Vak: Externe Stage 2 credits: 3
- Vakcode
- MZVH7STA3
- Naam
- Externe Stage 2
- Studiejaar
- 2022-2023
- ECTS credits
- 3
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- M. Bodewes-de Vries
- Werkvormen
-
- Stage, werk
- Toetsen
-
- semester 5 - Overige toetsing
- semester 6 - Overige toetsing
Leeruitkomsten
Visie en Creativiteit: De musicus is artistiek gedreven en is in staat om opvattingen en overtuigingen op het eigen vakgebied te verwerven en te communiceren in de muzikale beroepspraktijk.
Communicatie: De musicus kan zijn handelen in verschillende contexten effectief en efficiënt over brengen en de artistieke betekenis van muziek uitdragen naar anderen.
Vermogen tot Samenwerken: De musicus is in staat om samen met andere betrokkenen een actieve bijdrage aan een gezamenlijk product of proces te leveren.
Het Ambacht: De musicus onderhoudt een breed scala aan vaktechnische kennis en vaardigheden, die hem in staat stellen zowel binnen de nationale als de internationale beroepscontext te functioneren.
Analytisch vermogen: De musicus kan muziek (cognitief) ontleden.
Omgevingsgerichtheid: De musicus is alert op ontwikkelingen in de samenleving en integreert deze in zijn muziekpraktijk.
Innovatie: De musicus als performer is in staat om het eigen vakgebied te verkennen en ermee te experimenteren, wat tot uiting komt in innovatieve muzikale processen en producties.
Methodisch/reflectief handelen: De musicus is in staat om methodisch en professioneel te handelen, kan hierop reflecteren en is zelfstandig, en met en voor anderen, in staat tot terugkoppeling.
Communicatie: De musicus kan zijn handelen in verschillende contexten effectief en efficiënt over brengen en de artistieke betekenis van muziek uitdragen naar anderen.
Vermogen tot Samenwerken: De musicus is in staat om samen met andere betrokkenen een actieve bijdrage aan een gezamenlijk product of proces te leveren.
Het Ambacht: De musicus onderhoudt een breed scala aan vaktechnische kennis en vaardigheden, die hem in staat stellen zowel binnen de nationale als de internationale beroepscontext te functioneren.
Analytisch vermogen: De musicus kan muziek (cognitief) ontleden.
Omgevingsgerichtheid: De musicus is alert op ontwikkelingen in de samenleving en integreert deze in zijn muziekpraktijk.
Innovatie: De musicus als performer is in staat om het eigen vakgebied te verkennen en ermee te experimenteren, wat tot uiting komt in innovatieve muzikale processen en producties.
Methodisch/reflectief handelen: De musicus is in staat om methodisch en professioneel te handelen, kan hierop reflecteren en is zelfstandig, en met en voor anderen, in staat tot terugkoppeling.
Inhoud
Koordirectie:
Stage lopen bij koor in de regio onder begeleiding van stagementor. Eén van deze stages wordt bij een (amateur)orkest gedaan. De duur en inhoud van deze stages worden in overleg met de hoofdvakdocent, de stagementor en de dirigent van het betreffende stage-ensemble bepaald. Het vinden van een stageplaats en het maken van afspraken over de stage hoort tot de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de stagementor en de student (zie ook stageregeling).
Hafabradirectie:
Stage lopen bij orkest in de regio onder begeleiding van hoofdvakdocent. Zie ook stageregeling. Tijdens de studie wordt 18 x per jaar een stage georganiseerd bij orkesten in de regio Noord-Oost Nederland. (Een bezoek aan een provinciaal concours of professioneel orkest behoort ook tot de mogelijkheden). Getracht wordt om bij de stagebezoeken een evenwichtige verdeling te bereiken tussen harmonieorkesten, fanfare’s en brassbands. De partituren worden 2 weken voor het bezoek aan een orkest uitgereikt om hiervan een degelijke studie te maken. Tijdens de stages krijgen 4 studenten de gelegenheid om met het orkest te werken. Als afsluiting wordt elke stageavond met de groep geëvalueerd.
Stage lopen bij koor in de regio onder begeleiding van stagementor. Eén van deze stages wordt bij een (amateur)orkest gedaan. De duur en inhoud van deze stages worden in overleg met de hoofdvakdocent, de stagementor en de dirigent van het betreffende stage-ensemble bepaald. Het vinden van een stageplaats en het maken van afspraken over de stage hoort tot de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de stagementor en de student (zie ook stageregeling).
Hafabradirectie:
Stage lopen bij orkest in de regio onder begeleiding van hoofdvakdocent. Zie ook stageregeling. Tijdens de studie wordt 18 x per jaar een stage georganiseerd bij orkesten in de regio Noord-Oost Nederland. (Een bezoek aan een provinciaal concours of professioneel orkest behoort ook tot de mogelijkheden). Getracht wordt om bij de stagebezoeken een evenwichtige verdeling te bereiken tussen harmonieorkesten, fanfare’s en brassbands. De partituren worden 2 weken voor het bezoek aan een orkest uitgereikt om hiervan een degelijke studie te maken. Tijdens de stages krijgen 4 studenten de gelegenheid om met het orkest te werken. Als afsluiting wordt elke stageavond met de groep geëvalueerd.
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Prins Claus Conservatorium