Vak: Examen Beeldend + Contextualisering credits: 10

Vakcode
DBVB24STV4
Naam
Examen Beeldend + Contextualisering
Studiejaar
2024-2025
ECTS credits
10
Taal
Nederlands
Coördinator
S.A.M. Maring
Werkvormen
  • Afstudeeropdracht
Toetsen

Leeruitkomsten

Artist statement:  
De student geeft schriftelijk weer wat haar/hen/zijn artistieke praktijk op dit moment karakteriseert en reflecteert erop voor wie en voor welke context het artist statement is bedoeld.
De student kiest zelfstandig een aandachtspunt (relevant op dat moment) en een schrijfstijl die aansluiten bij diens artistieke praktijk en de het doel van het statement.  
De student doet zelfstandig en in begeleiding onderzoek naar ‘artist statements’ van andere kunstenaar.  
De student gebruikt de geschreven stukken als basis voor de mondelijke presentatie over haar/hen/zijn werk.  
De student besteed aandacht aan de vormgeving van het artist statement en denkt erover na welke plek of rol het statement tijdens het eindexamen en de eindexpositie kan hebben.

Contextualisering:  
De student plaats haar/zijn/hen artistieke praktijk van dat moment in een culturele, (kunst)historische, sociale, filosofische, etc. context (uitzoomen): hoe verhoudt zich haar/hen/zijn werk tot wat/wie ervoor was (kunstenaars/kunstgeschiedenis), wat nu is (de hedendaagse kunst en cultuur) en hoe men naar kunst keek en kijkt (kunstbeschouwing en kunstfilosofie).
De student kiest zelfstandig het meest belangrijke aandachtspunt binnen zijn artistieke praktijk op dat moment (inzoomen). De student formuleert een onderzoeksvraag (incl. kernbegrippen) en gebruikt deze als vertrekpunt voor het contextualiseren van diens praktijk (zoeken van bronnen).  
De student zoekt, bestudeerd en gebruikt bronnen (hele bandbreedte), die aansluiten bij de artistieke praktijk, zelfstandig, contextualiseert de bronnen in de tekst en maakt adequaat gebruikt van bronvermelding (bibliografie en in-tekstreferenties in APA-stijl).  
De student legt verbanden tussen diens artistieke praktijk en de informatie uit de bronnen.  
De student gebruikt eerder verworven kunsthistorische en kunstfilosofisch inzichten tijdens het schrijven van de contextualisering.
De student gebruikt de geschreven stukken als basis voor de mondelijke presentatie over haar/hen/zijn werk.  
De student besteed aandacht aan de vormgeving van de contextualisering (o.a. gebruik van afbeeldingen, verwijzen naar afbeeldingen, bijschriften) en denkt erover na welke plek of rol de contextualisering tijdens het eindexamen en de eindexpositie kan hebben.

Inhoud

Contextualisering artistieke praktijk borduurt voort op het onderdeel kunstgeschiedenis van semester 5 (thematisch onderzoek). We kijken samen naar een specifieke vorm van contextualisering - het artist statement. Voor wie schrijf je een artist statement (doelgroep), waarvoor (context, bv. website, tentoonstelling, subsidie-/residencyaanvrag) en vanuit welk perspectief (bv. derde persoon of eerste persoon). Daarnaast doe je zelfstandig verdiepend (bronnen)onderzoek en schrijf je op basis van de door jou verzamelde relevante bronnen een contextualisering (essay). Dit essay is een contextualisering van jouw artistieke praktijk op dat moment (momentopname): hoe je werk zich verhoudt tot wat ervoor was (kunstgeschiedenis), wat er nu is (de hedendaagse kunst en cultuur) en hoe men naar kunst keek en kijkt (kunstbeschouwing en kunstfilosofie). De docent begeleid je in het onderzoeksproces tijdens zowel groepsbijeenkomsten, als ook individuele gesprekken. De individuele gesprekken vinden ook samen met de beeldende docenten plaats

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Academie Minerva