Vak: Recht in het publieke domein credits: 5
- Vakcode
- SIREP9RPU1
- Naam
- Recht in het publieke domein
- Studiejaar
- 2022-2023
- ECTS credits
- 5
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- L.M. Lukkien-Wolters
- Werkvormen
-
- Hoorcollege
- Individueel
- Werkcollege
- Zelfstudie
- Toetsen
-
- Recht in publiek domein - Computer, organisatie ToetsCentrum
Leeruitkomsten
Analyseren: Rechtsvragen formuleren en oplossen, op basis van een analyse van de praktijk en van de juridisch relevante feiten en juridische bronnen
Voordat de hbo-jurist een beroepsproduct maakt, dient hij de praktijk te analyseren. Vervolgens formuleert hij de juridisch relevante vragen bij een casuspositie. Hij beschikt over onderzoeksvaardigheden: hij gaat systematisch te werk door de relevante juridische bronnen te selecteren en verzamelen, zoals wetgeving en jurisprudentie. Zijn analyse omvat het proces van verzamelen, selecteren, kwalificeren en analyseren van de praktijksituatie, de daaruit voorvloeiende relevante feiten en juridische bronnen. De hbo-jurist moet dit volledige proces doorlopen om een goed beroepsproduct op te leveren.
Niveau 1
De startende student analyseert op methodische wijze in een eenvoudige en afgebakende situatie (sociaal)juridische vraagstukken met gebruikmaking van aangereikte juridische en niet-juridische bronnen.
Inhoud
De student maakt kennis met de basisbegrippen in het bestuurs(proces)recht. De volgende onderwerpen zullen onder andere aan de orde komen: besluit, belanghebbende, bestuursorgaan, algemene beginselen van behoorlijk bestuur, ontvankelijkheid, rechtsbescherming, bevoegdheidsverkrijging en bevoegdheidsuitoefening. Daarnaast zal jurisprudentie voorgeschreven worden ter ondersteuning van de hierboven beschreven onderwerpen. De student zal de nodige vaardigheden aangeleerd krijgen m.b.t. het analyseren van wetsartikelen en jurisprudentie.
De student kan het bestuurs(proces)recht in de systematiek van wetgeving plaatsen en kan de verhouding tussen het openbaar bestuur en de burger nader duiden. De student kan bevoegdheden van het openbaar bestuur en bestuurshandelingen definiëren aan de hand van de Awb. De student kan daarbij aangeven wat de inhoudelijke en formele vereisten zijn van (rechts)handelingen door het openbaar bestuur en de rechtspositie van de cliënt vaststellen. De student kan de organisatie van het openbaar bestuur en de bevoegdheidsverkrijging daarvan typeren. De student kan actoren in het bestuursrecht definiëren. De student kan rechtmatig bestuur vaststellen aan de hand van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De student kan aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de werking van rechtsbescherming in Nederland typeren en toepassen.
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Instituut voor Rechtenstudies