Vak: Juridische vaardigheden A privaatrecht credits: 5

Vakcode
XRDP21PRA
Naam
Juridische vaardigheden A privaatrecht
Studiejaar
2022-2023
ECTS credits
5
Taal
Nederlands
Coördinator
B. Veenema
Werkvormen
  • Werkcollege
  • Zelfstudie
Toetsen
  • Juridische vaardigheden A privaatrecht - Computer, organisatie ToetsCentrum

Leeruitkomsten

De startende student analyseert op methodische wijze in een eenvoudige en afgebakende situatie
(sociaal)juridische vraagstukken met gebruikmaking van aangereikte juridische en niet-juridische
bronnen:
1. De student selecteert feiten en bronnen op basis van (sociaal)juridische relevantie en
betrouwbaarheid;
2. De student formuleert in eigen woorden vragen op basis van de (sociaal)juridische relevante
feiten;
3. De student interpreteert deze geselecteerde feiten en vat ze samen om tot een beredeneerde
conclusie te komen;
4. De student formuleert mondeling en/of schriftelijk op basis van deze analyse een passende
oplossing.
5. De student herkent en omschrijft de verschillende rechtsgebieden, feiten en belangen van
betrokkenen (bijv. cliënten) die spelen bij een (sociaal)juridisch vraagstuk;
6. De student werkt op methodisch verantwoorde wijze met gebruikmaking van een plan van
aanpak;
7. De student vat bronnen samen op de kerngedachte.
 

Inhoud

Wat wordt verstaan onder privaatrecht? Waar is het recht te vinden en hoe pas je het toe? Dit zijn vragen die centraal staan. In een aantal weken wordt aandacht besteed aan het juridische systeem, het gebruik van de wettenbundels en het lezen en begrijpen van juridische taal. De inhoudelijke onderdelen van het Privaatrecht die besproken worden zijn het goederenrecht en het verbintenissenrecht.
 
Naast het hebben van inzicht in het Nederlands Recht, heeft de beginnende jurist instrumenten nodig om op een systematische manier toe te werken naar het antwoord op een juridische vraag. Dit vak biedt daartoe tevens een inleiding in de methoden en technieken die gebruikt kunnen worden om een juridisch (onderbouwd) oordeel te geven over een bepaalde situatie (casus). Het gaat over rechtsvinding in brede zin: methoden voor het oplossen (en op het spoor komen) van verschillende vragen, die relevant kunnen zijn om te komen tot een juridische oplossing. We gaan aan de slag met het aanleren van enkele basisvaardigheden: met name het vinden van wetsartikelen, de analyse van wetsartikelen, het lezen en analyseren van jurisprudentie en het oplossen van een juridische casus. We laten daarbij zien wat de systematiek is van de wettenbundels die je tijdens je studie gaat gebruiken, en hoe je daarin snel je weg kunt vinden bij het beantwoorden van een juridische vraag.

Als je bij de bakker een brood koopt, sluit je een koopovereenkomst. Bij de bakker zal het negen van de tien keer wel goed gaan, maar stel nou dat je als onderneming een groot commercieel contract sluit met een wederpartij? Dan is de kans op misverstanden en juridische problemen al een stuk groter. Hoe moet je in die situatie een contract uitleggen? En waar heb je recht op als een wederpartij de overeenkomst niet goed uitvoert? Nog een andere situatie: stel dat je op het Hanzeterrein in een onbeschermd gat valt en je been breekt, heb je dan recht op schadevergoeding? En wie is hiervoor aansprakelijk? 

Met dit soort vragen zullen de studenten aan de slag gaan met het burgerlijk wetboek in de hand. Het burgerlijk recht en dan specifiek het vermogensrecht maakt een zodanig deel uit van onze maatschappij dat elke burger er elke dag meerdere malen mee wordt geconfronteerd. Een juridisch dienstverlener die niet weet op welke wijze een overeenkomst in de praktijk uitwerkt, is als een loodgieter die een deel van zijn gereedschap niet bij zich heeft. Juist omdat dit deel van het recht zo’n essentieel deel van het alledaagse leven uitmaakt, is kennis op dit deelgebied essentieel voor de uitoefening van het toekomstige beroep.
 
De student past zijn kennis toe in een tentamen met open vragen in de tentamenweek.
 

School(s)

  • Instituut voor Rechtenstudies