Vak: Junior stage 2 credits: 5

Vakcode
FYVB24JS2
Naam
Junior stage 2
Studiejaar
2024-2025
ECTS credits
5
Taal
Nederlands
Coördinator
M. van Ark
Werkvormen
  • Stage, werk
Toetsen
  • Junior stage 2 - Verslag

Leeruitkomsten

Leeruitkomsten
  • 2CD-FH. 3. De student kan zelfstandig tijdens de Juniorstage 2 aan een cliënt het doel van DTF-screening uitleggen.
  • 1CD-FH. 6. De student kan tijdens de Juniorstage 2 een fysiotherapeutisch consult in het kader van DTF-screening uitvoeren.
  • 1CD-FH. 10. De student kan op basis van de gegevens uit het fysiotherapeutisch consult in het kader van DTF-screening tijdens de Juniorstage 2, beslissen of er een indicatie is voor fysiotherapeutische interventie.
  • 1CD-C. 1. De student kan, in het kader van DTF-screening binnen de Juniorstage 2, de gegevens van het fysiotherapeutisch consult vastleggen in een papieren- en/of digitaal cliëntendossier.
  • INT 2CD- E/FH 5: De student kan binnen de Juniorstage 2 zijn professioneel gedrag aanpassen aan de culturele achtergrond en specifieke situatie van de patiënt.
  • 2CD-FH. 70. De student kan tijdens de Juniorstage 2 een fysiotherapeutisch onderzoeksplan opstellen ten behoeve van een cliënt met samengestelde problematiek van hart en bloedvaten.
  • 2CD-FH. 72. De student kan tijdens de Juniorstage 2 een fysiotherapeutisch onderzoeksplan opstellen ten behoeve van een cliënt met samengestelde problematiek van de longen.
  • 2CD-FH. 140. De student kan tijdens de Juniorstage 2 een fysiotherapeutisch deelonderzoek uitvoeren ten behoeve van een cliënt met samengestelde problematiek van hart en bloedvaten.
  • 2CD-FH. 142. De student kan tijdens de Juniorstage 2 een fysiotherapeutisch onderzoek uitvoeren ten behoeve van een cliënt met samengestelde problematiek van de longen.
  • 2CD-E/FH. 158. De student kan uitgaande van de bevindingen uit het fysiotherapeutisch onderzoek, in samenspraak fysiotherapeut een fysiotherapeutische diagnose formuleren bij een cliënt met een samengesteld probleem
  • INT 2CD- E/FH 5: De student kan binnen de Juniorstage 2 zijn professioneel gedrag aanpassen aan de culturele achtergrond en specifieke situatie van de patiënt.
  • 2CD-FH. 52. De student kan tijdens de Juniorstage 2 een fysiotherapeutisch onderzoeksplan opstellen ten behoeve van een cliënt met een samengesteld perifeer neurologisch probleem.
  • 2CD-FH. 58. De student kan tijdens de Juniorstage 2 in samenwerking met een fysiotherapeut een fysiotherapeutisch onderzoeksplan opstellen ten behoeve van een cliënt met een “enkelvoudig” (bijvoorkeur) centraal neurologisch probleem.
  • 2CD-FH. 60. De student kan tijdens de Juniorstage 2 in samenwerking een fysiotherapeutisch onderzoeksplan opstellen ten behoeve van een cliënt met een samengesteld (bij voorkeur) centraal neurologisch probleem.
  • 2CD-FH. 122. De student kan tijdens de Juniorstage 2 in samenwerking een fysiotherapeutisch onderzoek uitvoeren ten behoeve van een cliënt met een samengesteld (bij voorkeur) perifeer neurologisch probleem.
  • 2CD-FH. 128. De student kan tijdens de Juniorstage 2 in samenwerking met een fysiotherapeut een fysiotherapeutisch deelonderzoek uitvoeren ten behoeve van een cliënt met een “enkelvoudig” centraal neurologisch probleem.
  • 2CD-FH. 130. De student kan tijdens de Juniorstage 2 in samenwerking een fysiotherapeutisch deelonderzoek uitvoeren ten behoeve van een cliënt met een samengesteld centraal neurologisch probleem.
  • 2CD-E/FH. 158. De student kan uitgaande van de bevindingen uit het fysiotherapeutisch onderzoek, in samenspraak met een fysiotherapeut een fysiotherapeutische diagnose formuleren bij een cliënt met een samengesteld probleem
  • INT 2CD- E/FH 5: De student kan binnen de Juniorstage 2 zijn professioneel gedrag aanpassen aan de culturele achtergrond en specifieke situatie van de patiënt.
  • 2CD-FH. 7. De student kan zelfstandig tijdens de Juniorstage 2 een fysiotherapeutisch consult in het kader van DTF-screening uitvoeren.
  • 2CD-FH. 11. De student kan zelfstandig op basis van de gegevens uit het fysiotherapeutisch consult in het kader van DTF-screening tijdens de Juniorstage 2, beslissen of er een indicatie is voor fysiotherapeutische interventie.
  • 2CD-FH. 48. De student kan tijdens de Juniorstage 2 zelfstandig een fysiotherapeutisch onderzoeksplan opstellen ten behoeve van een cliënt met een samengesteld orthopedisch probleem.
  • 2CD-FH. 84. De student kan tijdens de Juniorstage 2 een fysiotherapeutisch onderzoeksplan opstellen ten behoeve van een cliënt met complexe problemen/comorbiditeit
  • 2CD-FH. 118. De student kan tijdens de Juniorstage 2 zelfstandig een fysiotherapeutisch deelonderzoek uitvoeren ten behoeve van een cliënt met een samengesteld orthopedisch probleem.
  • 2CD-FH. 154. De student kan tijdens de Juniorstage 2 een fysiotherapeutisch (deel) onderzoek uitvoeren ten behoeve van een cliënt met complexe problemen/comorbiditeit.
  • 2CD-E/FH. 158. De student kan uitgaande van de bevindingen uit het fysiotherapeutisch onderzoek, in samenspraak met een fysiotherapeut een fysiotherapeutische diagnose formuleren bij een cliënt met een samengesteld probleem.
  • INT 2CD- E/C 6: De student kan binnen de Juniorstage 2 op basis van informatie uit Engelstalige vakliteratuur zijn fysiotherapeutisch handelen toelichten daarbij rekening houdend met de culturele achtergrond van de cliënt.

Inhoud

Het werk van de fysiotherapeut omvat het onderzoeken (en behandelen), het begeleiden en coachen van cliënten met gezondheidsproblemen. Tijdens de studie aan de opleiding voor fysiotherapie leert de student concepten en vaardigheden die hij moet gebruiken in zijn latere werk als fysiotherapeut. Door de onderwijseenheid "junior stage" naar behoren uit te voeren, toont de student aan dat hij in staat is om tenminste op competentieniveau 1 met "echte cliënten" te kunnen omgaan. In deze onderwijseenheid wordt het klinisch redeneren van studenten direct gekoppeld aan het uitvoeren van, bij de gegeven patiënt, relevante fysiotherapeutische vaardigheden en wordt het omgaan met de cliënt meer dan het toepassen van technische vaardigheden. Naast de omgang met patiënten maakt de student tijdens deze stage kennis met het functioneren binnen een zorginstelling en zal hierdoor een beeld vormen over organisatie van de gezondheidszorg.
Toetsing vindt plaats aan eind van het jaar. De student toont in zijn portfolio aan voldaan te hebben aan de vereiste stage-uren. Het portfolio wordt ingeleverd bij de Studiebegeleider en is onderdeel van de toetsing van Professionele Ontwikkeling. Hierin zullen (reflectie) opdrachten uit de stage worden opgenomen.

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Academie voor Gezondheidsstudies