Vak: Beïnvloeden van gedrag van Individuen: Progressiegericht werken credits: 5

Het doel van het programma Beinvloeden van Gedrag van individuen ‘progressiegericht werken’ is om zelf betekenisvolle progressie te bereiken in het op een progressiegerichte manier voeren van één op één gesprekken met clienten, klanten, patienten of medewerkers. De student kan uitleggen waarom de progressie betekenisvol is en kan ook aantonen aan de hand van gesprekken die gevoerd zijn dat betekenisvolle progressie is gemaakt.

De cursus Progressiegericht werken is zelf ook opgezet volgens de methodiek van progressiegericht werken. In de cursus leer je met de methodiek te werken, tegelijkertijd ervaar je de methodiek door het volgen van de cursus.
Progressiegericht werken is gestoeld op drie pijlers:
1
De zelfdeterminatietheorie: kort gezegd voorspelt deze theorie dat mensen autonome motivatie kunnen ervaren wanneer zij activiteiten doen die zij interessant of belangrijk vinden. Het werken vanuit autonome motivatie verhoogt het welbevinden.
Autonome motivatie wordt gestimuleeerd door

1. mensen in de gelegenheid te brengen zich verbonden te voelen met anderen.
2. mensen zelf autonomie te laten ervaren.
3. mensen in de gelegenheid brengen hun competentie te ervaren.

De theorie geeft dus aanwijzingen over hoe de omgeving van de lerende ingericht kan worden zodat de kans dat men vanuit autonome motivatie werkt of studeert groter is en daarmee het welbevinden groter is. In deze cursus stimuleren we je om autonomie te ervaren door je

1. samen in kleine groepen te leren met veel onderlinge interactie en interactie met de docent. We streven ernaar dat je je gekend voelt (verbinding). Het is één van de redenen waarom het noodzakelijk is om bij de bijeenkomsten aanwezig te zijn.
2. je keuzes aan te bieden; bijvoorbeeld in de doelen die je je stelt, maar ook in hoe je je voorbereidt op de bijeenkomsten
3. je vooral te vertellen wat er al goed gaat en je aan te moedigen zelf te bepalen wat van daaruit een kleine stapje vooruit zou kunnen zijn

2
De groeimindset. De groeimindset theorie voorspelt dat mensen met meer inzet leren wanneer zij zich vooral focussen op de ontwikkeling die zij kunnen doormaken, in plaats van op het bewijzen wie zij zijn en wat zij kunnen. Met andere woorden: met een groeimindset waardeer je je groei boven je prestaties. Met een groeimindset kunnen mensen gemakkelijker met falen dealen, want dit falen geeft input voor leren en is voor groei juist interessant. Mensen met een groeimindset beseffen ook dat groei alleen te bereiken is door hard werken, oefenen, vallen en opstaan. We brengen dit in deze cursus in de praktijk door maar weinig te toetsen en veel feedback te geven over hoe iets nog beter kan. We geven vooral complimenten op het leerproces en niet op prestaties.
3
De theorie over progressie. Deze theorie voorspelt wanneer mensen zich fysiek en mentaal goed voelen, namelijk na het boeken van een – kleine – betekenisvolle progressie. Het is goed wanneer mensen weten wanneer progressie betekenisvol voor hen is. Het gaat dan over progressie in interessante of belangrijke dingen. We brengen dit in deze cursus in de praktijk door je te laten onderzoeken wat progressiegericht werken voor jou in jouw werkveld kan betekenen. We laten je ook je progressie monitoren, zodat de voortgang die je boekt niet onopgemerkt blijft.
 
Om de betekenisvolle progressie te bereiken werkt de student gedurende de cursus aan vier opdrachten, 
Opdracht 1
De student onderzoekt in zijn of haar werkveld hoe progressiegericht werken interessant of belangrijk kan zijn. De opdracht is daarom te onderzoeken in het betreffende werkveld waar progressiegericht werken (of oplossingsgericht werken) al wordt toegepast.
Opdracht 2
Een nulmeting uitvoeren van de vaardigheden in het voeren van één op één gesprekken. De student doet dit door een kennismakingsgesprek te voeren met een klasgenoot in de eerste bijeenkomst, dit op te nemen en te analyseren op wat al goed gaat, het platform. 
Opdracht 3
Vanuit het platform realiseert de student verdere progressie. Men oefent in de bijeenkomsten van periode 1 of 3 en tussen die bijeenkomsten in de gespreksvaardigheden om de 7-stappen aanpak van een progressiegericht helpend gesprek uit te voeren. Dit mondt uit in het voeren van een helpend gesprek met een voor de student onbekende client met een vraag, een probleem of een dilemma. hierop krijgt de student progressiegerichte feedback.
Opdracht 4
In de volgende periode (2 of 4) kan de student kiezen in welke gespreksvorm hij of zij verder progressie wil maken, zoals een progressiegericht stuurgesprek, een progressiegericht adviesgesprek, een progressiegericht  instructiegesprek. De student kan ook ervoor kiezen om zich verder te bekwamen in het voeren van een helpend gesprek door met de client nog vervolggesprekken te voeren.