Vak: Stage jaar 3 credits: 30

Vakcode
MIVB22MODSTAGE
Naam
Stage jaar 3
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
30
Taal
Nederlands
Coördinator
M.F. van Dijk
Werkvormen
  • Opdracht
Toetsen
  • Stage - Opdracht

Leeruitkomsten

Onderstaande leeruitkomsten voor het bachelorniveau zijn gericht op het werken in een zorgorganisatie, welzijnsorganisatie of een organisatie voor maatschappelijke dienstverlening. De werkzaamheden van een beginnend beroepsbeoefenaar van de Bachelor opleiding, richten zich op een werkeenheidoverstijgende context binnen de organisatie.
De beginnend beroepsbeoefenaar:

B1. analyseert de bedrijfsvoering van een werkeenheid en draagt bij aan vernieuwing hiervan, hierbij anticiperend op maatschappelijke ontwikkelingen en hun consequenties voor de organisatie/dienstverlening.
B2. levert een bijdrage aan het creëren van een permanente verander- en leercultuur op een werkeenheid, waarbij betrokkenen meer vanuit eigen kracht talenten, doelen en professionele verantwoordelijkheid opereren met duidelijke verbinding naar organisatie- c.q. maatschappelijke doelen.
B3. signaleert en benut kansen voor verbetering van de dienstverlening, voert verbeteringen zoveel als mogelijk door in co-creatie met de belangrijkste belanghebbenden en onderbouwt verbeteringen vanuit hun toegevoegde maatschappelijke waarde en de eigen visie op organiseren.
B4. gaat interne en/of externe samenwerkingsverbanden aan die noodzakelijk zijn voor de inrichting, uitvoering en ontwikkeling van de dienstverlening en stimuleert professionals van de werkeenheid om hier een actieve bijdrage aan te leveren.
B5. organiseert randvoorwaarden voor een goed en uitnodigend leerklimaat op de werkeenheid en stimuleert de professionals zich persoonlijk en als team te ontwikkelen zodat zij in staat lijn om optimale kwaliteit van dienstverlening te leveren aan cliënten.
B6. draagt op overtuigende wijze een eigen visie op zorg, dienstverlening en leiderschap uit, verbindt deze met de interne en externe omgeving en ontwikkelt op een congruente wijze doelen voor eigen verantwoordelijkheidsgebieden.
B7. laat een onderzoekende en kritische houding zien, verantwoordt overwegingen en acties op basis van evidence uit de beroepspraktijk en hun impact op (dienstverlenings)processen binnen de eigen organisatie.

Tijdens de stage jaar 3 staan de leeruitkomsten B1, B2, B3 en B7 centraal.

Inhoud

De opleiding leidt op tot beroepsbeoefenaren in zorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening, waarbij rekening gehouden wordt met de specifieke context van de beroepspraktijk van de sector. Deze beroepsbeoefenaren hebben een leidende, coördinerende of adviserende rol in het diagnosticeren van problematiek en het genereren en implementeren van oplossingen op organisatie en samenwerkingsvraagstukken. Het begrip ‘management’ wordt in de MiZ-opleidingen breed gedefinieerd en hangt nauw samen met het begrip ‘Leiderschap’.

De volgende visie op management van zorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening wordt gehanteerd:

Management in de zorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening richt zich op het realiseren van de beste resultaten voor cliënten/ patiënten binnen de maatschappelijke context (kaders, ontwikkelingen), met als basis een stimulerende werk- en leeromgeving voor professionals en de juiste inzet van mensen en middelen (bedrijfsvoering). Dit houdt in het medevormgeven van het dienstverleningsproces in co-creatie met de cliënt/stakeholders. Hierbij worden op een ondernemende, creatieve en flexibele manier oplossingen voor vraagstukken in de sector gezocht en verwezenlijkt. Voor de beste resultaten kan de problematiek vanuit verschillende perspectieven en paradigma’s worden benaderd. Management gaat hierbij hand in hand met het ontwikkelen van visie en het tonen van leiderschap, aan zichzelf en aan anderen.

Om de visie van de opleiding gestalte te geven is de praktijk binnen de voltijdse opleiding Management en Zorg een belangrijke component. Deze zorgt ervoor dat studenten in ruime mate in aanraking komen met situaties in de acutele rijke praktijkcontext.

Tijdens de stage wordt de student in de gelegenheid gesteld om zich op een breed vlak te oriënteren op MIZ relevante werkzaamheden. De student ervaart daarbij de bedrijfskundige rol in zorg en welzijn. Dit is een spiegel voor het eigen toekomstig functioneren. Daarom is het hoofddoel van de stage jaar 3 als volgt omschreven:

De student functioneert in een organisatie door MIZ-gerelateerde werkzaamheden uit te voeren. De student wordt zich bewust -voor wat betreft kennis en inzicht, vaardigheden en beroepshouding- van de eigen mogelijkheden en beperkingen in het toekomstige beroep.
 

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Academie voor Gezondheidsstudies