Vak: Studio 6 credits: 15

Vakcode
DBVB23STU6
Naam
Studio 6
Studiejaar
2023-2024
ECTS credits
15
Taal
Nederlands
Coördinator
S.A.M. Maring
Werkvormen
  • Werkcollege
Toetsen

Leeruitkomsten

Proces
  • De student produceert beeldend werk overeenkomstig het aantal studiepunten dat daarvoor is opgenomen.
  • De student werkt op de gegeven tijden op Minerva, daarbuiten op een zelf georganiseerde werkplek.
  • De student onderzoekt en experimenteert met verschillende materialen en technieken.
  • De student kan zelfstandig een eigen, authentiek, artistiek onderzoek beginnen en voortzetten.
  • De student kent en bevraagt de Toolkit Maken en kan deze, waar nodig, toepassen in het eigen beeldend proces
  • De begeleidingsgesprekken zijn verwerkt in processtappen.
  • De student kan de eigen ontwikkeling toelichten.
  • De student gebruikt het beeldprofiel in het artistieke proces en kan de keuzes daarin beargumenteren.
  • De student houdt een procesboek/schetsboek bij.
  • De student kan het eigen werk in een hedendaagse beeldende context plaatsen.
  • De student is zich bewust van de culturele, maatschappelijke en inhoudelijke context van diens werk en kan hierop reflecteren.
  • De student ontwikkelt een genereuze praktijk waarbij ontdekkingen, vragen en kwesties met anderen worden gedeeld.

Product
  • De student is in staat om in het beeld een eigen handschrift te ontwikkelen
  • Het werk toont focus op de (hedendaagse) kunstpraktijk en de student kan dit toelichten.
  • De student kan het werk in een actuele (maatschappelijke) context plaatsen en dit toelichten en beargumenteren.
  • De student maakt een presentatie voor de werkbespreking waarin mogelijke verbanden en artistieke koers zichtbaar zijn .
  • De student leidt zelf de evaluatie in en weet hierbij een reflectief, coherent en verdiepende toelichting te geven

Inhoud

Hoofddomein:    
Het eigen beeldende proces staat centraal, de student werkt op de academie of op een externe locatie. Het experimenteren met inhouden, contexten en materialen/technieken is leidend. Hierbij borduurt de student voort op de kennis en onderwerpen die in jaar 2 zijn opgedaan. In semester 5 wordt verwacht dat de student dit (nog) meer naar zich toetrekt en het eigen maakt. De verdieping opzoekt zowel op het gebied van techniek/materiaal als inhoudelijk. Het zelfstandig onderzoeken en reflecteren wordt hier belangrijker.
De student wordt begeleid door 1 docent die gedurende de komende twee jaar het proces en de voortgang van de student in de gaten houdt. Daarnaast wordt verwacht dat de student met andere docenten (en studenten) ook het werk en proces bespreekt, afhankelijk van waar het werk of het proces op dat moment om vraagt.
Het ‘randprogramma’ bestaat uit lezingen, oefenen met exposeren en daarnaast wordt de student uitgenodigd om het eigen werk te presenteren, een les te testen, of anderzijds een programma te verzorgen.
De student dient door middel van het schrijven van de contextualisering en de Artist Statement bij Vanessa, grip te krijgen op het werk en het proces en hier woorden aan te kunnen geven.

Belangrijke begrippen:
Beeldend onderzoek,contextualisering, fascinatie, onderwerp, bronnen, concept, relatie met andere kunstenaars, voorkeur, idee, research, keuze/selectie, beeldproductie,
Beeldprofiel, vorm, functie, functionaliteit, betekenis, transfer, medium, materiaal, techniek, handeling, positionering, interculturele en maatschappelijke alertheid en bewustwording.

Materiaal/techniek: 
De student onderzoekt verschillende materialen en technieken, het eigen beeldend proces is hier leidend in. Er wordt verwacht dat de student zelfstandig de werkplaatsen gebruikt en een actieve, onderzoekende en assertieve houding hierin aanneemt.

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Academie Minerva