Vak: Afstudeeropdracht credits: 30

Vakcode
ITDB17ASO
Naam
Afstudeeropdracht
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
30
Taal
Nederlands
Coördinator
R. van Dijk
Werkvormen
  • Afstudeeropdracht
  • Hoorcollege
Toetsen
  • Afstudeerproject - Overige toetsing

Leeruitkomsten

De student adviseert met betrekking tot de herinrichting van processen en/of informatiestromen en/of een nieuw te ontwikkelen of aan te schaffen ICT-systeem op basis van een analyse en in overleg met stakeholders.
De student analyseert processen, producten, ICT-systemen en/of informatiestromen in hun onderlinge samenhang in de context van de omgeving.
De student ontwerpt een (deel van een) ICT-systeem op basis van specificaties binnen vooraf gestelde kaders.
De student realiseert een (deel van een) ICT-systeem op basis van een ontwerp binnen gestelde kaders.
De student schrijft een verzorgd, zakelijk en goed gestructureerd verantwoordingsrapport en het taalgebruik daarbij is correct.
De student toont aan het project planmatig en aan de hand van reflectieve kritische houding te hebben uitgevoerd.
De student voert op adequate en navolgbare wijze een praktijkgericht onderzoek uit ter onderbouwing van een fase of deel van de opdracht.

Inhoud

Als je voldoet aan de instapeisen, zoals beschreven in het Opleiding en Examen Reglement (OER), dan kun je gaan afstuderen. Wanneer je een passende opdracht hebt gevonden en daarvoor goedkeuring hebt gekregen (zie onder) dan kun je iedere eerste werkdag van de maand starten met een opdracht. Met andere woorden, het startmoment van je afstuderen is flexibel.

Gedurende het studiejaar vindt de begeleiding plaats via kennistafels. Een kennistafel is georganiseerd rond een van de kennisthema’s die de opleiding HBO-ICT samen met het lectoraat NB&ICT heeft gedefinieerd. Een overzicht van alle kennistafels kun je vinden in de Blackboard course afstuderen.

Aan iedere tafel is een docent-onderzoeker verbonden als vaste tafelvoorzitter. Een student zoekt een opdracht die past binnen de kaders van één van de afstudeertafels. In feite wordt de student hiermee in staat gesteld om een eigen afstudeerdocent te kiezen. Het is de tafelvoorzitter die besluit of een student met opdracht kan aanschuiven. Capaciteit is daarbij een criterium. Het afstudeerbureau toetst of je voldoet aan de instapeis en ziet toe op dossiervorming.

Met regelmaat zitten de tafeldocenten en -studenten bijeen. Deze bijeenkomsten kunnen het karakter hebben van intervisie met externe deskundigen/docenten/elkaar aangevuld met workshops schrijfvaardigheden/ onderzoek/projectmatig werken.

In het project kiest de student (binnen zekere kaders) de competenties die worden beoordeeld in het examengesprek. Samen met de tafelvoorzitters bepaalt de student de wegingsfactoren van de verschillende competenties op basis waarvan de beoordeling resulteert in een cijfer. De beoordeling is dus aangepast op het beroepsproduct en daagt de student uit om te excelleren op specifieke onderdelen.

In het afstudeerproject heeft de student resultaatverplichting. In principe kent het afstudeerproject een nominale doorlooptijd van één semester. Een project mag qua tijd iets uitlopen, maar niet onbeperkt. De student moet uiterlijk binnen één jaar (365 dagen) zijn afstudeerproject afronden, waarbinnen de student één keer gebruik kan maken van een reparatie. Details over de beoordelingprocedure zijn beschreven in de afstudeerhandleiding. Het is de student die het examen aanvraagt. Vervolgens wordt het moment van het examengesprek bepaald met het afstudeerbureau, de tafelvoorzitter en een extern deskundige.

De vaststelling van het examenresultaat vindt plaats (vlak) na het gesprek. Tijdens het gesprek demonstreert de student het beroepsproduct, legt uit aan de hand van het verantwoordingsverslag op welke wijze het beroepsproduct methodisch tot stand is gekomen en beantwoordt vragen. In het geval van een voldoende geldt het gesprek als een ontwikkelgesprek. In het geval van een onvoldoende fungeert het gesprek als een feedbackgesprek.

  • Door de student wordt zelfstandig gewerkt aan een opdracht uit de praktijk. De verantwoordelijkheid voor het verwerven ervan ligt bij de student en moet worden goedgekeurd door de opleiding.
  • De opdracht moet in zich hebben dat de student kan laten zien dat hij in staat is zelfstandig een onderbouwd beroepsproduct te realiseren dat past bij zijn major richting. Er moet sprake zijn van één samenhangend project, waarin een analyse, ontwerp, realisatie en advies component aanwezig zijn.
  • Van de student wordt verwacht dat hij methodische te werk gaat. Bij minimaal één fase van het methodisch werken voert hij praktijkgericht onderzoek uit en maakt hij gebruik van bestaande kennis uit een externe bron.
  • In enkele gevallen kan worden afgestudeerd bij een eigen bedrijf. Iedere student heeft een docent-coach en wordt beoordeeld door twee examinatoren.

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Instituut voor Communicatie, Media & IT