Vak: Leerlijn Onderzoek 2 credits: 5

Opleidingscompetenties:

• KOERS BEPALEN; De CE’er zet de commerciële koers uit. Dit doet hij op basis van zijn visie, de kansen die hij in de markt ziet en het duurzame concurrentievoordeel van de organisatie waarin hij werkzaam is. Omdat hij niet in een vacuüm werkt is de CE’er een bruggenbouwer die zowel kennis als mensen verbindt.
• WAARDE CREËREN ; De CE’er geeft invulling aan de commerciële koers door duurzame waarde te creëren voor zowel de klant, de organisatie en de maatschappij. Dit doet hij op basis van analyse van data en onderzoek, gericht op het meten van het daadwerkelijk gedrag van de klant. Hij weet deze analyse te vertalen naar een aanpak.
• BUSINESS DEVELOPMENT; De CE’er ontwerpt in co-creatie met stakeholders onderscheidende en/of vernieuwende concepten en verdienmodellen voor de optimalisatie van waarde voor alle relevante stakeholders. Hij anticipeert op en/of initieert veranderingen en verkrijgt draagvlak van de stakeholders gedurende het ontwikkelproces.
• REALISEREN; De CE’er realiseert vanuit het ontwikkelde concept een duurzaam commercieel (deel)product of dienst voor bestaande- en potentiele stakeholders. De CE’er draagt creatieve oplossingen aan, faciliteert (onderdelen van) het uitvoeringsproces toont doorzettingsvermogen en neemt (financiële) verantwoordelijkheid om samen met interne- en externe partijen tot het gewenste commerciële resultaat te komen. Tijdens de realisatie draagt hij zorg voor het commitment van stakeholders.

21th-century skills:

• Creativiteit
• Samenwerken
• Initiatief
• Doorzettingsvermogen
• Aanpassingsvermogen
• Communicatief
• Verantwoordelijkheidsbesef
• Commercieel bewustzijn
• Leiderschap
• Nieuwsgierigheid
• Kritisch denken

Leeruitkomsten:
•  samen met de andere groepsgenoten een planning maken en je daaraan houden    
•  een onderzoeksplan maken, zowel algemeen als specifiek, voor een primair onderzoek over consumenten en concurrenten 
•  ontwikkelingen in de externe omgeving relevant voor de bedrijfstak beschrijven en daar de juiste conclusies uit trekken
•  vaststellen of er voldoende ‘ruimte’ is in de externe omgeving voor een nog op te richten organisatie 
•  efficiënt samenwerken in een groep 
•  verschillende rollen in een groep adequaat vervullen 
•  in goed Nederlands aanbevelingen in een adviesrapport verwerken 
•  overtuigd de aanbevelingen presenteren 
•  vragen over de aanbevelingen en onderbouwing daarvan naar behoren beantwoorden 
De student kan verantwoorden wanneer interviews of observatie wordt toegepast.
De student kan een interview opzetten en uitvoeren.
De student kan interviews verwerken tot zinvolle informatie.
De student kan een observatie opzetten en uitvoeren.
De student kan observatie verwerken tot zinvolle informatie.
De student heeft kennis en begrip van betrouwbaarheid en validiteit bij interviews en observatie.