Vak: Hoofdvak Koordirectie 3 credits: 41
- Vakcode
- MZVH8KOD4
- Naam
- Hoofdvak Koordirectie 3
- Studiejaar
- 2022-2023
- ECTS credits
- 41
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- M. Bodewes-de Vries
- Werkvormen
-
- Individueel
- Practicum / Training
- Toetsen
-
- semester 7 - Overige toetsing
- semester 8 - Overige toetsing
Leeruitkomsten
Visie en Creativiteit: De musicus is artistiek gedreven en is in staat om opvattingen en overtuigingen op het eigen vakgebied te verwerven en te communiceren in de muzikale beroepspraktijk.
Communicatie: De musicus kan zijn handelen in verschillende contexten effectief en efficiënt over brengen en de artistieke betekenis van muziek uitdragen naar anderen.
Vermogen tot Samenwerken: De musicus is in staat om samen met andere betrokkenen een actieve bijdrage aan een gezamenlijk product of proces te leveren.
Het Ambacht: De musicus onderhoudt een breed scala aan vaktechnische kennis en vaardigheden, die hem in staat stellen zowel binnen de nationale als de internationale beroepscontext te functioneren.
Analytisch vermogen: De musicus kan muziek (cognitief) ontleden.
Omgevingsgerichtheid: De musicus is alert op ontwikkelingen in de samenleving en integreert deze in zijn muziekpraktijk.
Innovatie: De musicus als performer is in staat om het eigen vakgebied te verkennen en ermee te experimenteren, wat tot uiting komt in innovatieve muzikale processen en producties.
Methodisch/reflectief handelen: De musicus is in staat om methodisch en professioneel te handelen, kan hierop reflecteren en is zelfstandig, en met en voor anderen, in staat tot terugkoppeling.
Communicatie: De musicus kan zijn handelen in verschillende contexten effectief en efficiënt over brengen en de artistieke betekenis van muziek uitdragen naar anderen.
Vermogen tot Samenwerken: De musicus is in staat om samen met andere betrokkenen een actieve bijdrage aan een gezamenlijk product of proces te leveren.
Het Ambacht: De musicus onderhoudt een breed scala aan vaktechnische kennis en vaardigheden, die hem in staat stellen zowel binnen de nationale als de internationale beroepscontext te functioneren.
Analytisch vermogen: De musicus kan muziek (cognitief) ontleden.
Omgevingsgerichtheid: De musicus is alert op ontwikkelingen in de samenleving en integreert deze in zijn muziekpraktijk.
Innovatie: De musicus als performer is in staat om het eigen vakgebied te verkennen en ermee te experimenteren, wat tot uiting komt in innovatieve muzikale processen en producties.
Methodisch/reflectief handelen: De musicus is in staat om methodisch en professioneel te handelen, kan hierop reflecteren en is zelfstandig, en met en voor anderen, in staat tot terugkoppeling.
Inhoud
Het onderwijs van het hoofdvak koordirectie is ingericht in modules. Aan bod komen:
Slagtechniek, partituurstudie, koorliteratuur, repetitietechniek, orkestdirectie, kennis van instrumenten, Hafabra, liturgie, gregoriaans, uitspraak van vreemde talen, stemvorming/ koorscholing, testen aspirant koorleden, lichte muziek, kinderkoor, ondernemerschap, organisatie concerten & etiquette, korenorganisaties/ bibliotheken/ impresariaten etc., Basso continuo, oude stemmingen, versieringen, oude notaties en gewoonten & accidentiae.
In de loop van de studie stelt iedere student 5 (avondvullende) programma’s samen met voornamelijk koormuziek. Deze programma’s dienen bestudeerd te worden op slagtechnisch, muzikaal en muziekhistorisch gebied. Zowel a cappella als door verschillende soorten ensembles of orkesten begeleide koormuziek moet vertegenwoordigd zijn. In de programma’s komen (middeleeuwen en) renaissance, barok, klassiek, romantiek en 20e eeuw alle aan bod.
In de loop van de studie maakt iedere student een rubricering van tenminste 200 koorwerken uit alle stijlperiodes op een zodanige manier, dat hij vragen over tijdsduur, moeilijkheidsgraad, bezetting, bruikbaarheid etc. gemakkelijk aan de hand van dit systeem kan beantwoorden.
Alle koordirectiestudenten volgen taallessen. Dit maakt onderdeel uit van het hoofdvak.
Docenten:
Louis Buskens
Gerben van der Veen
Slagtechniek, partituurstudie, koorliteratuur, repetitietechniek, orkestdirectie, kennis van instrumenten, Hafabra, liturgie, gregoriaans, uitspraak van vreemde talen, stemvorming/ koorscholing, testen aspirant koorleden, lichte muziek, kinderkoor, ondernemerschap, organisatie concerten & etiquette, korenorganisaties/ bibliotheken/ impresariaten etc., Basso continuo, oude stemmingen, versieringen, oude notaties en gewoonten & accidentiae.
In de loop van de studie stelt iedere student 5 (avondvullende) programma’s samen met voornamelijk koormuziek. Deze programma’s dienen bestudeerd te worden op slagtechnisch, muzikaal en muziekhistorisch gebied. Zowel a cappella als door verschillende soorten ensembles of orkesten begeleide koormuziek moet vertegenwoordigd zijn. In de programma’s komen (middeleeuwen en) renaissance, barok, klassiek, romantiek en 20e eeuw alle aan bod.
In de loop van de studie maakt iedere student een rubricering van tenminste 200 koorwerken uit alle stijlperiodes op een zodanige manier, dat hij vragen over tijdsduur, moeilijkheidsgraad, bezetting, bruikbaarheid etc. gemakkelijk aan de hand van dit systeem kan beantwoorden.
Alle koordirectiestudenten volgen taallessen. Dit maakt onderdeel uit van het hoofdvak.
Docenten:
Louis Buskens
Gerben van der Veen
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Prins Claus Conservatorium