Vak: Professionele Identiteit 1 credits: 5

Vakcode
TBVP22PI1
Naam
Professionele Identiteit 1
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
5
Taal
Nederlands
Coördinator
P. Penninga
Werkvormen
  • Onderwijs
Toetsen
  • Professional Identity 1 - Opdracht

Leeruitkomsten

Professionele ontwikkeling:
De (junior) professional is zich bewust van zijn persoonlijke en professionele ontwikkeling en is zich bewust van zijn professionele en maatschappelijke omgeving en zijn eigen positie daarin. Hij reflecteert op eigen gedrag, daarbij gebruikmakend van verkregen feedback en zelfevaluatie. Hij maakt persoonlijke keuzes ten aanzien van beroepsrol en positie en stuurt actief de eigen ontwikkeling.

Samenwerken:
De (junior) professional kan binnen een organisatie effectief acteren waarbij hij in staat is om verschillende partijen en stakeholders te betrekken, te groeperen en samen te brengen rond een gezamenlijk organisatiedoel. Hij is in staat om binnen deze samenwerking technisch bedrijfskundige informatie op overtuigende en toegankelijke wijze te delen, zodat een actieve bijdrage wordt geleverd aan het gedefinieerde organisatiedoel.

 

Inhoud

Het doel van de opleiding Technische Bedrijfskunde is studenten een startkapitaal mee te geven bij het afronden van hun schoolloopbaan: een startbrevet als toekomstbehendige professional. Een startbrevet betekent dat een student beschikt over voldoende professionele identiteit om een start te kunnen maken op de arbeidsmarkt of voor een vervolgstudie. Enerzijds betekent dit dat de student vanuit zijn beroepsidentiteit in staat is technisch bedrijfskundige kennis en vaardigheden toe te passen in een relevante bedrijfscontext. Anderzijds dat de student zich bewust is van zijn persoonlijke identiteit in relatie tot burgerschap in een veranderende maatschappelijke context waarin die bedrijven opereren. Het begrip professionele identiteit is daarbij essentieel. Professionele identiteit betekent het tonen van:
  1. Veerkracht: het vermogen om in verschillende (professionele) situaties te kunnen acteren.
  2. Wijsheid: het vermogen om de juiste professionele keuzes te maken.
  3. Zelfsturing: het vermogen om richting te geven aan de eigen professionaliteit
  4. Excellentie: het vermogen om het beste uit te jezelf te halen.

Om dit mogelijk te maken moet de student gedurende zijn opleidingstraject aandacht besteden aan 4 aspecten die in samenhang de professionele identiteit bepalen:
  1. Het professionele frame, bepaald door de technische bedrijfskundige kennis en vaardigheden, zoals o.a. vastgelegd in de BOKS[1] en mede gedefinieerd door een Groningse Kleur (zoals o.a. de verschillende uitstroomprofielen).
  2. Het institutionele frame, zoals vastgelegd in de vaardigheden en beroepsethiek van een technisch bedrijfskundige en onderdeel van de BOKS.
  3. Het professionele zelf. Dit komt met name tot uiting in de studie en loopbaan keuzes van de student en wordt gefaciliteerd door keuzemogelijkheden in de studie.
  4. Het Persoonlijke zelf, waarin de student staat voor de keuzes die gemaakt worden binnen de maatschappelijk context en het functioneren daarin. Dit wordt mee gefaciliteerd door de leergemeenschap van de opleiding
 
  • De vaardigheden ondersteunen de beroepsproducten in jaar 1.
  • Op basis van een (instap)toets laat de student zien of hij voldoet aan de basiscriteria.
  • Op basis van persoonlijke leerdoelen volgt de student een training en laat zien dat hij dit doel haalt.