Vak: De ergotherapeut en zijn beroep 2 credits: 5
- Vakcode
- ETVP21THEMA2
- Naam
- De ergotherapeut en zijn beroep 2
- Studiejaar
- 2024-2025
- ECTS credits
- 5
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- G. Wijbenga
- Werkvormen
-
- Hoorcollege
- Practicum / Training
- Werkcollege
- Toetsen
-
- Performance assessment - Performance assessment
- Vaardigheidstoets - Vaardigheidstoets
Leeruitkomsten
De student….
- beschrijft en verantwoordt het methodisch ergotherapeutisch proces en past het inhoudsmodel PEOP bij een fictieve casus toe.
- herkent en beschrijft de relatie tussen het dagelijks handelen en gezondheid en welzijn van de cliënt.
- verwijst op de juiste manier naar de gebruikte literatuur.
- maakt afspraken over samenwerking en draagt actief bij aan de inhoud van het product.
- kiest op basis van een vraagverhelderend gesprek een passende rolstoel voor de cliënt (in simulatiesetting) en beoordeelt de zithouding in de rolstoel.
- geeft op basis van een vraagverhelderend gesprek instructie aan een cliënt (in simulatiesetting) over de techniek van rolstoel rijden.
Inhoud
Waar in thema 1.1 de nadruk ligt op de rollen en competenties van de ergotherapeut en de factoren die invloed hebben op (je eigen) dagelijks handelen wordt in thema 1.2 ingegaan op het dagelijks handelen van de ander en wat je daar als ergotherapeut mee kunt.
In de integrale leerlijn wordt aan de hand van verschillende fictieve casussen het methodisch ergotherapeutisch proces doorlopen. Dit wordt afgerond met een performance assessment waarin een presentatie over het methodisch ergotherapeutisch proces wordt gegeven aan collega-ergotherapeuten in een werkgroep bijeenkomst. De aspecten van het inhoudsmodel PEOP en het effect van dagelijks handelen op gezondheid en welzijn van de cliënt komen in de presentatie terug.
De vaardigheden leerlijn start je met de vaardigheid het vraagverhelderend gesprek in relatie met handelingsproblemen gerelateerd aan het zitten in de rolstoel en/of rijden in de rolstoel. Je leert naast een goed gesprek voeren ook het juist opmeten van de lichaamsmaten van de client die je daarna kunt vertalen naar rolstoelmaten. Je leert op basis van de metingen de juiste rolstoel te kiezen voor de cliënt.
Van belang is dat je de techniek van het rolstoel rijden goed kent en dat je dit in instructievorm kunt overbrengen op de cliënt. Dit doe je binnen een goede structuur en je maakt gebruik van passende gesprekstechnieken.
De conceptuele leerlijn ondersteunt de opdracht van de integrale leerlijn. Er wordt ingegaan op het ergotherapeutisch proces en het begrip dagelijks handelen. Tevens wordt er voorlichting gegeven over het zoeken van literatuur over ziektebeelden/ beperkingen. In de psychologielessen komen motivatie en de emoties en gedachten van een cliënt leren herkennen aan bod. De neurologielessen zijn een introductie in de gedragsneurologie in combinatie met uitleg over de functie van de hersenen en zenuwstelsel, de links-rechtsverschillen in de hersenen, het limbisch systeem en subcorticale structuren.
Dit thema wordt getoetst met een performance assessment en een vaardighedentoets. Tijdens de vaardighedentoets moet je één van de twee vaardigheden laten zien: Het zitten in de rolstoel, opmeten en kiezen van de rolstoel of het instrueren van twee technieken behorende bij het rolstoelrijden. Bij beide onderdelen start je met een vraagverhelderend gesprek.
In de integrale leerlijn wordt aan de hand van verschillende fictieve casussen het methodisch ergotherapeutisch proces doorlopen. Dit wordt afgerond met een performance assessment waarin een presentatie over het methodisch ergotherapeutisch proces wordt gegeven aan collega-ergotherapeuten in een werkgroep bijeenkomst. De aspecten van het inhoudsmodel PEOP en het effect van dagelijks handelen op gezondheid en welzijn van de cliënt komen in de presentatie terug.
De vaardigheden leerlijn start je met de vaardigheid het vraagverhelderend gesprek in relatie met handelingsproblemen gerelateerd aan het zitten in de rolstoel en/of rijden in de rolstoel. Je leert naast een goed gesprek voeren ook het juist opmeten van de lichaamsmaten van de client die je daarna kunt vertalen naar rolstoelmaten. Je leert op basis van de metingen de juiste rolstoel te kiezen voor de cliënt.
Van belang is dat je de techniek van het rolstoel rijden goed kent en dat je dit in instructievorm kunt overbrengen op de cliënt. Dit doe je binnen een goede structuur en je maakt gebruik van passende gesprekstechnieken.
De conceptuele leerlijn ondersteunt de opdracht van de integrale leerlijn. Er wordt ingegaan op het ergotherapeutisch proces en het begrip dagelijks handelen. Tevens wordt er voorlichting gegeven over het zoeken van literatuur over ziektebeelden/ beperkingen. In de psychologielessen komen motivatie en de emoties en gedachten van een cliënt leren herkennen aan bod. De neurologielessen zijn een introductie in de gedragsneurologie in combinatie met uitleg over de functie van de hersenen en zenuwstelsel, de links-rechtsverschillen in de hersenen, het limbisch systeem en subcorticale structuren.
Dit thema wordt getoetst met een performance assessment en een vaardighedentoets. Tijdens de vaardighedentoets moet je één van de twee vaardigheden laten zien: Het zitten in de rolstoel, opmeten en kiezen van de rolstoel of het instrueren van twee technieken behorende bij het rolstoelrijden. Bij beide onderdelen start je met een vraagverhelderend gesprek.
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Academie voor Gezondheidsstudies