Vak: Handelingsgericht werken en gespreksvoering credits: 15

·         De student signaleert op de werkvloer een opvallende/afwijkende ontwikkeling van kinderen en analyseert dit aan de hand van passende theorieën. (1.1e)              
·         De student signaleert risicofactoren (in het systeem) van het kind m.b.v. een relevant model en kan hier preventief op inspelen. (1.1f)  
·         De student (h)erkent (spontane) talentmomenten van individuele kinderen (en van de groep) en activeert, stimuleert en ondersteunt bewust en/of spontaan exploratief en onderzoekend gedrag van kinderen. (1.2j)                
·         De student stelt een handelingsplan op maat op (t.b.v. collega’s) voor het werken met een bepaalde groep, volgens de binnen de organisatie gehanteerde pedagogische visie/VVE methode. (1.2k)                  
·         De student stelt in overleg met ouders, het desbetreffende kind en andere relevante betrokkenen een handelingsplan op (shared decision making) voor het stimuleren van individuele kinderen met lichte en of veel voorkomende problematiek. (2.2d)
·         De student zorgt indien nodig voor doorverwijzing naar en/of afstemming met specialistische zorg- of hulpverleners (logopedie, fysiotherapie, jeugdhulpverlening, etc.) (2.2e)
·         De student stelt een handelingsplan of kindgroeiplan op (zo nodig in overleg met relevante anderen) voor het werken met groepen waarin meerdere kinderen zitten met (ontwikkelings)problemen, ook t.b.v. collega’s. (2.2g)            
·         De student begeleidt en coacht collega’s bij de uitvoering van verbeterplannen en handelingsplannen. (3.1f)
·         De student reflecteert op het eigen functioneren en de ontwikkeling tot professional, die tot nu toe is doorgemaakt en zijn kwaliteiten/krachten, maar ook zwaktes/ontwikkelpunten. (4.1b)                                  
·         De student toont een lerende, onderzoekende en ondernemende houding en werkt continu aan het vergroten, verbreden en verdiepen van de eigen professionele ontwikkeling. (4.1c)
·         De student kan op basis van relevante gegevens zowel schriftelijk als mondeling communiceren met betrekking tot een plan, advies of het verstrekken van informatie, gebruikmakend van heldere en correcte taal. (4.2f)