijze

Alle benodigde theorie wordt aan de student aangeboden middels digicolleges en literatuur. Daarnaast wordt tijdens responsiecolleges interactief ingegaan op vragen en onduidelijkheden ten aanzien van de theorie. Met andere woorden: hier worden 'kennisgaten' opgevuld.

Toetsing

De kennis van de student wordt getoetst tijdens een multiple choice kennistoets die aan het eind van het semester wordt afgenomen.

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Academie voor Verpleegkunde