Vak: Continue Professionele Ontwikkeling 1 (CPO1) credits: 1

Inleiding
De jaren dat jij student bent, ontwikkel je je tot een professional. Je doet kennis op, ontwikkelt vaardigheden en leert van de ervaringen gaandeweg je opleiding. Daar doorheen vervlochten zit de manier waarop jij je als professional ontwikkelt: hoe zie jij jezelf, je gedrag en het effect daarvan op de patiënt? Hoe ga je om met ethische dilemma’s, welke afwegingen maak je daarin en hoe kom je tot een slotsom? Op welke manier ben je nieuwsgierig? Wat maakt jou tot een goede ‘verpleegkundig leider’? Vragen die zich in de dagelijkse praktijk van een verpleegkundige vaak voordoen.

Er wordt wel eens gezegd: als verpleegkundige ben je zelf het belangrijkste instrument. En zo is het ook: van alle kennis en vaardigheden die je tijdens de opleiding opdoet, ben jij degene die ze toepast. Ieder doet dat weer op zijn of haar eigen manier. Iedere verpleegkundige is daarmee uniek. 
In deze leerlijn werk je stapsgewijs aan zicht op jezelf, op de ander, op situaties en hoe je daar zelf invloed op kunt uitoefenen. Kortom: hoe je continu blijft werken aan jouw eigen professionele ontwikkeling.

Duur / looptijd van de leerlijn
Deze leerlijn beslaat jaar 1 & 2 van de bacheloropleiding. In jaar 3 gaat deze leerlijn over in de gelijknamige leerlijn van jaar 3 & 4 ‘Continue Professionele ontwikkeling’.

Inhoud & fasering gedurende jaar 1 & 2
Semester 1: - de student leert evalueren en maakt kennis met onderdelen die van belang zijn voor waardevolle reflectie; - De student krijgt inzicht in het belang van reflecteren binnen de 5 kernbegrippen zoals verpleegkundig leiderschap op organisatieniveau.
Semester 2: - de student kan betekenisvolle situaties herkennen en kan effect van eigen rol in deze situatie weergeven door het gehele reflectieproces te herkennen; - de student wordt o.a. vaardig in het geven en ontvangen van feedback; - de student krijgt inzicht in het belang van verpleegkundig leiderschap op individueel niveau.
Semester 3 & 4: - de student maakt kennis met verschillende reflectiemodellen en kan twee zichtbaar toepassen; - de student herkent eigen talenten (aan eind PLP1) en de invloed die hij / zij kan uitoefenen op de eigen ontwikkeling; - de student kent de aspecten die het functioneren van een ‘verpleegkundig leider’ kenmerken en kan deze koppelen aan de eigen startpositie als verpleegkundig leider.

Actuele Keuzeactiviteit (AKa)
De ontwikkelingen in de zorg gaan snel. Daarnaast is de zorgwereld breed: er gebeurt veel om ons heen. De student oriënteert zich op die ‘buitenwereld’ tijdens de Actuele Keuzeactiviteit. In semester 1 & semester 2 van jaar 1 kiest of organiseert de student een activiteit die de eigen horizon verbreed op gebied van zorg. Deze activiteit moet buiten de Academie voor Verpleegkunde worden uitgevoerd. De student legt verantwoording af over deze activiteiten (1 per semester, 2 in totaal in jaar 1) tijdens één van de overdrachtsmomenten (met docent en medestudenten). In deze verantwoording legt de student een duidelijke koppeling naar één of meerdere leeruitkomsten van CPO.

Toetsing
Persoonlijke leerdoelen.
Aan het eind van elk semester formuleert de student persoonlijke leerdoelen. Aan deze leerdoelen werkt de student specifiek in het daaropvolgende semester. De doelen sluiten aan op de vijf kernbegrippen (professionele reflectie, morele sensitiviteit, onderzoekende houding, professioneel gedrag, verpleegkundig leiderschap).

Portfolio
Vanaf het begin van de studie bouwt de student een portfolio op. Onderdelen zijn korte schriftelijke en/of multimediale voorbeelden van waardevolle leermomenten, die beantwoorden aan verschillende leeruitkomsten (minimaal één per kernbegrip). Dit kunnen momenten zijn uit het onderwijsprogramma (of stage i.g.v. stage in semester 3) zoals (onderdelen van) verslagen, filmpjes, verkregen feedback.
Mondelinge verantwoording & overdracht: overdracht van de eigen professionele ontwikkeling naar de/een nieuwe docent aan het eind van elk semester. Enkel de mondelinge portfolio- verantwoording van semester 1.1 vindt plaats in de eerste weken van 1.2.