Vak: Verpleegkunde 1: verpleegkundig proces credits: 2

Te toetsen leeruitkomsten:

KBS 1
4.4 Professionele reflectie  
De student kan kritisch het eigen verpleegkundig gedrag beschouwen in relatie tot beroepscode en beroepswaarden en het in (mono- en multidisciplinaire) besprekingen over zorgvragers betrokken en zorgvuldig argumenteren, rekening houdend met de emoties en belangen van de zorgvrager vanuit het besef dat zorg een morele-ethische praktijk behelst.  
4.4.2 kent recente nationale en internationale verpleegkundige beroepscodes. 
4.4.3 kent algemeen geldende beroepswaarden en kent eigen waarden in het leven en beroepsmatig handelen.  
4.4.4 kent levensbeschouwelijke en religieuze opvattingen en stromingen.  

KBS 2
1.2 Uitvoeren van zorg  
De student verleent integrale zorg door zelfstandig alle voorkomende en risicovolle handelingen in laag-complexe zorgsituaties uit te voeren met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving en vanuit een holistisch perspectief.  
1.2.2 kent de theoretische modellen van gevalideerde zorgverlening achter haar activiteiten en interventies.  

KBS 3
1.2 Uitvoeren van zorg  
De student verleent integrale zorg door zelfstandig alle voorkomende en risicovolle handelingen in laag-complexe zorgsituaties uit te voeren met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving en vanuit een holistisch perspectief.   
 1.2.1 past relevante verpleegkundige interventies, inclusief hun werking, bijwerkingen en effecten, als parameter voor het verpleegkundig handelen toe.
4.1 Onderzoekend vermogen  
De student toont in zorgsituaties en bij zorg- en organisatievraagstukken een kritisch onderzoekende en reflectieve (basis) houding, verantwoord het handelen vanuit (verschillende) kennisbronnen, hanteert een methodische aanpak met een gedegen probleemanalyse en doorloopt de onderzoekscyclus gericht op het verbeteren van een specifieke beroepssituatie.
4.1.6 kan kritische vragen formuleren en prioriteren bij casuïstiek van individuele zorgvragers en doelgroepen en bij zorg- en organisatievraagstukken op microniveau   
1.1 Klinisch redeneren 
De student kan continu procesmatig gegevens verzamelen en analyseren gericht op het vaststellen van vragen en problemen van de zorgvrager en kiest daarbij passende zorgresultaten en interventies. 
1.1.1 kent de principes van klinisch redeneren, verpleegkundige kennis en (verpleegkundige) classificaties. 
Specifiek voor deze periode: 
benoemt het proces van klinisch redeneren in relatie tot het verpleegkundig proces