Vak: Afstudeeronderzoek credits: 20

Vakcode
BKVH33AFO1B
Naam
Afstudeeronderzoek
Studiejaar
2023-2024
ECTS credits
20
Taal
Nederlands
Coördinator
C. Lammerts
Werkvormen
  • Afstudeeropdracht
Toetsen
  • Afstudeeronderzoek - Opdracht

Leeruitkomsten

AO 1 De student past de theorie van onderzoeksmethodiek toe in zijn onderzoeksplan en in zijn bedrijfskundig afstudeeronderzoek.
AO 2 De student analyseert een multidisciplinair bedrijfskundig probleem en betrekt hierbij een analyse van de organisatorische, financieel-economische en juridische aspecten van de organisatie en de omgeving van de organisatie.
AO 3 De student past in de afstudeeropdracht relevante, actuele bedrijfskundige theorie en/of modellen toe op een effectieve en zinvolle wijze.
AO 4 De student analyseert en beoordeelt de onderzoeksresultaten, zodat hij/zij betrouwbare en valide antwoorden kan formuleren op de concrete vraagstellingen uit het onderzoeksplan.
AO 5 De student stelt inhoudelijke conclusies en eventuele andere conclusies op die afgeleid zijn van de onderzoeksresultaten en maakt een realistische inschatting van de belangrijkste knelpunten voor de invoering en creëert draagvlak voor deze oplossing bij de opdrachtgever en andere direct betrokkenen.
AO 6 De student ontwikkelt na analyse en onderzoek, een passend advies voor de opdrachtgever van het onderzoek.
AO 7 De student presenteert het onderzoek op overtuigende wijze voor de opdrachtgever en andere belanghebbenden, waarin hij/zij ingaat op de onderzoeksopzet, de belangrijkste resultaten en conclusies, de adviezen en de implementatie ervan.
AO 8 De student is reflectief en lerend, gericht op de eigen ontwikkeling. Het betreft hier professioneel gedrag/professioneel handelen op alle werkterreinen, ook nieuwe, en het beïnvloeden van gedrag en professioneel handelen van collega’s t.b.v. teameffectiviteit. De student is zich bewust van de eigen ontwikkelingsbehoeften, past leervermogen toe op nieuwe situaties, toetst voortdurend en op allerlei manieren het eigen handelen en zoekt naar nieuwe situaties om het eigen handelingsrepertoire te vergroten.
AO 9 De student past tijdens de afstudeeropdracht op de juiste, professionele wijze effectief beroepsvaardigheden toe: planmatig werken, samenwerken, onderzoek doen, problemen oplossen, schriftelijk rapporteren, adviseren en overtuigend mondeling presenteren.

De volgende leeruitkomst(en) gelden voor het afstudeertraject Beroepsproduct:
  1. De student kan voor de competentie Ondernemend zijn, minimaal niveau twee aantonen.
  2. De student kan voor de competentie Verbinden, minimaal niveau twee aantonen.
  3. De student kan voor de competentie Flexibel zijn, minimaal niveau twee aantonen.
  4. De student kan voor de competentie Vernieuwingsgericht zijn, minimaal niveau twee aantonen.
  5. De student kan voor de competentie Bedrijfskundig handelen, minimaal niveau twee aantonen.
  6. De student kan voor de competentie Reflectief vermogen tonen, minimaal niveau twee aantonen.

Inhoud

Er zijn twee mogelijkheden om af te studeren binnen de …opleiding:
1. Op een onderzoeksopdracht. Dit resulteert in een afstudeeronderzoek.
De afstudeeropdracht is een meesterproef van de aankomende professional, waarmee je aantoont dat je zelfstandig een degelijke bijdrage kunt leveren aan de oplossing van een bedrijfskundig vraagstuk. De opdracht is als volgt te typeren: 
  • De opdracht is gericht op het doorlopen van één of meer fasen uit de interventiecyclus, waarin een bijdrage wordt geleverd aan de oplossing van een bedrijfskundig vraagstuk.
  • Het vraagstuk leent zich voor een conceptuele benadering.
  • Het vraagstuk leent zich voor een theoretische onderbouwing.
  • Het vraagstuk leent zich voor methodisch, praktijkgericht onderzoek.
  • De opdracht moet uit te voeren zijn in de daarvoor beschikbare tijd van twee onderwijsblokken.
  • De opdracht moet qua aard en omvang in hoge mate zelfstandig uit te voeren zijn.
  • De opdracht sluit aan bij de PLU’s van BK Groningen en het beroepsperspectief van de opleiding.
  • De opdracht richt zich op de oplossing van een complex multidisciplinair probleem uit de bedrijfskundige beroepspraktijk.
  • De opdracht is van hbo-niveau en voldoet in alle opzichten aan de onderzoeks- en rapportagevoorschriften van de opleiding.
 
2. Op een beroepsproduct. Het resultaat hiervan is divers. Volgens Losse (2016) zijn er vijf typen beroepsproducten:
  • Analyse; een samenhangende ontleding van een vraagstuk dat dient tot inzicht. Voor sommige analyses is onderzoek nodig en andere analyses volstaan met het aanleveren van een berekening. Een analyse is altijd aanwezig als onderdeel van een vraagstuk.
  • Advies; wat kan de opdrachtgever het beste doen om een situatie te veranderen/verbeteren? Het kenmerkende is dat het stelling neemt.
  • Ontwerp; visuele/schematische weergave van een product of interventie.
  • Fabricaat; concreet fysiek/digitaal eindproduct dat de eindgebruiker functioneel kan inzetten. Het is het maakproces en voegt iets toe aan de kwaliteiten die in het ontwerp zijn vastgelegd.
  • Handeling; handelen is professioneel gedrag tegenover belanghebbenden (klanten, patiënten, publiek, leerlingen, organisaties). Het kenmerkende is een dienstverlenend of interactief aspect en gaat gepaard met een verscheidenheid aan praktische vaardigheden.

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Instituut voor Bedrijfskunde